Het aantal studenten en medewerkers met rsi-klachten neemt toe. Over het voorkomen en genezen van de kwaal is nog veel onduidelijk. Het intensieve computergebruik in het onderwijs speelt waarschijnlijk een grote rol.
Gisteren konden studenten tijdens een rsi-manifestatie in de Aula meedoen aan verschillende activiteiten, zoals ontspanningsoefeningen en massages.
Promovendus Pieter de Wilde kreeg twee jaar geleden last van rsi. Door veel te bewegen en werkzaamheden af te wisselen probeert hij de kwaal onder controle te houden. ,,Alleen een goede werkplek is niet voldoende, je moet je hele levenshouding veranderen.”
In december 1998 kreeg promovendus Bouwkunde Pieter de Wilde plotseling last van pijn in zijn armen. ,,Ik was een paper aan het uittikken voor een congres en opeens begonnen mijn armen te tintelen. Ik kon niets meer.” De promovendus bleek repetitive strain injury (rsi) te hebben. Deze aandoening ontstaat door een veel herhaalde en eenzijdige belasting van hand en arm, bijvoorbeeld achter de computer. Herstel is moeizaam en gaat uiterst traag.
,,Mijn eerste reactie was: niet bewegen en dan gaat het vanzelf over.” Nee dus. Na een rustperiode in de kerstvakantie waren de klachten niet verminderd. Op aanraden van een collega uit zijn vakgroep die ook rsi had, consulteerde hij fysiotherapeut Jeroen Gerrissen. Die overtuigde hem van het nut van bewegen in plaats van stilzitten.
Toename
Gerrissen begeleidt momenteel ongeveer zestig medewerkers, promovendi en ook studenten met rsi. Hij geeft voorlichting en doet fysieke behandelingen. In zijn oefengroepje kunnen ze, zelfstandig of onder begeleiding, oefeningen doen. ,,Wat bij mij komt is nog maar het topje van de ijsberg”, zegt de fysiotherapeut stellig. ,,Ik werk twintig uur per week bij de TU maar er zit hier zeker voor honderd uur werk.”
Ook de studentengezondheidszorg (SGZ) signaleert een stijging van het aantal klachten. Sinds september hebben zich veertig studenten met rsi-klachten gemeld, aldus huisarts Wim van Donselaar. ,,De toename is deels te verklaren doordat er meer aandacht en zorg is voor rsi, waardoor mensen eerder aan de bel trekken.” De SGZ doet vooral aan preventie, zoals een anti-rsi-cursus voor studenten. Ook is een demowerkplek ingericht, die te zien was op de manifestatie.
De stijging van het aantal klachten komt volgens De Wilde zeer zeker ook door toenemend computergebruik, zowel op het werk als privé en waarschijnlijk ook gekoppeld aan werkdruk. ,,In 1996 werd nog WP-51 gebruikt, terwijl nu iedereen multimedia pc%s heeft”, aldus de promovendus.
Van Donselaar vindt dat de universiteit moet zorgen dat niet alleen werknemers, maar ook studenten goede werkplekken hebben. ,,Vooral opplekken waar ze lang zitten moet ergonomisch verantwoord meubilair komen. Ook zouden studenten al in het eerste jaar voorlichting moeten krijgen over de gevaren van rsi. ,,Dat zou bijvoorbeeld tijdens het computerpracticum kunnen”, aldus de arts.
Verkrampt
Ook Gerrissen vindt dat de universiteit meer aan preventie moet doen. ,,Het ontbreekt aan goede voorlichting over werkdruk en werkhouding.” Volgens de fysiotherapeut is een belangrijke oorzaak van rsi dat mensen steeds meer statisch bezig zijn, ofwel verkrampt in één houding werken waardoor verzuring optreedt. Gerrissen adviseert daarom veel beweging voor iedereen die last heeft.
,,Rsi behandelen is moeilijk, omdat het niet één aandoening is maar een verzamelterm van klachten aan spieren, gewrichten en zenuwstelsel in de nek, schouders, rug armen, polsen en handen.” Naast fysiotherapie kunnen houdings- en ontspanningsoefeningen (Cesar- of Mensendiecktherapie) of drukpuntmassage de pijn verlichten.
Voor het behandelen van studenten heeft Gerrissen niet veel tijd. Tachtig procent van de mensen die hij begeleid zijn werknemers. Daarvan is de helft promovendus. ,,Een aio zit dagelijks vele uren achter het beeldscherm, heeft veel stress door naderende deadlines en dan is een pees, spier of zenuw snel overbelast”, zegt hij.
De Wilde beaamt dat. ,,Als promovendus ben je verantwoordelijk voor je eigen onderzoek, je zit boordevol ambitie en bent zeer gemotiveerd.” Hij werkte zelf structureel over en was ook in het weekend thuis nog bezig op de computer, zowel voor het werk als voor zijn verenigingsblaadje. ,,Op een gegeven moment was ik gewend om alles met de computer te doen: emailen, telefoonnummers opzoeken, werken. Ik wissel het nu af: ik bel weer vaker, ik schrijf weer wat meer met de hand en ik heb verschillende manieren van typen aangeleerd.”
Discipline
Nu, ruim twee jaar later, heeft De Wilde zijn muisarmen redelijk onder controle. Hij gaat drie keer in de week naar het oefenuurtje van de fysiotherapeut en zwemt regelmatig. Dat vereist flink wat discipline, maar die krijg je vanzelf, aldus de promovendus. ,,Alternatieven heb je niet.”
Na veel vragen en mensen achterna zitten is zijn werkplek op Bouwkunde aangepast met een in hoogte verstelbaar tafel, een goede stoel en een ergonomisch toetsenbord. ,,Dat ging zeker niet vanzelf, hier zou veel verandering en verbetering nodig zijn”, meent De Wilde. Hij moest een half jaar op zijn toetsenbord wachten en heeft de lage tafel bij een collega ‘gestolen’.
Het computerprogramma Workpace, een soort tachograaf, meet hoeveel toetsaanslagen en muisklikken hij maakt. Het programma staat streng ingesteld om herstel mogelijk te maken. Het maximum aantal pc-uren per dag is vier uur. Na 2,5 minuut krijgt hij een ‘micropauze’, om even zijn armen te ontspannen. Na twintig minuten werken volgt een pauze van tien minuten waarin hij bewegingsoefeningen moet doen. Negeert hij de waarschuwingen, dan blokkeert uiteindelijk zijntoetsenbord.
De Wilde is redelijk tevreden over hoe hij zijn leven nu heeft ingericht. ,,Ik heb in mijn eerste jaar een status-quo opgebouwd, en heb honderd procent door kunnen werken. Nu probeer ik verder te gaan, en door meer trainen een reserve op te bouwen en uiteindelijk van alle klachten af te komen.” Daarin moet hij zijn werk afwegen tegen zijn herstel; niet altijd even makkelijk als je met promotie-onderzoek bezig bent.
Hij benadrukt dat alleen Workpace of een goede werkplek niet voldoende is. ,,Ook de manier waarop je met je werk omgaat en met dingen die thuis spelen moet je anders aanpakken. Je moet eigenlijk je hele levenshouding veranderen.”
Hij ziet hierin een belangrijke taak voor de TU. ,,Een goede werksituatie is heel belangrijk, het gaat niet alleen om een ergonomisch verantwoorde computeropstelling.”
Het aantal studenten en medewerkers met rsi-klachten neemt toe. Over het voorkomen en genezen van de kwaal is nog veel onduidelijk. Het intensieve computergebruik in het onderwijs speelt daarbij waarschijnlijk een grote rol. Gisteren konden studenten tijdens een rsi-manifestatie in de Aula meedoen aan verschillende activiteiten, zoals ontspanningsoefeningen en massages.
Promovendus Pieter de Wilde kreeg twee jaar geleden last van rsi. Door veel te bewegen en werkzaamheden af te wisselen probeert hij de kwaal onder controle te houden. ,,Alleen een goede werkplek is niet voldoende, je moet je hele levenshouding veranderen.”
In december 1998 kreeg promovendus Bouwkunde Pieter de Wilde plotseling last van pijn in zijn armen. ,,Ik was een paper aan het uittikken voor een congres en opeens begonnen mijn armen te tintelen. Ik kon niets meer.” De promovendus bleek repetitive strain injury (rsi) te hebben. Deze aandoening ontstaat door een veel herhaalde en eenzijdige belasting van hand en arm, bijvoorbeeld achter de computer. Herstel is moeizaam en gaat uiterst traag.
,,Mijn eerste reactie was: niet bewegen en dan gaat het vanzelf over.” Nee dus. Na een rustperiode in de kerstvakantie waren de klachten niet verminderd. Op aanraden van een collega uit zijn vakgroep die ook rsi had, consulteerde hij fysiotherapeut Jeroen Gerrissen. Die overtuigde hem van het nut van bewegen in plaats van stilzitten.
Toename
Gerrissen begeleidt momenteel ongeveer zestig medewerkers, promovendi en ook studenten met rsi. Hij geeft voorlichting en doet fysieke behandelingen. In zijn oefengroepje kunnen ze, zelfstandig of onder begeleiding, oefeningen doen. ,,Wat bij mij komt is nog maar het topje van de ijsberg”, zegt de fysiotherapeut stellig. ,,Ik werk twintig uur per week bij de TU maar er zit hier zeker voor honderd uur werk.”
Ook de studentengezondheidszorg (SGZ) signaleert een stijging van het aantal klachten. Sinds september hebben zich veertig studenten met rsi-klachten gemeld, aldus huisarts Wim van Donselaar. ,,De toename is deels te verklaren doordat er meer aandacht en zorg is voor rsi, waardoor mensen eerder aan de bel trekken.” De SGZ doet vooral aan preventie, zoals een anti-rsi-cursus voor studenten. Ook is een demowerkplek ingericht, die te zien was op de manifestatie.
De stijging van het aantal klachten komt volgens De Wilde zeer zeker ook door toenemend computergebruik, zowel op het werk als privé en waarschijnlijk ook gekoppeld aan werkdruk. ,,In 1996 werd nog WP-51 gebruikt, terwijl nu iedereen multimedia pc%s heeft”, aldus de promovendus.
Van Donselaar vindt dat de universiteit moet zorgen dat niet alleen werknemers, maar ook studenten goede werkplekken hebben. ,,Vooral opplekken waar ze lang zitten moet ergonomisch verantwoord meubilair komen. Ook zouden studenten al in het eerste jaar voorlichting moeten krijgen over de gevaren van rsi. ,,Dat zou bijvoorbeeld tijdens het computerpracticum kunnen”, aldus de arts.
Verkrampt
Ook Gerrissen vindt dat de universiteit meer aan preventie moet doen. ,,Het ontbreekt aan goede voorlichting over werkdruk en werkhouding.” Volgens de fysiotherapeut is een belangrijke oorzaak van rsi dat mensen steeds meer statisch bezig zijn, ofwel verkrampt in één houding werken waardoor verzuring optreedt. Gerrissen adviseert daarom veel beweging voor iedereen die last heeft.
,,Rsi behandelen is moeilijk, omdat het niet één aandoening is maar een verzamelterm van klachten aan spieren, gewrichten en zenuwstelsel in de nek, schouders, rug armen, polsen en handen.” Naast fysiotherapie kunnen houdings- en ontspanningsoefeningen (Cesar- of Mensendiecktherapie) of drukpuntmassage de pijn verlichten.
Voor het behandelen van studenten heeft Gerrissen niet veel tijd. Tachtig procent van de mensen die hij begeleid zijn werknemers. Daarvan is de helft promovendus. ,,Een aio zit dagelijks vele uren achter het beeldscherm, heeft veel stress door naderende deadlines en dan is een pees, spier of zenuw snel overbelast”, zegt hij.
De Wilde beaamt dat. ,,Als promovendus ben je verantwoordelijk voor je eigen onderzoek, je zit boordevol ambitie en bent zeer gemotiveerd.” Hij werkte zelf structureel over en was ook in het weekend thuis nog bezig op de computer, zowel voor het werk als voor zijn verenigingsblaadje. ,,Op een gegeven moment was ik gewend om alles met de computer te doen: emailen, telefoonnummers opzoeken, werken. Ik wissel het nu af: ik bel weer vaker, ik schrijf weer wat meer met de hand en ik heb verschillende manieren van typen aangeleerd.”
Discipline
Nu, ruim twee jaar later, heeft De Wilde zijn muisarmen redelijk onder controle. Hij gaat drie keer in de week naar het oefenuurtje van de fysiotherapeut en zwemt regelmatig. Dat vereist flink wat discipline, maar die krijg je vanzelf, aldus de promovendus. ,,Alternatieven heb je niet.”
Na veel vragen en mensen achterna zitten is zijn werkplek op Bouwkunde aangepast met een in hoogte verstelbaar tafel, een goede stoel en een ergonomisch toetsenbord. ,,Dat ging zeker niet vanzelf, hier zou veel verandering en verbetering nodig zijn”, meent De Wilde. Hij moest een half jaar op zijn toetsenbord wachten en heeft de lage tafel bij een collega ‘gestolen’.
Het computerprogramma Workpace, een soort tachograaf, meet hoeveel toetsaanslagen en muisklikken hij maakt. Het programma staat streng ingesteld om herstel mogelijk te maken. Het maximum aantal pc-uren per dag is vier uur. Na 2,5 minuut krijgt hij een ‘micropauze’, om even zijn armen te ontspannen. Na twintig minuten werken volgt een pauze van tien minuten waarin hij bewegingsoefeningen moet doen. Negeert hij de waarschuwingen, dan blokkeert uiteindelijk zijntoetsenbord.
De Wilde is redelijk tevreden over hoe hij zijn leven nu heeft ingericht. ,,Ik heb in mijn eerste jaar een status-quo opgebouwd, en heb honderd procent door kunnen werken. Nu probeer ik verder te gaan, en door meer trainen een reserve op te bouwen en uiteindelijk van alle klachten af te komen.” Daarin moet hij zijn werk afwegen tegen zijn herstel; niet altijd even makkelijk als je met promotie-onderzoek bezig bent.
Hij benadrukt dat alleen Workpace of een goede werkplek niet voldoende is. ,,Ook de manier waarop je met je werk omgaat en met dingen die thuis spelen moet je anders aanpakken. Je moet eigenlijk je hele levenshouding veranderen.”
Hij ziet hierin een belangrijke taak voor de TU. ,,Een goede werksituatie is heel belangrijk, het gaat niet alleen om een ergonomisch verantwoorde computeropstelling.”
Comments are closed.