Hoe bouw ik een raket? Dat wilden zo’n twintig nieuwsgierige ruimtevaartfanaten ook wel eens weten. Het Ruimtevaartdispuut RVD belegde afgelopen maandag en dinsdag een workshop raketbouw.
De zaal van de faculteit Lucht- en Ruimtevaarttechniek begint langzamerhand op een heuse wapenopslagplaats te lijken. Om zeker te zijn van een geslaagde afloop heeft RVD-bestuurslid Raimond Foekema zijn eigen ontwerp al getest op een verlaten veldje in Zoetermeer. Trots toont hij het projectiel dat er – op wat aanslag van de hitte na % nog piekfijn uitziet. ,,De raket bereikte binnen enkele seconden zijn maximale hoogte van hondervijftig meter. Het was alleen wel jammer dat de parachute het niet deed. Hierdoor heb ik mijn raket pas de volgende ochtend weer kunnen vinden.”
Zijn ervaringen heeft hij verwerkt in een handleiding die garant moet staan voor succes. De raket moest goedkoop zijn en simpel te vervaardigen. Zijn ontwerp heeft dan ook veel weg van een uit de hand gelopen vuurpijl. Het omhulsel van de vaste stuwstofmotor is een blikje cassis waarin een uitlaatgat geboord is. Het kruit is een mengsel van keukensuiker en kaliumnitraat dat overal te verkrijgen is. Het enige materiaal waar de enthousiaste zelfbouwer zelf niet makkelijk aan zal kunnen komen, is de geïmpregneerde koolstofmat waar de pijp van is gemaakt. Foekema: ,,Daar kan natuurlijk ook een ander licht en sterk materiaal voor gebruikt worden, maar dit hadden ze nog liggen in de vliegtuighal van de faculteit.”
De deelnemers zijn druk aan het knippen, lijmen en knutselen om door kleine variaties aan het ontwerp de optimale raket te bouwen. Het team van oud-bestuurslid Wouter Jonker zoekt zijn heil in supersonische vinnen voor de stabiliteit. ,,Die driehoeken waren eigenlijk gewoon het makkelijkst uit te knippen”, grapt een van zijn teamgenoten.
Jonker heeft bij het Euro Space Center in België wel eens eerder zo’n raket afgeschoten. ,,Het enige verschil is, dat daar de motor kant en klaar geleverd werd en de stuwstof elektrisch werd ontstoken vanaf een veilige afstand.”
Foekema maakt zich geen zorgen over eventuele CATO’s (Catastrophic engine failure At Take-off). ,,We maken gebruik van een lont waarbij we een minuut de tijd hebben om ons uit de voeten te maken. Dat moet genoeg zijn”, meldt hij vol vertrouwen.
De zaal van de faculteit Lucht- en Ruimtevaarttechniek begint langzamerhand op een heuse wapenopslagplaats te lijken. Om zeker te zijn van een geslaagde afloop heeft RVD-bestuurslid Raimond Foekema zijn eigen ontwerp al getest op een verlaten veldje in Zoetermeer. Trots toont hij het projectiel dat er – op wat aanslag van de hitte na % nog piekfijn uitziet. ,,De raket bereikte binnen enkele seconden zijn maximale hoogte van hondervijftig meter. Het was alleen wel jammer dat de parachute het niet deed. Hierdoor heb ik mijn raket pas de volgende ochtend weer kunnen vinden.”
Zijn ervaringen heeft hij verwerkt in een handleiding die garant moet staan voor succes. De raket moest goedkoop zijn en simpel te vervaardigen. Zijn ontwerp heeft dan ook veel weg van een uit de hand gelopen vuurpijl. Het omhulsel van de vaste stuwstofmotor is een blikje cassis waarin een uitlaatgat geboord is. Het kruit is een mengsel van keukensuiker en kaliumnitraat dat overal te verkrijgen is. Het enige materiaal waar de enthousiaste zelfbouwer zelf niet makkelijk aan zal kunnen komen, is de geïmpregneerde koolstofmat waar de pijp van is gemaakt. Foekema: ,,Daar kan natuurlijk ook een ander licht en sterk materiaal voor gebruikt worden, maar dit hadden ze nog liggen in de vliegtuighal van de faculteit.”
De deelnemers zijn druk aan het knippen, lijmen en knutselen om door kleine variaties aan het ontwerp de optimale raket te bouwen. Het team van oud-bestuurslid Wouter Jonker zoekt zijn heil in supersonische vinnen voor de stabiliteit. ,,Die driehoeken waren eigenlijk gewoon het makkelijkst uit te knippen”, grapt een van zijn teamgenoten.
Jonker heeft bij het Euro Space Center in België wel eens eerder zo’n raket afgeschoten. ,,Het enige verschil is, dat daar de motor kant en klaar geleverd werd en de stuwstof elektrisch werd ontstoken vanaf een veilige afstand.”
Foekema maakt zich geen zorgen over eventuele CATO’s (Catastrophic engine failure At Take-off). ,,We maken gebruik van een lont waarbij we een minuut de tijd hebben om ons uit de voeten te maken. Dat moet genoeg zijn”, meldt hij vol vertrouwen.
Comments are closed.