Multi Media Services heeft haar werkterrein uitgebreid. De dienst is niet meer alleen producent van informatiedragers, maar ze organiseert nu ook pre-publishing projecten.
/strong>
De overbekende afkorting AVC (Audio Visueel Centrum) is vervangen door Multi Media Services (MMS). Dat is wennen geweest. Voor de medewerkers zelf (‘We vergissen ons nog wel eens aan de telefoon’) maar ook voor de klanten binnen en buiten de TU. ,,De nieuwe naam onderstreept de verbreding van de taakopvatting van MMS”, aldus Pim Buiskool, ad interim manager van deze dienst. ,,Naast verhuur van apparatuur en het vervaardigen van mediamiddelen – foto, video, graphics, papier, cd-rom of website – richten wij ons ook op de projectmatige organisatie van kennis en informatie op het terrein van onderwijs en onderzoek, zodat de informatie op de juiste manier bij de gebruiker komt.
De eerste vraag van MMS aan een klant is niet (meer): ‘Wilt u een cd-rom of een folder?’. Buiskool: ,,Wij kijken eerst naar de soort informatie die een klant heeft en wat hij daarmee wil bereiken. Na deze inhoudsanalyse overleggen wij met de klant om het juiste mediamiddel te selecteren. Dat kan zowel een cd-rom zijn als een website of drukwerk. Deze aanpak leidt er ook toe dat de samenwerking tussen de verschillende onderdelen van de MMS % audiovisueel, grafisch ontwerpen en digitale technieken – hechter wordt.”
Een goede illustratie van deze nieuwe benaderingswijze is de samenwerking met de VAPRO (Vakopleiding Procesindustrie) die anderhalf jaar geleden startte. Voor haar onderwijs wilde deze opleiding gedeeltelijk overstappen van leerboeken naar cd-roms. Buiskool: ,,Een leerboek digitaliseren is de oplossing niet. Een cd-rom moet interactief zijn en dat betekent een andere presentatie van kennis. Je moet daarbij gebruikmaken van spelletjes, bewegende beelden en geluid. Ondertussen hebben wij op dat gebied een redelijke expertise opgebouwd, mede door onze bekendheid met onderwijskundige processen en een goede kennis van de techniek. Daarom kwam de VAPRO bij ons voor de productie van een serie en dat heeft geleid tot een succesvolle samenwerking. Het afgelopen jaar hebben wij een productie van zes cd-roms afgerond en dit jaar staat er weer een achttal op stapel.”
Pre-publishing
Eveneens kenmerkend voor de nieuwe koers van MMS is het pilot-project bij de Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen onder leiding van projectmanager Ruud van Zijl. Het op iedere faculteit bekende Papieren Patroon (databestanden met bijvoorbeeld vakroosters, vakbeschrijvingen adressenbestand) wordt daar zo opgezet dat het geschikt is voor diverse mediamiddelen. Van Zijl: ,,De huidige praktijk is dat je een databestand maakt voor drukwerk en een ander type bestand voor bijvoorbeeld een website. De oplossing, die we samen met een extern bedrijf hebben ontwikkeld, is om de data op te slaan in XML-taal. Door de toepassing van filters kan je de gegevenseen conversieslag laten maken naar de diverse informatiedragers.”
Het voordeel van deze pre-publishing aanpak is dat doorvoering van veranderingen in data eenvoudig is. Daarnaast kan door internet in te zetten straks iedereen zijn persoonlijke Papieren Patroon kan uitdraaien. Het eindeloos zoeken in lijsten naar jouw rooster is dan voorbij. Van Zijl: ,,Eind maart hopen wij dit pilot-project af te ronden en te evalueren. Daarna kunnen wij het product aan andere faculteiten aanbieden.”
In eigen_huis
De grafische sector, en ook MMS, verbreedt zich van een producent van informatiedragers naar een projectorganisatie die opdrachtgevers helpt bij het organiseren en beheren van kennisinformatie. Deze ontwikkeling onderstreept volgens Buiskool het belang van een eigen facilitaire dienst als MMS. ,,Een extern bedrijf maakt een eenmalig product en gaat vervolgens verder naar de volgende klant. De kennis blijft niet in huis. Volgens ons is dat juist van cruciaal belang voor de TU. De kernactiviteiten van de universiteit, onderwijs en onderzoek, worden alle twee gekenmerkt door continue verandering. Wij kunnen deze processen en de aanpassingen hierin ondersteunen met nieuwe en oude technieken.”
Het organiseren en beheren van informatie door een facilitaire dienst heeft tevens als voordeel dat de gegevens van een faculteit, desgewenst, voor andere TU-producten gebruikt kunnen worden. ,,Neem bijvoorbeeld de vakbeschrijvingen. Die zijn nodig voor het Papieren Patroon, maar ook voor de studiegids. Een interne dienst kan mijns inziens een bredere toepassing van data beter en betrouwbaarder verzorgen. Om die reden zie ik een goede toekomst weggelegd voor MMS binnen de TU.”
Multi Media Services heeft haar werkterrein uitgebreid. De dienst is niet meer alleen producent van informatiedragers, maar ze organiseert nu ook pre-publishing projecten.
De overbekende afkorting AVC (Audio Visueel Centrum) is vervangen door Multi Media Services (MMS). Dat is wennen geweest. Voor de medewerkers zelf (‘We vergissen ons nog wel eens aan de telefoon’) maar ook voor de klanten binnen en buiten de TU. ,,De nieuwe naam onderstreept de verbreding van de taakopvatting van MMS”, aldus Pim Buiskool, ad interim manager van deze dienst. ,,Naast verhuur van apparatuur en het vervaardigen van mediamiddelen – foto, video, graphics, papier, cd-rom of website – richten wij ons ook op de projectmatige organisatie van kennis en informatie op het terrein van onderwijs en onderzoek, zodat de informatie op de juiste manier bij de gebruiker komt.
De eerste vraag van MMS aan een klant is niet (meer): ‘Wilt u een cd-rom of een folder?’. Buiskool: ,,Wij kijken eerst naar de soort informatie die een klant heeft en wat hij daarmee wil bereiken. Na deze inhoudsanalyse overleggen wij met de klant om het juiste mediamiddel te selecteren. Dat kan zowel een cd-rom zijn als een website of drukwerk. Deze aanpak leidt er ook toe dat de samenwerking tussen de verschillende onderdelen van de MMS % audiovisueel, grafisch ontwerpen en digitale technieken – hechter wordt.”
Een goede illustratie van deze nieuwe benaderingswijze is de samenwerking met de VAPRO (Vakopleiding Procesindustrie) die anderhalf jaar geleden startte. Voor haar onderwijs wilde deze opleiding gedeeltelijk overstappen van leerboeken naar cd-roms. Buiskool: ,,Een leerboek digitaliseren is de oplossing niet. Een cd-rom moet interactief zijn en dat betekent een andere presentatie van kennis. Je moet daarbij gebruikmaken van spelletjes, bewegende beelden en geluid. Ondertussen hebben wij op dat gebied een redelijke expertise opgebouwd, mede door onze bekendheid met onderwijskundige processen en een goede kennis van de techniek. Daarom kwam de VAPRO bij ons voor de productie van een serie en dat heeft geleid tot een succesvolle samenwerking. Het afgelopen jaar hebben wij een productie van zes cd-roms afgerond en dit jaar staat er weer een achttal op stapel.”
Pre-publishing
Eveneens kenmerkend voor de nieuwe koers van MMS is het pilot-project bij de Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen onder leiding van projectmanager Ruud van Zijl. Het op iedere faculteit bekende Papieren Patroon (databestanden met bijvoorbeeld vakroosters, vakbeschrijvingen adressenbestand) wordt daar zo opgezet dat het geschikt is voor diverse mediamiddelen. Van Zijl: ,,De huidige praktijk is dat je een databestand maakt voor drukwerk en een ander type bestand voor bijvoorbeeld een website. De oplossing, die we samen met een extern bedrijf hebben ontwikkeld, is om de data op te slaan in XML-taal. Door de toepassing van filters kan je de gegevenseen conversieslag laten maken naar de diverse informatiedragers.”
Het voordeel van deze pre-publishing aanpak is dat doorvoering van veranderingen in data eenvoudig is. Daarnaast kan door internet in te zetten straks iedereen zijn persoonlijke Papieren Patroon kan uitdraaien. Het eindeloos zoeken in lijsten naar jouw rooster is dan voorbij. Van Zijl: ,,Eind maart hopen wij dit pilot-project af te ronden en te evalueren. Daarna kunnen wij het product aan andere faculteiten aanbieden.”
In eigen_huis
De grafische sector, en ook MMS, verbreedt zich van een producent van informatiedragers naar een projectorganisatie die opdrachtgevers helpt bij het organiseren en beheren van kennisinformatie. Deze ontwikkeling onderstreept volgens Buiskool het belang van een eigen facilitaire dienst als MMS. ,,Een extern bedrijf maakt een eenmalig product en gaat vervolgens verder naar de volgende klant. De kennis blijft niet in huis. Volgens ons is dat juist van cruciaal belang voor de TU. De kernactiviteiten van de universiteit, onderwijs en onderzoek, worden alle twee gekenmerkt door continue verandering. Wij kunnen deze processen en de aanpassingen hierin ondersteunen met nieuwe en oude technieken.”
Het organiseren en beheren van informatie door een facilitaire dienst heeft tevens als voordeel dat de gegevens van een faculteit, desgewenst, voor andere TU-producten gebruikt kunnen worden. ,,Neem bijvoorbeeld de vakbeschrijvingen. Die zijn nodig voor het Papieren Patroon, maar ook voor de studiegids. Een interne dienst kan mijns inziens een bredere toepassing van data beter en betrouwbaarder verzorgen. Om die reden zie ik een goede toekomst weggelegd voor MMS binnen de TU.”
Comments are closed.