Decaan Idenburg stapt over naar Postgraduate School

Idenburg is twee jaar in dienst geweest als decaan. ,,Het decanaat is een functie voor beperkte tijd. Op een gegeven moment overweeg je of de rit uit zult zitten of gaat kijken of zich iets anders interessants aandient.” Hij gelooft ‘heilig’ in de mogelijkheden van het ‘levenslang’ leren en in het belang van een school voor postdoctoraal onderwijs voor de TU, zegt hij. ,,De TU moet op die markt sterk aanwezig zijn. En zeker binnen mijn faculteit liggen nog veel mogelijkheden. Veel van de studenten aan business schools, zoals de Rotterdam School of Management, zijn ingenieurs. Die moet je in eigen huis zien te houden.”

Tegelijkertijd geeft hij aan dat het decanaat onder de nieuwe bestuurswet MUB geen gemakkelijke functie is. ,,Ik heb met verbazing vastgesteld dat er een enorme kloof gaapt tussen de mensen in de faculteiten en het centrale niveau. Die kloof is nog niet gedicht. Van de ene kant heeft het college van bestuur bepaalde ambities die verwezenlijkt moeten worden, van de andere kant heb je te maken met wetenschappers die in je een zekere vrijheid moet geven. Een decaan kan daartussen klem komen te zitten. Ik heb noodgedwongen al mijn aandacht aan het bestuur moeten geven, ten koste van onderwijs en onderzoek.”

Zijn karwei % de integratie van de voormalige faculteiten TB en WTM % is nog niet geklaard, maar de vooruitzichten zijn niet slecht, meent Idenburg. ,,Ik heb voor een echte fusie gekozen, niet een papieren constructie. Dat heeft voor enige onrust gezorgd, maar sinds september vorig jaar is de rust in de faculteit weergekeerd. Ik zie nu ook dat wetenschappers elkaar over de disciplinegrenzen heen weten te vinden. Maar het duurt nog jaren voordat het integratieproces zijn beslag heeft gekregen.”

Idenburg is twee jaar in dienst geweest als decaan. ,,Het decanaat is een functie voor beperkte tijd. Op een gegeven moment overweeg je of de rit uit zult zitten of gaat kijken of zich iets anders interessants aandient.” Hij gelooft ‘heilig’ in de mogelijkheden van het ‘levenslang’ leren en in het belang van een school voor postdoctoraal onderwijs voor de TU, zegt hij. ,,De TU moet op die markt sterk aanwezig zijn. En zeker binnen mijn faculteit liggen nog veel mogelijkheden. Veel van de studenten aan business schools, zoals de Rotterdam School of Management, zijn ingenieurs. Die moet je in eigen huis zien te houden.”

Tegelijkertijd geeft hij aan dat het decanaat onder de nieuwe bestuurswet MUB geen gemakkelijke functie is. ,,Ik heb met verbazing vastgesteld dat er een enorme kloof gaapt tussen de mensen in de faculteiten en het centrale niveau. Die kloof is nog niet gedicht. Van de ene kant heeft het college van bestuur bepaalde ambities die verwezenlijkt moeten worden, van de andere kant heb je te maken met wetenschappers die in je een zekere vrijheid moet geven. Een decaan kan daartussen klem komen te zitten. Ik heb noodgedwongen al mijn aandacht aan het bestuur moeten geven, ten koste van onderwijs en onderzoek.”

Zijn karwei % de integratie van de voormalige faculteiten TB en WTM % is nog niet geklaard, maar de vooruitzichten zijn niet slecht, meent Idenburg. ,,Ik heb voor een echte fusie gekozen, niet een papieren constructie. Dat heeft voor enige onrust gezorgd, maar sinds september vorig jaar is de rust in de faculteit weergekeerd. Ik zie nu ook dat wetenschappers elkaar over de disciplinegrenzen heen weten te vinden. Maar het duurt nog jaren voordat het integratieproces zijn beslag heeft gekregen.”