Gebouwen schermen geluid af. Om invloeden van vorm, afmeting en materiaal te onderzoeken bouwde civieler Robert Hijman maquettes en plaatste deze in de ‘dode’ kamer.
Wat blijkt: het puntdak heeft zijn langste tijd gehad.
Wie achter een geluidsscherm staat, kan de auto’s aan de andere kant horen. Dit verschijnsel heet diffractie, het geluid komt vanuit een denkbeeldige bron bovenop de muur. Maar waar staat die ‘speaker’ wanneer de waarnemer niet achter een dun muurtje staat, maar achter een meters hoog flatgebouw? Hijman studeerde vorige maand af op de invloeden van gebouwvormen en -afmetingen op geluidsafscherming.
Verschillende landen hanteren hiervoor verschillende rekenmodellen. Hijman: ,,Hetzelfde gebouw, even ver van de snelweg, schermt volgens de Engelse norm meer geluid af dan volgens de Nederlandse norm. Duitsers rekenen weer anders.” Engelsen plaatsen een virtueel puntdak op de flat waarbij het geluid vanuit een speaker op het puntje van het dak naar de waarnemer golft. Duitsers plaatsen eerst een speaker in de dakgoot van de voorgevel, zenden de golven richting een cassetterecorder in de achtergevel en spelen die af richting waarnemer. Nederlanders doen alsof een gebouw alleen een achtergevel heeft en plaatsen de speaker op het puntje daarvan.
De afstand die de geluidgolven op papier afleggen heet de ‘akoestische omweg’. Die is in het Engelse model veel groter dan in het Nederlandse. Het Duitse model wijkt helemaal af omdat de geluidgolven daarin twee keer buigen en daardoor twee keer verzwakken. Om de invloed van gebouwvorm en diffractie te onderzoeken, moest Hijman iets doen dat civielers niet vaak doen: maquettes bouwen. ,,Erg leuk om te doen, zelfs mijn opa kwam heel enthousiast met doe-het-zelf modelletjes aanzetten.”
Puntdak
Een woonwijk van schaalmodellen plaatste Hijman in de ‘dode’ kamer van Technische Natuurkunde, tussen twee rechtopstaande schermen. ,,Zo creëer je een oneindige situatie: het geluid wordt heen en weer gereflecteerd.” Wie de huizen honderd keer verkleint, moet het geluidniveau honderd keer versterken dus werd gewerkt met hoogfrequente herrie.
In een woonwijk absorbeert de woningmassa een deel van het geluid. Om de invloed van geluidabsorptie te meten, smolt Hijman met een strijkbout de synthetische stof vlieseline op de proefstukken. Ook deed hij metingen in een woonwijk in Sliedrecht. Absorptie bleek geen grote rol te spelen. ,,Er wordt links en rechts wel wat geluid geabsorbeerd, maar tegelijkertijd reflecteren de bakstenen gevels het geluid de hele wijk door.”
Verrassendere resultaten kreeg Hijman uit het onderzoek naar de vorm van gebouwen. Een blokvormig gebouw van twaalf meter hoog en twaalf meter diep zwakt het geluid meer af dan hetzelfde blokje met een twaalf meter hoog puntdak erop. De verklaring hiervoor ligt weer inhet aantal keer dat de geluidgolven ombuigen: één keer bij een puntdak en twee keer bij een blokvormig gebouw. Met andere woorden: de akoestische omweg speelt een minder grote rol dan diffractie.
Hoogste tijd dat de Engelsen hun model door de papierversnipperaar halen? ,,Een algemeen rekenmodel voor alle landen in de Europese Unie zit er voorlopig niet in”, denkt Hijman. ,,De modellen zijn vastgeroest in wetgeving. Wanneer de landen gezamenlijk een model invoeren moet de hele gebouwenvoorraad opnieuw worden getoetst.”
Gebouwen schermen geluid af. Om invloeden van vorm, afmeting en materiaal te onderzoeken bouwde civieler Robert Hijman maquettes en plaatste deze in de ‘dode’ kamer. Wat blijkt: het puntdak heeft zijn langste tijd gehad.
Wie achter een geluidsscherm staat, kan de auto’s aan de andere kant horen. Dit verschijnsel heet diffractie, het geluid komt vanuit een denkbeeldige bron bovenop de muur. Maar waar staat die ‘speaker’ wanneer de waarnemer niet achter een dun muurtje staat, maar achter een meters hoog flatgebouw? Hijman studeerde vorige maand af op de invloeden van gebouwvormen en -afmetingen op geluidsafscherming.
Verschillende landen hanteren hiervoor verschillende rekenmodellen. Hijman: ,,Hetzelfde gebouw, even ver van de snelweg, schermt volgens de Engelse norm meer geluid af dan volgens de Nederlandse norm. Duitsers rekenen weer anders.” Engelsen plaatsen een virtueel puntdak op de flat waarbij het geluid vanuit een speaker op het puntje van het dak naar de waarnemer golft. Duitsers plaatsen eerst een speaker in de dakgoot van de voorgevel, zenden de golven richting een cassetterecorder in de achtergevel en spelen die af richting waarnemer. Nederlanders doen alsof een gebouw alleen een achtergevel heeft en plaatsen de speaker op het puntje daarvan.
De afstand die de geluidgolven op papier afleggen heet de ‘akoestische omweg’. Die is in het Engelse model veel groter dan in het Nederlandse. Het Duitse model wijkt helemaal af omdat de geluidgolven daarin twee keer buigen en daardoor twee keer verzwakken. Om de invloed van gebouwvorm en diffractie te onderzoeken, moest Hijman iets doen dat civielers niet vaak doen: maquettes bouwen. ,,Erg leuk om te doen, zelfs mijn opa kwam heel enthousiast met doe-het-zelf modelletjes aanzetten.”
Puntdak
Een woonwijk van schaalmodellen plaatste Hijman in de ‘dode’ kamer van Technische Natuurkunde, tussen twee rechtopstaande schermen. ,,Zo creëer je een oneindige situatie: het geluid wordt heen en weer gereflecteerd.” Wie de huizen honderd keer verkleint, moet het geluidniveau honderd keer versterken dus werd gewerkt met hoogfrequente herrie.
In een woonwijk absorbeert de woningmassa een deel van het geluid. Om de invloed van geluidabsorptie te meten, smolt Hijman met een strijkbout de synthetische stof vlieseline op de proefstukken. Ook deed hij metingen in een woonwijk in Sliedrecht. Absorptie bleek geen grote rol te spelen. ,,Er wordt links en rechts wel wat geluid geabsorbeerd, maar tegelijkertijd reflecteren de bakstenen gevels het geluid de hele wijk door.”
Verrassendere resultaten kreeg Hijman uit het onderzoek naar de vorm van gebouwen. Een blokvormig gebouw van twaalf meter hoog en twaalf meter diep zwakt het geluid meer af dan hetzelfde blokje met een twaalf meter hoog puntdak erop. De verklaring hiervoor ligt weer inhet aantal keer dat de geluidgolven ombuigen: één keer bij een puntdak en twee keer bij een blokvormig gebouw. Met andere woorden: de akoestische omweg speelt een minder grote rol dan diffractie.
Hoogste tijd dat de Engelsen hun model door de papierversnipperaar halen? ,,Een algemeen rekenmodel voor alle landen in de Europese Unie zit er voorlopig niet in”, denkt Hijman. ,,De modellen zijn vastgeroest in wetgeving. Wanneer de landen gezamenlijk een model invoeren moet de hele gebouwenvoorraad opnieuw worden getoetst.”
Comments are closed.