Voor universiteiten en hogescholen is het verleidelijk om massastudies als melkkoe te gebruiken. Soms wordt de verwaarlozing van het onderwijs zelfs structureel.
,,Je moet het echt bont maken voordat je tegen de lamp loopt”, erkent een inspecteur.
Heel Nederland keek deze maand verbaasd naar communicatie-wetenschap bij de Universiteit van Amsterdam. De opleiding kreeg een ‘laatste waarschuwing’ wegens verwaarlozing van zijn 1600 studenten. Ze worden amper begeleid, hoeven haast niets te doen, maar studeren wel af.
De massaliteit is de luttele 25 docenten boven het hoofd gegroeid. De universiteit stelt nu een taskforce in, die de drenkeling in drie maanden op het droge moet krijgen. Dat is rijkelijk laat, want het gespartel bij communicatie-wetenschappen (CW) was zeven jaar geleden al bekend. Al die tijd heeft de UvA de opleiding aan zijn lot overgelaten.
De misstanden bij CW zijn echter niet uniek. Onlangs kreeg de pabo van de Hogeschool van Amsterdam (met 1500 studenten) na jaren wanpresteren dezelfde waarschuwing. En volgens ingewijden hangt de Vrije Universiteit een rode kaart boven het hoofd voor sociaal-culturele wetenschappen. Ook dat is met 650 eerstejaars een kaskraker, maar bij de kwaliteit ervan worden grote vraagtekens gezet.
Deze drie opleidingen zijn pas het topje van de ijsberg. Uit analyse van visitatierapporten en studentenenquêtes blijkt dat de ‘echte’ lijst problematische massa-opleidingen zeker tien keer zo lang is. Dat ze niet allemaal onder curatele staan, is omdat visitatiecommissies en onderwijsinspectie maar eens in de zes jaar langskomen – en omdat ook dan de pakkans nog beperkt is.
Voorbeelden? Bouwkunde in Delft. Diverse heao-studies in de Randstad. De opleiding ‘bedrijfskader’ bij de Hogeschool van Utrecht. Hbo communicatie in Diemen en Rotterdam (Ichthus). Psychologie en rechten bij de UvA, of rechten in Leiden en Utrecht. En als ze zo doorgaan: bedrijfskunde bij de Erasmus Universiteit, met zijn 1050 eerstejaars studenten. Een lijstje probleemgevallen is met wat informeel rondbellen snel opgemaakt. Al deze opleidingen zijn erg populair, en steeds lijken de studenten en docenten daarvoor te boeten. Jarenlang.
Reservepotje
Zijn massastudies dus altijd slecht? Nee, die conclusie snijdt geen hout. Zo sloeg Nederlands allergrootste hbo-opleiding, Informatica en Informatiekunde in Den Haag met meer dan 800 eerstejaars, bij een recente kwaliteitsbeoordeling een aardig figuur. Ook enkele zeer populaire universitaire studies in Tilburg en Maastricht, zoals gezondheidswetenschappen en economie, houden met 600 eerstejaars het hoofd goed boven water.
Het hoeft bij grote opleidingen niet fout te gaan. Integendeel zelfs: een grote opleiding heeft per student minder kosten aan hetontwikkelen van onderwijsmateriaal en hoorcolleges. Toch brengt elke student evenveel geld mee. In feite hebben grote faculteiten dus méér ruimte om begeleiding en kleinschalig onderwijs te organiseren. Of ze kunnen geld opzij zetten voor magere jaren. Zo heeft gezondheidswetenschappen in Maastricht al een reserve van 16 miljoen. Grootschalig onderwijs kan lucratief en winstgevend zijn.
Waarom gaat het bij populaire opleidingen dan toch zo vaak mis? Na veel rondvragen komt er een paradoxaal antwoord bovendrijven. Juist de ‘rijkdom’ van de massastudies is vaak de sleutel tot hun armoe. Omdat ze veel geld binnenbrengen, kunnen ze in de rol belanden van de melkkoe die de rest van de instelling of faculteit draaiend moet houden.
Daar hoeft geen expliciet beleid achter te zitten. De situatie ontstaat vanzelf en voor bestuurders is de verleiding groot om het zo te laten. Het gebeurt vooral bij wijdvertakte instellingen of faculteiten die gehecht zijn aan een aantal kleine, maar dure specialismen. Die pareltjes kunnen ze zich juist vaak permitteren door de inkomsten uit grote massa-opleidingen. Tot op zekere hoogte doet elke instelling het zo, maar de gedwongen solidariteit kan blijkbaar uit de hand lopen. Vergrijsd personeel bij onrendabele afdelingen blijft dan in dienst, op kosten van de nieuwkomers.
Gegijzeld
Zo voelt UvA-communicatiewetenschapper prof.dr. G. van Cuilenburg zich al jaren ‘gegijzeld’ door een faculteit met krimpende studierichtingen als sociologie, antropologie en politicologie. Dankzij de inkomsten van zijn opleiding kon de faculteit zijn personeel in dienst houden. Maar datzelfde personeel was niet in staat of gemotiveerd om bij te dragen aan de communicatie-opleiding.
Bij de TU Delft is Bouwkunde per traditie zowel melkkoe als pispaaltje. Met 589 eerstejaars zeer populair, maar daarvoor niet voluit beloond. En dus weer kwaliteitsproblemen. Ook hier hebben meerdere visitatiecommissies het probleem al gesignaleerd. Afgelopen jaar nog schreef zo’n commissie dat de positie van de faculteit binnen de TU ‘snel versterkt’ moest worden. ,,Vorige week nog is er met het universiteitsbestuur over het probleem gepraat”, meldt opleidingscoördinator Bonnen van Dam. ,,Of je het nu over personeel of computers hebt: wij hebben nauwelijks ruimte om te investeren in de noodzakelijke vernieuwing.”
Populair bij studenten, maar tegelijk een lage status binnen de universiteit of hogeschool. Zodat er ook weinig kans is om geld te krijgen uit allerlei ‘speciale’ stimuleringsfondsen. Bijna vanzelf ontstaat het beeld dat een bepaalde studie ‘nu eenmaal’ minder gewicht heeft. En studenten laten, voorzover ze dit al weten, zich er niet altijd door afschrikken.
,,Iedereen wil meer studenten trekken”, zegt een inspecteur van het onderwijs. ,,Daar is men heel opportunistisch in.” Met populaire massa-opleidingen kan men zijn personeel in dienst houden. Maar tegelijk gaat dat personeel vaak door met business-as-usual. Zodat de groei-opleidingen hun pretenties vaak absoluut niet kunnen waarmaken.
Veiligheidsklep
Als bestuurders de onderwijskwaliteit hoger in het vaandel hadden, zouden ze volgens deze inspecteur vaker een studentenstop bij hun massa-opleidingen instellen. Maar dat gebeurt zelden. Alleen de Heao in Breda houdt al jaren de rem op de instroom en weet zo de kwaliteit van het onderwijs op hoog niveau te houden. Volgend jaar wil de UvA hetzelfde doen bij communicatiewetenschappen. Maar met die ingreep komt men wel erg laat, nu de onderwijsinspectie met sluiting van de opleiding dreigt.
Daarmee is de landelijke kwaliteitszorg een laatste veiligheidsklep tegen vederlicht massa-onderwijs. Maar bij de inspectie heeft men niet te veel illusies over de werking ervan. ,,Een opleiding moet het jarenlang heel bont maken voordat ze tegen de lamp loopt”, zegt de eerder genoemde inspecteur. ,,En zelfs dan is de pakkans nog klein.” Slechts een deel van de ernstigste gevallen van verwaarlozing wordt betrapt.
Blijft staan dat studenten voor hun eigen belang kunnen opkomen. Vooraf zouden ze al kritisch kunnen kiezen, want bijna alle hier genoemde opleidingen zijn al meermalen door Elsevier, HP/De Tijd of de Keuzegids Hoger Onderwijs aan de schandpaal genageld. Maar veel invloed hebben die oordelen tot nu toe niet gehad.
Bij communicatiewetenschap eist nu een vader van twee studentes zijn geld terug. Deze week werd bekend dat hij een belangenclub heeft opgericht om samen genoegdoening van de opleiding te eisen. Misschien kan dit nieuwe drukmiddel ook voor redding van andere melkkoe-opleidingen zorgen.
Voor universiteiten en hogescholen is het verleidelijk om massastudies als melkkoe te gebruiken. Soms wordt de verwaarlozing van het onderwijs zelfs structureel. ,,Je moet het echt bont maken voordat je tegen de lamp loopt”, erkent een inspecteur.
Heel Nederland keek deze maand verbaasd naar communicatie-wetenschap bij de Universiteit van Amsterdam. De opleiding kreeg een ‘laatste waarschuwing’ wegens verwaarlozing van zijn 1600 studenten. Ze worden amper begeleid, hoeven haast niets te doen, maar studeren wel af.
De massaliteit is de luttele 25 docenten boven het hoofd gegroeid. De universiteit stelt nu een taskforce in, die de drenkeling in drie maanden op het droge moet krijgen. Dat is rijkelijk laat, want het gespartel bij communicatie-wetenschappen (CW) was zeven jaar geleden al bekend. Al die tijd heeft de UvA de opleiding aan zijn lot overgelaten.
De misstanden bij CW zijn echter niet uniek. Onlangs kreeg de pabo van de Hogeschool van Amsterdam (met 1500 studenten) na jaren wanpresteren dezelfde waarschuwing. En volgens ingewijden hangt de Vrije Universiteit een rode kaart boven het hoofd voor sociaal-culturele wetenschappen. Ook dat is met 650 eerstejaars een kaskraker, maar bij de kwaliteit ervan worden grote vraagtekens gezet.
Deze drie opleidingen zijn pas het topje van de ijsberg. Uit analyse van visitatierapporten en studentenenquêtes blijkt dat de ‘echte’ lijst problematische massa-opleidingen zeker tien keer zo lang is. Dat ze niet allemaal onder curatele staan, is omdat visitatiecommissies en onderwijsinspectie maar eens in de zes jaar langskomen – en omdat ook dan de pakkans nog beperkt is.
Voorbeelden? Bouwkunde in Delft. Diverse heao-studies in de Randstad. De opleiding ‘bedrijfskader’ bij de Hogeschool van Utrecht. Hbo communicatie in Diemen en Rotterdam (Ichthus). Psychologie en rechten bij de UvA, of rechten in Leiden en Utrecht. En als ze zo doorgaan: bedrijfskunde bij de Erasmus Universiteit, met zijn 1050 eerstejaars studenten. Een lijstje probleemgevallen is met wat informeel rondbellen snel opgemaakt. Al deze opleidingen zijn erg populair, en steeds lijken de studenten en docenten daarvoor te boeten. Jarenlang.
Reservepotje
Zijn massastudies dus altijd slecht? Nee, die conclusie snijdt geen hout. Zo sloeg Nederlands allergrootste hbo-opleiding, Informatica en Informatiekunde in Den Haag met meer dan 800 eerstejaars, bij een recente kwaliteitsbeoordeling een aardig figuur. Ook enkele zeer populaire universitaire studies in Tilburg en Maastricht, zoals gezondheidswetenschappen en economie, houden met 600 eerstejaars het hoofd goed boven water.
Het hoeft bij grote opleidingen niet fout te gaan. Integendeel zelfs: een grote opleiding heeft per student minder kosten aan hetontwikkelen van onderwijsmateriaal en hoorcolleges. Toch brengt elke student evenveel geld mee. In feite hebben grote faculteiten dus méér ruimte om begeleiding en kleinschalig onderwijs te organiseren. Of ze kunnen geld opzij zetten voor magere jaren. Zo heeft gezondheidswetenschappen in Maastricht al een reserve van 16 miljoen. Grootschalig onderwijs kan lucratief en winstgevend zijn.
Waarom gaat het bij populaire opleidingen dan toch zo vaak mis? Na veel rondvragen komt er een paradoxaal antwoord bovendrijven. Juist de ‘rijkdom’ van de massastudies is vaak de sleutel tot hun armoe. Omdat ze veel geld binnenbrengen, kunnen ze in de rol belanden van de melkkoe die de rest van de instelling of faculteit draaiend moet houden.
Daar hoeft geen expliciet beleid achter te zitten. De situatie ontstaat vanzelf en voor bestuurders is de verleiding groot om het zo te laten. Het gebeurt vooral bij wijdvertakte instellingen of faculteiten die gehecht zijn aan een aantal kleine, maar dure specialismen. Die pareltjes kunnen ze zich juist vaak permitteren door de inkomsten uit grote massa-opleidingen. Tot op zekere hoogte doet elke instelling het zo, maar de gedwongen solidariteit kan blijkbaar uit de hand lopen. Vergrijsd personeel bij onrendabele afdelingen blijft dan in dienst, op kosten van de nieuwkomers.
Gegijzeld
Zo voelt UvA-communicatiewetenschapper prof.dr. G. van Cuilenburg zich al jaren ‘gegijzeld’ door een faculteit met krimpende studierichtingen als sociologie, antropologie en politicologie. Dankzij de inkomsten van zijn opleiding kon de faculteit zijn personeel in dienst houden. Maar datzelfde personeel was niet in staat of gemotiveerd om bij te dragen aan de communicatie-opleiding.
Bij de TU Delft is Bouwkunde per traditie zowel melkkoe als pispaaltje. Met 589 eerstejaars zeer populair, maar daarvoor niet voluit beloond. En dus weer kwaliteitsproblemen. Ook hier hebben meerdere visitatiecommissies het probleem al gesignaleerd. Afgelopen jaar nog schreef zo’n commissie dat de positie van de faculteit binnen de TU ‘snel versterkt’ moest worden. ,,Vorige week nog is er met het universiteitsbestuur over het probleem gepraat”, meldt opleidingscoördinator Bonnen van Dam. ,,Of je het nu over personeel of computers hebt: wij hebben nauwelijks ruimte om te investeren in de noodzakelijke vernieuwing.”
Populair bij studenten, maar tegelijk een lage status binnen de universiteit of hogeschool. Zodat er ook weinig kans is om geld te krijgen uit allerlei ‘speciale’ stimuleringsfondsen. Bijna vanzelf ontstaat het beeld dat een bepaalde studie ‘nu eenmaal’ minder gewicht heeft. En studenten laten, voorzover ze dit al weten, zich er niet altijd door afschrikken.
,,Iedereen wil meer studenten trekken”, zegt een inspecteur van het onderwijs. ,,Daar is men heel opportunistisch in.” Met populaire massa-opleidingen kan men zijn personeel in dienst houden. Maar tegelijk gaat dat personeel vaak door met business-as-usual. Zodat de groei-opleidingen hun pretenties vaak absoluut niet kunnen waarmaken.
Veiligheidsklep
Als bestuurders de onderwijskwaliteit hoger in het vaandel hadden, zouden ze volgens deze inspecteur vaker een studentenstop bij hun massa-opleidingen instellen. Maar dat gebeurt zelden. Alleen de Heao in Breda houdt al jaren de rem op de instroom en weet zo de kwaliteit van het onderwijs op hoog niveau te houden. Volgend jaar wil de UvA hetzelfde doen bij communicatiewetenschappen. Maar met die ingreep komt men wel erg laat, nu de onderwijsinspectie met sluiting van de opleiding dreigt.
Daarmee is de landelijke kwaliteitszorg een laatste veiligheidsklep tegen vederlicht massa-onderwijs. Maar bij de inspectie heeft men niet te veel illusies over de werking ervan. ,,Een opleiding moet het jarenlang heel bont maken voordat ze tegen de lamp loopt”, zegt de eerder genoemde inspecteur. ,,En zelfs dan is de pakkans nog klein.” Slechts een deel van de ernstigste gevallen van verwaarlozing wordt betrapt.
Blijft staan dat studenten voor hun eigen belang kunnen opkomen. Vooraf zouden ze al kritisch kunnen kiezen, want bijna alle hier genoemde opleidingen zijn al meermalen door Elsevier, HP/De Tijd of de Keuzegids Hoger Onderwijs aan de schandpaal genageld. Maar veel invloed hebben die oordelen tot nu toe niet gehad.
Bij communicatiewetenschap eist nu een vader van twee studentes zijn geld terug. Deze week werd bekend dat hij een belangenclub heeft opgericht om samen genoegdoening van de opleiding te eisen. Misschien kan dit nieuwe drukmiddel ook voor redding van andere melkkoe-opleidingen zorgen.
Comments are closed.