Onderwijs

Onduidelijkheid over instellingspakket

De onduidelijkheid over het in te voeren instellingspakket is niet weggenomen op het vorige week donderdag gehouden symposium.

Allereerst de naam al. De term instellingspakket houdt niet in dat alle opleidingen een identiek pakket krijgen. Het houdt wel in dat er vaste modules van vakken kunnen worden ‘ingekocht’ bij bepaalde faculteiten. Dit zou de uniformiteit van de kennis van de studenten vergroten. Maar een basisopleiding voor alle ingenieurs als in de Verenigde Staten gebruikelijk is, is niet de bedoeling.

Twee discussiegroepen de zich over de materie gebogen hebben, scheppen ook geen duidelijkheid. Eén groep wil een instellingsbreed vakkenpakket, de andere wil juist de bestaande verschillen intact laten. Natuurkundestudenten hebben nu eenmaal een ander abstractieniveau dan ontwerpers, zo is de gedachte. Voor de tweede werkgroep telt de kwaliteitsborg het zwaarst.

Zeventig procent van het eerste jaar zal op termijn voor alle studenten gelijk zijn. De achterliggende gedachte is ‘een kwaliteitsborg van de studie’ en een ‘bepaald niveau van de student’, zo stelt prof.dr.ir. R. de Borst. Hij heeft onderzocht hoe mechanica in het instellingspakket kan worden ingevoerd.

Zakken op dat soort vakken mag niet, meent de onderwijsdirecteur van Bouwkunde, prof.ir. C.J.M. Weeber. ,,Dan schort het aan het onderwijs.” Sommige hoogleraren zijn misplaatst trots op een moeilijk vak met lage slagingscijfers, zegt Weeber. ,,Dat is een zwaktebod.”

Vooralsnog is er overeenstemming over het zogenoemde alapak: analyse en lineaire algebra. Daarnaast wordt nog gesproken over het geven van mechanica aan alle eerstejaars. Dat zal een jaar later dan het alapak worden ingevoerd. Maar het mag geen eenheidsworst worden, meent De Borst. Niet dat iedereen met dezelfde voorbeelden onderwijs krijgt. ,,De invulling van het vak moet wel de eigen couleur locale behouden.”

Dat idee wordt breed gedragen. Het gaat om de eindtermen, de studenten van de verschillende studierichtingen moeten een zelfde niveau hebben.

De voordelen van een instellingspakket zijn volgens De Borst een eenvoudiger overstap naar een andere studie, een minimumniveau van veronderstelde kennis, abstractieniveau, de mogelijkheid een betere docent op een andere faculteit te raadplegen en uitwisseling van docenten. Nadelen zijn potentiële massaliteit van de colleges, eenheidsworst door het ontbreken van het vak-eigene en nutteloze kennis.

Allereerst de naam al. De term instellingspakket houdt niet in dat alle opleidingen een identiek pakket krijgen. Het houdt wel in dat er vaste modules van vakken kunnen worden ‘ingekocht’ bij bepaalde faculteiten. Dit zou de uniformiteit van de kennis van de studenten vergroten. Maar een basisopleiding voor alle ingenieurs als in de Verenigde Staten gebruikelijk is, is niet de bedoeling.

Twee discussiegroepen de zich over de materie gebogen hebben, scheppen ook geen duidelijkheid. Eén groep wil een instellingsbreed vakkenpakket, de andere wil juist de bestaande verschillen intact laten. Natuurkundestudenten hebben nu eenmaal een ander abstractieniveau dan ontwerpers, zo is de gedachte. Voor de tweede werkgroep telt de kwaliteitsborg het zwaarst.

Zeventig procent van het eerste jaar zal op termijn voor alle studenten gelijk zijn. De achterliggende gedachte is ‘een kwaliteitsborg van de studie’ en een ‘bepaald niveau van de student’, zo stelt prof.dr.ir. R. de Borst. Hij heeft onderzocht hoe mechanica in het instellingspakket kan worden ingevoerd.

Zakken op dat soort vakken mag niet, meent de onderwijsdirecteur van Bouwkunde, prof.ir. C.J.M. Weeber. ,,Dan schort het aan het onderwijs.” Sommige hoogleraren zijn misplaatst trots op een moeilijk vak met lage slagingscijfers, zegt Weeber. ,,Dat is een zwaktebod.”

Vooralsnog is er overeenstemming over het zogenoemde alapak: analyse en lineaire algebra. Daarnaast wordt nog gesproken over het geven van mechanica aan alle eerstejaars. Dat zal een jaar later dan het alapak worden ingevoerd. Maar het mag geen eenheidsworst worden, meent De Borst. Niet dat iedereen met dezelfde voorbeelden onderwijs krijgt. ,,De invulling van het vak moet wel de eigen couleur locale behouden.”

Dat idee wordt breed gedragen. Het gaat om de eindtermen, de studenten van de verschillende studierichtingen moeten een zelfde niveau hebben.

De voordelen van een instellingspakket zijn volgens De Borst een eenvoudiger overstap naar een andere studie, een minimumniveau van veronderstelde kennis, abstractieniveau, de mogelijkheid een betere docent op een andere faculteit te raadplegen en uitwisseling van docenten. Nadelen zijn potentiële massaliteit van de colleges, eenheidsworst door het ontbreken van het vak-eigene en nutteloze kennis.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.