Campus

Samenwerken is win-win voor iedereen

Goede duurzame gebouwen kunnen alleen ontstaan als architect en installatieadviseurs vanaf het begin samenwerken. Dat betekent een cultuuromslag, want traditioneel wordt er veel langs elkaar heen gewerkt.

/strong>

,,Duurzaam bouwen is veel meer dan alleen het verminderen van het energieverbruik. Ook de toegepaste materialen en de flexibiliteit van een gebouw zijn bepalend.” Ir. E. Fokkema van EGM Architecten rekent af met de volgens hem eenzijdige invulling die veel collega-architecten geven aan de opdracht een duurzaam gebouw te ontwerpen. Ook de installaties in de gebouwen van de toekomst moeten duurzaam zijn en moeten daarom volgens Fokkema integraal met het gebouw ontworpen worden. Voor een optimaal resultaat moeten installatieadviseur en architect vanaf het begin samenwerken, zo bleek vorige week donderdag op het symposium Architectuur en Installaties.

Een flexibel gebouw laat zich aanpassen aan het gebruik en de gebruiker. Dit geldt volgens Fokkema in het bijzonder voor ziekenhuizen, waar in poliklinieken steeds meer kortdurende behandelingen plaatsvinden. In het ontwerp voor een nieuw ziekenhuis in Haarlem heeft hij hier rekening mee gehouden. Aparte functies zijn niet in aparte vleugels opgenomen, zoals dat vroeger gebeurde. ,,Alle functies grenzen aan elkaar. Als het aantal bedden afneemt, kan er meer kantoorruimte komen” zo licht Fokkema de flexibiliteit van zijn ontwerp toe. Er is ook al vastgesteld waar het gebouw eventueel later uitgebreid kan worden, zonder dat dit het architectonisch beeld verstoort.

De installaties voor energievoorziening en klimaatbeheersing in het Haarlemse ziekenhuis zijn net zo flexibel als het gebouw zelf. Het gebouw is opgesplitst in kleine, onafhankelijke delen. Als één deel wordt uitgebreid, kan volgens Fokkema de bestaande installatie meegroeien. De technische ruimtes, waar de ketels, de warmtekrachtcentrale en de apparaten voor luchtbehandeling staan, zijn groot genoeg om er in de toekomst een machine bij te kunnen plaatsen. Het ontwerp zal zijn gepretendeerde duurzaamheid echter niet kunnen bewijzen, het project is door bestuurlijke veranderingen afgeblazen.

Energiewinst

Ook de nieuwe B-pier op Schiphol moest flexibel zijn. De flexibiliteit heeft zich inmiddels bewezen: de geplande uitgangen voor busstations zijn vervangen door kantoren. De architect moest er bij het ontwerp ook rekening mee houden dat er later nog een verdieping bovenop zou kunnen komen. Ir. R.A. Velthuis, directeur van het betrokken installatieadviesbureau: ,,Dit leverde direct een enorm conflict op omdat de installaties normaal gesproken op het dak staan. Als die extra laag er inderdaad komt, moeten de installaties van de bestaande verdiepingen gewoon blijven functioneren.” Velthuis legt uit dat de technische ruimtes daarom op poten op het platte dak geplaatst, zodat de extra verdieping er nog tussen past.

De B-pier is niet alleen flexibel, hij is ook nog grotendeels autonoom in zijn energievoorziening. Dit is autarkisch bouwen, volgens Velthuis de nieuwe trend: ,,In de jaren 90 was duurzaam bouwen in, vanaf nu zal dat autarkisch bouwen zijn.” De zomerse warmte uit de pier wordt ondergronds opgeslagen en ’s winters voor verwarming weer naar boven gepompt. Zo’n systeem voor ondergrondse warmteopslag is erg duur en in dit geval economisch onvoldoende rendabel. Schiphol was echter bereid meer te investeren als daar energiewinst tegenover zou staan. Met de warmteopslag wordt nu 45 procent op het energiegebruik voor verwarming bespaard.

Om duurzaam of zelfs autarkisch te kunnen bouwen, moet er al in het ontwerp door alle betrokkenen rekening mee gehouden zijn. In het traditionele ontwerpproces is dit niet het geval en worden veel fouten gemaakt bij onvolledige overdracht van informatie en niet op elkaar afgestemde werkmethodes. Volgens ing. A. Andeweg kan er door efficiënter samen te werken vijftien procent op de kosten bespaard worden. Hij beschrijft een methode waarin alle betrokken partijen intensief samenwerken aan de oplossing van een probleem. Andeweg: ,,In slechts een week tijd kom je tot een basisontwerp dat niet alleen goedkoper maar ook beter is. Dat is win-win voor iedereen.”

Goede duurzame gebouwen kunnen alleen ontstaan als architect en installatieadviseurs vanaf het begin samenwerken. Dat betekent een cultuuromslag, want traditioneel wordt er veel langs elkaar heen gewerkt.

,,Duurzaam bouwen is veel meer dan alleen het verminderen van het energieverbruik. Ook de toegepaste materialen en de flexibiliteit van een gebouw zijn bepalend.” Ir. E. Fokkema van EGM Architecten rekent af met de volgens hem eenzijdige invulling die veel collega-architecten geven aan de opdracht een duurzaam gebouw te ontwerpen. Ook de installaties in de gebouwen van de toekomst moeten duurzaam zijn en moeten daarom volgens Fokkema integraal met het gebouw ontworpen worden. Voor een optimaal resultaat moeten installatieadviseur en architect vanaf het begin samenwerken, zo bleek vorige week donderdag op het symposium Architectuur en Installaties.

Een flexibel gebouw laat zich aanpassen aan het gebruik en de gebruiker. Dit geldt volgens Fokkema in het bijzonder voor ziekenhuizen, waar in poliklinieken steeds meer kortdurende behandelingen plaatsvinden. In het ontwerp voor een nieuw ziekenhuis in Haarlem heeft hij hier rekening mee gehouden. Aparte functies zijn niet in aparte vleugels opgenomen, zoals dat vroeger gebeurde. ,,Alle functies grenzen aan elkaar. Als het aantal bedden afneemt, kan er meer kantoorruimte komen” zo licht Fokkema de flexibiliteit van zijn ontwerp toe. Er is ook al vastgesteld waar het gebouw eventueel later uitgebreid kan worden, zonder dat dit het architectonisch beeld verstoort.

De installaties voor energievoorziening en klimaatbeheersing in het Haarlemse ziekenhuis zijn net zo flexibel als het gebouw zelf. Het gebouw is opgesplitst in kleine, onafhankelijke delen. Als één deel wordt uitgebreid, kan volgens Fokkema de bestaande installatie meegroeien. De technische ruimtes, waar de ketels, de warmtekrachtcentrale en de apparaten voor luchtbehandeling staan, zijn groot genoeg om er in de toekomst een machine bij te kunnen plaatsen. Het ontwerp zal zijn gepretendeerde duurzaamheid echter niet kunnen bewijzen, het project is door bestuurlijke veranderingen afgeblazen.

Energiewinst

Ook de nieuwe B-pier op Schiphol moest flexibel zijn. De flexibiliteit heeft zich inmiddels bewezen: de geplande uitgangen voor busstations zijn vervangen door kantoren. De architect moest er bij het ontwerp ook rekening mee houden dat er later nog een verdieping bovenop zou kunnen komen. Ir. R.A. Velthuis, directeur van het betrokken installatieadviesbureau: ,,Dit leverde direct een enorm conflict op omdat de installaties normaal gesproken op het dak staan. Als die extra laag er inderdaad komt, moeten de installaties van de bestaande verdiepingen gewoon blijven functioneren.” Velthuis legt uit dat de technische ruimtes daarom op poten op het platte dak geplaatst, zodat de extra verdieping er nog tussen past.

De B-pier is niet alleen flexibel, hij is ook nog grotendeels autonoom in zijn energievoorziening. Dit is autarkisch bouwen, volgens Velthuis de nieuwe trend: ,,In de jaren 90 was duurzaam bouwen in, vanaf nu zal dat autarkisch bouwen zijn.” De zomerse warmte uit de pier wordt ondergronds opgeslagen en ’s winters voor verwarming weer naar boven gepompt. Zo’n systeem voor ondergrondse warmteopslag is erg duur en in dit geval economisch onvoldoende rendabel. Schiphol was echter bereid meer te investeren als daar energiewinst tegenover zou staan. Met de warmteopslag wordt nu 45 procent op het energiegebruik voor verwarming bespaard.

Om duurzaam of zelfs autarkisch te kunnen bouwen, moet er al in het ontwerp door alle betrokkenen rekening mee gehouden zijn. In het traditionele ontwerpproces is dit niet het geval en worden veel fouten gemaakt bij onvolledige overdracht van informatie en niet op elkaar afgestemde werkmethodes. Volgens ing. A. Andeweg kan er door efficiënter samen te werken vijftien procent op de kosten bespaard worden. Hij beschrijft een methode waarin alle betrokken partijen intensief samenwerken aan de oplossing van een probleem. Andeweg: ,,In slechts een week tijd kom je tot een basisontwerp dat niet alleen goedkoper maar ook beter is. Dat is win-win voor iedereen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.