Het was een stomme struikelpartij, na een partijtje zwemmen in de Delftse Hout in mei 1998. Niet meer dan dat. Maar door de val brak Remco Noordermeer zijn nek en raakte grotendeels verlamd.
Ondanks dwarslaesie en rolstoel, maar dankzij zijn doorzettingsvermogen heeft hij nu zijn studie weer opgepakt.
,,Down!” Rick luistert niet. Noordermeer probeert het nog eens, nu dwingender: ,,Rick, down!” Nu luistert hij wel. Rick is de geleidehond die het leven van Noordermeer moet verlichten. Zo helpt hij bij het open doen van de deur van zijn kamer, want door zijn verlamming kan Noordermeer nog wel zijn armen bewegen, maar niet zijn handen. Als de deur op slot is biedt ook Rick geen uitkomst en moet er iemand te hulp schieten, bijvoorbeeld één van de twee student-assistenten die Noordermeer bijstaan. Het is tekenend voor Noordermeers situatie: bijna niets kan hij zelfstandig.
Na het ongeluk belandde Noordermeer in een revalidatiecentrum. Hij zou er anderhalf jaar blijven. Noordermeer: ,,In die tijd heb ik mensen zien komen en gaan. Het duurde zo lang dat ik er opstandig van werd.” Gelukkig bleven zijn studievrienden hem steunen. Al die tijd is Noordermeer ervan uit gegaan dat hij ooit weer verder zou studeren. ,,Ik kwam uit een heel diep dal. Ik moest ergens de motivatie vandaan halen om de therapieën te blijven volgen.” En dus moest en zou Noordermeer, nu 22 jaar, zijn studie civiele techniek vervolgen waar hij hem moest afbreken, halverwege het derde jaar.
Bingo
Om dat te laten lukken moesten vele hobbels worden genomen want voor een student met een dwarslaesie bestaan geen kant-en-klare oplossingen. Zo moest er een aangepaste aanleunwoning komen, ook al twijfelden zijn artsen of hij wel zelfstandig zou kunnen wonen. Noordermeer: ,,Ik weigerde met een stel oude lullen in een verpleegtehuis te gaan zitten bingoën. Als je daar eenmaal in zit, kom je er nooit meer uit. Ik zou er compleet gek geworden zijn.” Dat mensen twijfelden aan zijn kunnen, heeft hem de bittere werkelijkheid van de samenleving laten zien: ,,Als gehandicapte word je het liefst afgeschreven en vergeten, dat is het makkelijkst.”
,,Voor het vervolgen van mijn studie hoefde ik niet eens zelf contact op te nemen met de studieadviseur, mevrouw Schwarz. Zij was mij voor” vertelt Noordermeer, nog steeds verbaasd over zoveel goodwill. Met de studieadviseur bekeek hij of hij als student voldoende zou kunnen presteren. Eind vorig jaar volgde Noordermeer op proef een paar colleges. ,,Gewoon om te zien of ik twee uur lang de aandacht erbij kon houden. Dat is voor gewone studenten al moeilijk en voor mij nog eens extra.” Een ander probleem was de omgang met docenten, want die moesten natuurlijk wel meewerken. Over het algemeen waren ze gelukkig welwillend.
Maar toen de verzekering en het GAK hun medewerking al hadden toegezegd (‘en dat was echt niet makkelijk’) leek het toch nog even mis te lopen: ,,Op de TU hebben mensen gezegd dat ik toch niet zou kunnen functioneren in de samenleving, en dat het dus zonde van de in mij geïnvesteerde moeite zou zijn. Maar die mensen hebben nooit de moeite genomen mij daarover te spreken.” Nog altijd verontwaardigd over de onwil vervolgt Noordermeer: ,,Na allerlei problemen te hebben overwonnen zou er één of andere lullige professor zijn die alles stopt. Dat doet zeer.”
India
Nu heeft Noordermeer een eigen kamer op de faculteit met computer. ‘Zijn’ student-assistenten brengen hem naar college en halen hem na afloop weer op. Software voor spraakherkenning moet de functie van schrijven op papier overnemen, want ook typen kan hij niet. Noordermeer doet voor: ,,Grote Isaac.” Er verschijnt een G. ,,Oops. Backspace. Grote India.” Dan pas heeft hij de gewenste I op het scherm. Voor breuken, worteltekens en Griekse letters zijn macro-functies geschreven, die gekoppeld zijn aan de functie-editor van Word. Noordermeer: ,,Het gaat best goed maar het duurt lang. En dan moet het rekenen nog beginnen.” Noordermeer: ,,Ik wil zoveel mogelijk dezelfde tentamens doen die gewone studenten ook doen, maar ik kan natuurlijk niet met mijn laptop met spraakherkenning in de tentamenzaal de antwoorden in gaan spreken.” Deze week doet hij zijn eerste tentamen – Mechanica en Constructies – op deze manier. In zijn eigen kamer, met zijn eigen surveillant.
De toekomst ziet Noordermeer met vertrouwen tegemoet. Na alles wat hij heeft meegemaakt denkt hij nu al snel ‘komt wel goed’. Hij gaat weer net als vroeger met zijn vrienden naar de Delftse Studenten Bond, waar ze speciaal voor zijn rolstoel een hellingbaan bouwden. En de toekomst als ingenieur? ,,Eerst wilde ik nog gewoon de waterbouw-kant op want met mijn handicap werd ik al meer dan genoeg geconfronteerd.” Nu denkt Noordermeer er toch aan zich nuttig te maken door gebruik te maken van zijn ervaringen als gehandicapte. Bijvoorbeeld door het verbeteren van de toegankelijkheid van openbare gebouwen voor invaliden. ,,Onze eigen TU-bibliotheek kom ik bijvoorbeeld niet eens in. De bel bij de invalideningang is te stroef, als hij al niet te hoog zit. En dat bij zo’n gebouw.”
Het was een stomme struikelpartij, na een partijtje zwemmen in de Delftse Hout in mei 1998. Niet meer dan dat. Maar door de val brak Remco Noordermeer zijn nek en raakte grotendeels verlamd. Ondanks dwarslaesie en rolstoel, maar dankzij zijn doorzettingsvermogen heeft hij nu zijn studie weer opgepakt.
,,Down!” Rick luistert niet. Noordermeer probeert het nog eens, nu dwingender: ,,Rick, down!” Nu luistert hij wel. Rick is de geleidehond die het leven van Noordermeer moet verlichten. Zo helpt hij bij het open doen van de deur van zijn kamer, want door zijn verlamming kan Noordermeer nog wel zijn armen bewegen, maar niet zijn handen. Als de deur op slot is biedt ook Rick geen uitkomst en moet er iemand te hulp schieten, bijvoorbeeld één van de twee student-assistenten die Noordermeer bijstaan. Het is tekenend voor Noordermeers situatie: bijna niets kan hij zelfstandig.
Na het ongeluk belandde Noordermeer in een revalidatiecentrum. Hij zou er anderhalf jaar blijven. Noordermeer: ,,In die tijd heb ik mensen zien komen en gaan. Het duurde zo lang dat ik er opstandig van werd.” Gelukkig bleven zijn studievrienden hem steunen. Al die tijd is Noordermeer ervan uit gegaan dat hij ooit weer verder zou studeren. ,,Ik kwam uit een heel diep dal. Ik moest ergens de motivatie vandaan halen om de therapieën te blijven volgen.” En dus moest en zou Noordermeer, nu 22 jaar, zijn studie civiele techniek vervolgen waar hij hem moest afbreken, halverwege het derde jaar.
Bingo
Om dat te laten lukken moesten vele hobbels worden genomen want voor een student met een dwarslaesie bestaan geen kant-en-klare oplossingen. Zo moest er een aangepaste aanleunwoning komen, ook al twijfelden zijn artsen of hij wel zelfstandig zou kunnen wonen. Noordermeer: ,,Ik weigerde met een stel oude lullen in een verpleegtehuis te gaan zitten bingoën. Als je daar eenmaal in zit, kom je er nooit meer uit. Ik zou er compleet gek geworden zijn.” Dat mensen twijfelden aan zijn kunnen, heeft hem de bittere werkelijkheid van de samenleving laten zien: ,,Als gehandicapte word je het liefst afgeschreven en vergeten, dat is het makkelijkst.”
,,Voor het vervolgen van mijn studie hoefde ik niet eens zelf contact op te nemen met de studieadviseur, mevrouw Schwarz. Zij was mij voor” vertelt Noordermeer, nog steeds verbaasd over zoveel goodwill. Met de studieadviseur bekeek hij of hij als student voldoende zou kunnen presteren. Eind vorig jaar volgde Noordermeer op proef een paar colleges. ,,Gewoon om te zien of ik twee uur lang de aandacht erbij kon houden. Dat is voor gewone studenten al moeilijk en voor mij nog eens extra.” Een ander probleem was de omgang met docenten, want die moesten natuurlijk wel meewerken. Over het algemeen waren ze gelukkig welwillend.
Maar toen de verzekering en het GAK hun medewerking al hadden toegezegd (‘en dat was echt niet makkelijk’) leek het toch nog even mis te lopen: ,,Op de TU hebben mensen gezegd dat ik toch niet zou kunnen functioneren in de samenleving, en dat het dus zonde van de in mij geïnvesteerde moeite zou zijn. Maar die mensen hebben nooit de moeite genomen mij daarover te spreken.” Nog altijd verontwaardigd over de onwil vervolgt Noordermeer: ,,Na allerlei problemen te hebben overwonnen zou er één of andere lullige professor zijn die alles stopt. Dat doet zeer.”
India
Nu heeft Noordermeer een eigen kamer op de faculteit met computer. ‘Zijn’ student-assistenten brengen hem naar college en halen hem na afloop weer op. Software voor spraakherkenning moet de functie van schrijven op papier overnemen, want ook typen kan hij niet. Noordermeer doet voor: ,,Grote Isaac.” Er verschijnt een G. ,,Oops. Backspace. Grote India.” Dan pas heeft hij de gewenste I op het scherm. Voor breuken, worteltekens en Griekse letters zijn macro-functies geschreven, die gekoppeld zijn aan de functie-editor van Word. Noordermeer: ,,Het gaat best goed maar het duurt lang. En dan moet het rekenen nog beginnen.” Noordermeer: ,,Ik wil zoveel mogelijk dezelfde tentamens doen die gewone studenten ook doen, maar ik kan natuurlijk niet met mijn laptop met spraakherkenning in de tentamenzaal de antwoorden in gaan spreken.” Deze week doet hij zijn eerste tentamen – Mechanica en Constructies – op deze manier. In zijn eigen kamer, met zijn eigen surveillant.
De toekomst ziet Noordermeer met vertrouwen tegemoet. Na alles wat hij heeft meegemaakt denkt hij nu al snel ‘komt wel goed’. Hij gaat weer net als vroeger met zijn vrienden naar de Delftse Studenten Bond, waar ze speciaal voor zijn rolstoel een hellingbaan bouwden. En de toekomst als ingenieur? ,,Eerst wilde ik nog gewoon de waterbouw-kant op want met mijn handicap werd ik al meer dan genoeg geconfronteerd.” Nu denkt Noordermeer er toch aan zich nuttig te maken door gebruik te maken van zijn ervaringen als gehandicapte. Bijvoorbeeld door het verbeteren van de toegankelijkheid van openbare gebouwen voor invaliden. ,,Onze eigen TU-bibliotheek kom ik bijvoorbeeld niet eens in. De bel bij de invalideningang is te stroef, als hij al niet te hoog zit. En dat bij zo’n gebouw.”
Comments are closed.