Na een jarenlange vriendschap en samenwerking vonden cabaretier Harrie Jekkers en tekstschrijver Koos Meinderts de tijd rijp om samen het podium op te gaan.
Virgiel-clubgenoten Nicole Maarse en Frieke Schepman bezochten ‘Het verhaal achter de liedjes’ in het Luxortheater te Rotterdam.
Maarse: ,,Ik kende Harrie Jekkers vooral van de liedjes uit zijn tijd bij Het Klein Orkest. O, o, Den Haag en Over de muur zijn natuurlijk alom bekende liedjes. Als cabaretier had ik hem nog nooit gezien.”
Schepman: ,,De rode draad in de voorstelling is het verhaal van de dertig jaar oude vriendschap tussen Jekkers en Meinderts. Ze leerden elkaar kennen toen ze als enige jongens in een klas met ‘veertig tieten’ met elkaar opgescheept raakten. Het vervolg was ook autobiografisch, al was het niet altijd in chronologische volgorde.”
Maarse: ,,Je merkte in het begin duidelijk dat Meinderts minder vaak op het podium had gestaan dan Jekkers. Jekkers was toch wat ad-remmer.”
Schepman: ,,Hoewel Jekkers de hoofdrol had, vond ik niet dat hij Meinderts overschaduwde. Ze voerden veel stukjes apart van elkaar op. Hierbij deden ze allebei waar ze goed in zijn: Jekkers de liedjes en sketches, Meinderts de teksten vanachter een katheder.”
Maarse: ,,Het platte Haags werd natuurlijk veel gebruikt. Ik vond het erg grappig toen Jekkers een verhaal over zijn Haagse vader vertelde. Op vakantie in Spanje kon zijn vader geen ‘gracias’ zeggen, waarop Harrie hem aanraadde gewoon ‘grijze jas’ te zeggen.”
Schepman: ,,Hoewel de grappige stukjes de overhand hadden, werden er toch ook wel wat serieuzere onderwerpen behandeld. Vooral de dood keerde redelijk vaak terug. Toch werd ook dat redelijk luchtig behandeld. Jekkers’ levensmotto is dan ook: doodgaan? Dat is wel het laatste wat ik doe.”
Na een jarenlange vriendschap en samenwerking vonden cabaretier Harrie Jekkers en tekstschrijver Koos Meinderts de tijd rijp om samen het podium op te gaan. Virgiel-clubgenoten Nicole Maarse en Frieke Schepman bezochten ‘Het verhaal achter de liedjes’ in het Luxortheater te Rotterdam.
Maarse: ,,Ik kende Harrie Jekkers vooral van de liedjes uit zijn tijd bij Het Klein Orkest. O, o, Den Haag en Over de muur zijn natuurlijk alom bekende liedjes. Als cabaretier had ik hem nog nooit gezien.”
Schepman: ,,De rode draad in de voorstelling is het verhaal van de dertig jaar oude vriendschap tussen Jekkers en Meinderts. Ze leerden elkaar kennen toen ze als enige jongens in een klas met ‘veertig tieten’ met elkaar opgescheept raakten. Het vervolg was ook autobiografisch, al was het niet altijd in chronologische volgorde.”
Maarse: ,,Je merkte in het begin duidelijk dat Meinderts minder vaak op het podium had gestaan dan Jekkers. Jekkers was toch wat ad-remmer.”
Schepman: ,,Hoewel Jekkers de hoofdrol had, vond ik niet dat hij Meinderts overschaduwde. Ze voerden veel stukjes apart van elkaar op. Hierbij deden ze allebei waar ze goed in zijn: Jekkers de liedjes en sketches, Meinderts de teksten vanachter een katheder.”
Maarse: ,,Het platte Haags werd natuurlijk veel gebruikt. Ik vond het erg grappig toen Jekkers een verhaal over zijn Haagse vader vertelde. Op vakantie in Spanje kon zijn vader geen ‘gracias’ zeggen, waarop Harrie hem aanraadde gewoon ‘grijze jas’ te zeggen.”
Schepman: ,,Hoewel de grappige stukjes de overhand hadden, werden er toch ook wel wat serieuzere onderwerpen behandeld. Vooral de dood keerde redelijk vaak terug. Toch werd ook dat redelijk luchtig behandeld. Jekkers’ levensmotto is dan ook: doodgaan? Dat is wel het laatste wat ik doe.”
Comments are closed.