Campus

Zelfs België heeft enorme verschillen met Nederland

Vol enthousiasme storten ze zich in het grote avontuur. Ze verlaten de veilige thuishaven aan de Mekelweg om die in te ruilen voor een project, afstudeerstage of studie in het buitenland.

Gewapend met een summiere voorkennis over de bestemming worden deze ‘ambassadeurs van de TU Delft’ de wereld rond gebombardeerd.

Arm en berooid, maar met veel mooie verhalen en ongetwijfeld een schat aan ervaringen, komen ze een aantal maanden later nog enthousiaster terug. En daarna? Volgens Botte Jellema, werkzaam bij het universiteitsfonds van de TU, wordt veel van die opgedane ervaring niet ten volle uitgebuit. ,,In een andere cultuur krijg je te maken met cultuurverschillen en normen en waarden die je hier niet gewend bent. Je leert je situatie daar te begrijpen en weet er soms op in te spelen, maar je hebt er zelf pas echt wat aan als je achteraf ook terugkoppelt.”

Samen met het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) in Amsterdam zette hij een training op voor studenten van de TU Delft die voor stage of studie naar het buitenland willen. De training bestaat uit drie fases: een voorbereidingstraining in Nederland, het bijhouden van een logboek tijdens het verblijf en een afsluitende evaluatie na terugkomst. Meer dan een lijstje van do’s en dont’s ligt de nadruk op het verkrijgen van algemene inzichten en vaardigheden die internationaal samenwerken kunnen vergemakkelijken. ,,Zodat je de ervaringen van je stage kunt gebruiken als je later weer met buitenlanders werkt,” aldus Jellema.

Afgelopen maandag namen 45 TU-studenten deel aan de eerste voorbereidingstraining op het trainingscentrum van het KIT in Amsterdam. Flip van Dijk, vijfdejaars student werktuigbouw, zat in de groep voor Latijns-Amerika, waarvan het grootste deel naar Brazilië gaat. ,,We moesten eerst wat algemene kenmerken van Brazilië noemen. Daaruit kwamen kreten als passie, temperament, zon, mooie natuur, corruptie, mooie vrouwen. Vervolgens vroeg de trainer of we die dingen in Brazilië zien, juist omdat we die zelf niet hebben. Een oordeel over een ander land zegt dus eigenlijk veel meer over onszelf. Een Braziliaan kijkt heel anders naar zijn land.”

,,Bewustwording van de eigen culturele identiteit is één van de interculturele competenties die in het programma centraal staan,” verduidelijkt Marleen Heus, trainer in culture, management & development bij het KIT. ,,We denken vaak dat we het beter weten, maar ook wij hebben door onze achtergrond slechts onze interpretatie van een situatie. Als je dat eenmaal inziet, zijn ook andere interpretaties mogelijk. Dan moet je vraagtekens zetten bij je eigen vanzelfsprekendheden.”

Dat dat nog niet zo vanzelfsprekend is kwam volgens student Van Dijk naar voren bij een rollenspel waarin de bevolking van een fictief ontwikkelingsland de hulp inroept van Westerse deskundigen voor hetbouwen van nieuwe torens. ,,Ik hoorde bij de bevolking van het ontwikkelingsland. We hadden een aantal gewoonten, zoals iemand vastpakken als je tegen hem praat, en we zeiden altijd ‘ja’ ook als we iets niet begrepen. Maar uit onszelf gingen we ons ook heel dom gedragen en zelfs praten als heel domme mensen. Terwijl die mensen helemaal niet dom hoeven te zijn. Blijkbaar denken wij automatisch zo over ze,” aldus Van Dijk, die over een maand de positie van Jellema bij het universiteitsfonds overneemt.

Try-out

Naast Latijns-Amerika was de training toegespitst op nog twee regio’s: Zuid-Oost Azië en Verenigde Staten/Canada. Volgens Jellema is dit slechts het begin: ,,In november vorig jaar heeft de eerste try-out plaatsgevonden, met toen nog alleen studenten civiele techniek. Nu is de eerste echte training een feit. Het is de bedoeling dat twee keer per jaar te doen, zodat het een begrip wordt.”

Hij verwacht over een half jaar ook Afrika in het pakket te hebben en in de toekomst wellicht ook Europa. ,,Juist als je geen grote cultuurverschillen verwacht, komen die des te duidelijker naar boven,” licht Jellema toe. ,,Zelfs België heeft enorme verschillen met Nederland in bedrijfscultuur en omgangsvormen.”

Tjalling de Bruin (zevendejaars student werktuigbouw) en Rob Vos (zesdejaars, civiele techniek) nemen deel aan het Amerikaanse programma. Half mei vertrekken ze met een groep van zeven studenten van beide studies naar Houston voor een haalbaarheidsstudie naar een ondergronds logistiek systeem voor een havenuitbreiding. ,,Wat we vandaag gehoord hebben bevestigt vooral de vooroordelen die we al over Amerikanen hadden,” aldus Vos, ,,maar nu weten we ook beter waarom ze zo zijn. Dat Amerikanen heel zwart-wit denken in alleen goed en slecht, komt bijvoorbeeld door hun idee van voorbestemming. Als het economisch goed met je gaat, sta je in een goed daglicht bij God. De basis van de American dream. Dat werkt dus nog steeds zo.”

Hoewel ze niet anders tegen hun stage aan zijn gaan kijken beschouwen ze de training wel degelijk als een nuttige voorbereiding. De Bruin: ,,Je zult minder snel afknappen of teleurgesteld zijn in mensen, omdat je ze beter begrijpt. Verder is vandaag ook een leuke integratiemogelijkheid met de groep. Het is een goed verzorgd dagje.”

Het KIT organiseert al tientallen jaren trainingen voor bedrijven en ontwikkelingssamenwerking. Op wat lezingen hier en daar na is dit de eerste keer dat een programma is opgezet voor studenten. Volgens Heus is dit vooral een financiële kwestie: de trainingen kosten veel geld. Van Dijk beaamt dit: ,,Omgerekend kost de training bijna duizend gulden per student. Dat wordt nu betaald door een stichting, maar het blijft de vraag of je wel zoveel geld hieraan mag besteden. Daartegenover staat dat het alleen maar een succes kan worden door het eerst professioneel aan te pakken. Misschien dat over een paar jaar de TU het kan overnemen.”

Vol enthousiasme storten ze zich in het grote avontuur. Ze verlaten de veilige thuishaven aan de Mekelweg om die in te ruilen voor een project, afstudeerstage of studie in het buitenland. Gewapend met een summiere voorkennis over de bestemming worden deze ‘ambassadeurs van de TU Delft’ de wereld rond gebombardeerd.

Arm en berooid, maar met veel mooie verhalen en ongetwijfeld een schat aan ervaringen, komen ze een aantal maanden later nog enthousiaster terug. En daarna? Volgens Botte Jellema, werkzaam bij het universiteitsfonds van de TU, wordt veel van die opgedane ervaring niet ten volle uitgebuit. ,,In een andere cultuur krijg je te maken met cultuurverschillen en normen en waarden die je hier niet gewend bent. Je leert je situatie daar te begrijpen en weet er soms op in te spelen, maar je hebt er zelf pas echt wat aan als je achteraf ook terugkoppelt.”

Samen met het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) in Amsterdam zette hij een training op voor studenten van de TU Delft die voor stage of studie naar het buitenland willen. De training bestaat uit drie fases: een voorbereidingstraining in Nederland, het bijhouden van een logboek tijdens het verblijf en een afsluitende evaluatie na terugkomst. Meer dan een lijstje van do’s en dont’s ligt de nadruk op het verkrijgen van algemene inzichten en vaardigheden die internationaal samenwerken kunnen vergemakkelijken. ,,Zodat je de ervaringen van je stage kunt gebruiken als je later weer met buitenlanders werkt,” aldus Jellema.

Afgelopen maandag namen 45 TU-studenten deel aan de eerste voorbereidingstraining op het trainingscentrum van het KIT in Amsterdam. Flip van Dijk, vijfdejaars student werktuigbouw, zat in de groep voor Latijns-Amerika, waarvan het grootste deel naar Brazilië gaat. ,,We moesten eerst wat algemene kenmerken van Brazilië noemen. Daaruit kwamen kreten als passie, temperament, zon, mooie natuur, corruptie, mooie vrouwen. Vervolgens vroeg de trainer of we die dingen in Brazilië zien, juist omdat we die zelf niet hebben. Een oordeel over een ander land zegt dus eigenlijk veel meer over onszelf. Een Braziliaan kijkt heel anders naar zijn land.”

,,Bewustwording van de eigen culturele identiteit is één van de interculturele competenties die in het programma centraal staan,” verduidelijkt Marleen Heus, trainer in culture, management & development bij het KIT. ,,We denken vaak dat we het beter weten, maar ook wij hebben door onze achtergrond slechts onze interpretatie van een situatie. Als je dat eenmaal inziet, zijn ook andere interpretaties mogelijk. Dan moet je vraagtekens zetten bij je eigen vanzelfsprekendheden.”

Dat dat nog niet zo vanzelfsprekend is kwam volgens student Van Dijk naar voren bij een rollenspel waarin de bevolking van een fictief ontwikkelingsland de hulp inroept van Westerse deskundigen voor hetbouwen van nieuwe torens. ,,Ik hoorde bij de bevolking van het ontwikkelingsland. We hadden een aantal gewoonten, zoals iemand vastpakken als je tegen hem praat, en we zeiden altijd ‘ja’ ook als we iets niet begrepen. Maar uit onszelf gingen we ons ook heel dom gedragen en zelfs praten als heel domme mensen. Terwijl die mensen helemaal niet dom hoeven te zijn. Blijkbaar denken wij automatisch zo over ze,” aldus Van Dijk, die over een maand de positie van Jellema bij het universiteitsfonds overneemt.

Try-out

Naast Latijns-Amerika was de training toegespitst op nog twee regio’s: Zuid-Oost Azië en Verenigde Staten/Canada. Volgens Jellema is dit slechts het begin: ,,In november vorig jaar heeft de eerste try-out plaatsgevonden, met toen nog alleen studenten civiele techniek. Nu is de eerste echte training een feit. Het is de bedoeling dat twee keer per jaar te doen, zodat het een begrip wordt.”

Hij verwacht over een half jaar ook Afrika in het pakket te hebben en in de toekomst wellicht ook Europa. ,,Juist als je geen grote cultuurverschillen verwacht, komen die des te duidelijker naar boven,” licht Jellema toe. ,,Zelfs België heeft enorme verschillen met Nederland in bedrijfscultuur en omgangsvormen.”

Tjalling de Bruin (zevendejaars student werktuigbouw) en Rob Vos (zesdejaars, civiele techniek) nemen deel aan het Amerikaanse programma. Half mei vertrekken ze met een groep van zeven studenten van beide studies naar Houston voor een haalbaarheidsstudie naar een ondergronds logistiek systeem voor een havenuitbreiding. ,,Wat we vandaag gehoord hebben bevestigt vooral de vooroordelen die we al over Amerikanen hadden,” aldus Vos, ,,maar nu weten we ook beter waarom ze zo zijn. Dat Amerikanen heel zwart-wit denken in alleen goed en slecht, komt bijvoorbeeld door hun idee van voorbestemming. Als het economisch goed met je gaat, sta je in een goed daglicht bij God. De basis van de American dream. Dat werkt dus nog steeds zo.”

Hoewel ze niet anders tegen hun stage aan zijn gaan kijken beschouwen ze de training wel degelijk als een nuttige voorbereiding. De Bruin: ,,Je zult minder snel afknappen of teleurgesteld zijn in mensen, omdat je ze beter begrijpt. Verder is vandaag ook een leuke integratiemogelijkheid met de groep. Het is een goed verzorgd dagje.”

Het KIT organiseert al tientallen jaren trainingen voor bedrijven en ontwikkelingssamenwerking. Op wat lezingen hier en daar na is dit de eerste keer dat een programma is opgezet voor studenten. Volgens Heus is dit vooral een financiële kwestie: de trainingen kosten veel geld. Van Dijk beaamt dit: ,,Omgerekend kost de training bijna duizend gulden per student. Dat wordt nu betaald door een stichting, maar het blijft de vraag of je wel zoveel geld hieraan mag besteden. Daartegenover staat dat het alleen maar een succes kan worden door het eerst professioneel aan te pakken. Misschien dat over een paar jaar de TU het kan overnemen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.