Toegegeven: hogescholen en universiteiten kampen met achterstallig onderhoud. Maar het moet nu echt afgelopen zijn met de smeekbedes om extra geld, vindt onderwijsminister Hermans.
/strong>
,,Ik heb de laatste tijd niets anders gehoord dan geld, geld, geld”, verzucht Hermans. ,,Iedereen redeneerde: er is extra geld, dus we schroeven de eisen maximaal op. Misschien heeft een minister die moet bezuinigen het wat dat betreft makkelijker. Dan schreeuwt alleen degene die geld moet inleveren. Alle anderen houden hun mond, anders konden zij ook wel eens aan de beurt komen.”
Wie de begroting er op naslaat, ziet dat het hoger onderwijs er in de verdeling van de meevallers uit de schatkist ‘niet slecht is uitgekomen’. Dat vindt Hermans zelf tenminste. ,,In 2004 praten we over ongeveer 500 miljoen gulden. Universiteiten en hogescholen krijgen dan ruim eenderde van de 1,4 miljard die dit kabinet extra voor de gehele onderwijssector uittrekt! De groei van de studentenaantallen wordt nu volop gecompenseerd.”
Toch zal het bedrag dat hogescholen per student krijgen in 2005 dalen met 500 gulden. Maar Hermans is niet onder de indruk van deze tegenwerping. ,,Het kabinet heeft gewerkt met afgevlakte groeicijfers”, verklaart hij. ,,We hebben de groei van het hoger onderwijs op een paar puntjes na gehonoreerd. Bij de komende kabinetsformatie moeten we er opnieuw op letten. Blijkt dan dat er meer studenten zijn, dan zou dat tot verdere aanpassingen kunnen leiden.”
Pensioen
Ondanks de meevallers zijn de magere jaren voor met name de universiteiten niet voorbij. Want het extra geld dat zij nu krijgen, weegt komend jaar lang niet op tegen de bezuinigingen die nog open staan uit het tijdperk-Ritzen.
Hermans wil er niet te lang bij stilstaan. ,,Laten we elkaar nou niet de put in praten. Het is natuurlijk zo dat het hoger onderwijs enorme bezuinigingen heeft moeten verwerken. Met de begroting die er nu ligt, draai ik dat niet in één keer terug.”
,,Ik zie de problemen ook wel aankomen. Maar door alleen maar te klagen kom je geen meter verder. Universiteiten zullen zich goed moeten voorbereiden op het feit dat er straks een geweldige demo-gap komt. Veel van hun medewerkers gaan met pensioen. Op een krappe arbeidsmarkt moeten ze op zoek naar nieuwe mensen. Dat is een enorm vraagstuk. Maar daar is nu dus 40 miljoen gulden voor.”
De hogescholen springen er komend jaar al wel goed uit. Dat is hard nodig, erkent Hermans. Toch hecht hij weinig waarde aan de toenemende klachten van studenten over zaken als computers en studieruimtes. ,,De gebouwen in het hbo zien er over het algemeen zeer goed uit”, reageert hij droog. ,,En wat de computers betreft, ik ken de concrete situaties natuurlijk niet. Maar als ik even denk aan mijn zoon: die heeft een computer met een capaciteit waar je akelig van wordt. En nog vindt hij dat het te langzaam gaat.Studenten hebben nogal snel klachten over computers.”
Afwerken
Zowel de hogescholen als de universiteiten hadden ook graag geld gekregen voor de invoering van het bachelor-mastermodel. De hogescholen willen dat de overheid voortaan niet alleen hun `gewone’ opleiding tot bachelor betaalt, maar ook hun masteropleidingen. En de universiteiten denken dat ze de aansluiting met het buitenland zullen missen zonder extra geld.
,,Ik vraag me af of daar politiek draagvlak voor is”, zegt Hermans. ,,Nee, in het hbo moet het gaan om de bachelorfase. De kwaliteit daarvan moet omhoog. Sla de rapportages van de onderwijsinspectie er maar op na. Daar moet het hbo zich dus op richten, niet alle kaarten op de masters zetten.”
,,De universiteiten zouden de vraag moeten oppakken hoe je de brede bachelorfase zodanig wetenschappelijk inricht, dat de kwaliteit internationaal voldoet. Ik zie namelijk absoluut veranderingen komen in de opbouw van opleidingen. Je moet geen simpele knip aanbrengen tussen de bachelor- en de masterfase. De bachelorfase moet studenten een goed beeld geven van de wetenschap. Anders is er geen verschil met de professional bachelor van het hbo.”
,,Verder is het bachelordiploma voor mij niet a priori een moment van doorstroming. Ik ga niet roepen: er mag geen enkele bachelor de arbeidsmarkt op. Dat moeten de markt en de mensen zelf maar bepalen. Ik vind het ’t meest logische als studenten hun doctoraal of master willen halen. Maar waarom zouden ze er niet een jaartje tussenuit gaan? Wat de studiefinanciering betreft is dat nu mogelijk: studenten hebben nu tien jaar de tijd om hun diploma te halen. Maar willen ze hun studiejaren direct achter elkaar afwerken, dan kan dat ook.”
Calimero-effect
De invoering van het bachelor-mastermodel zal leiden tot een diverser aanbod van studievarianten, verwacht Hermans. Niet al die varianten hoeven volledig door de overheid betaald te worden, vindt hij. Ook het bedrijfsleven en studenten zelf kunnen bijdragen.
,,Het universitaire bachelordiploma moet altijd toegang geven tot een masterstudie aan die universiteit. Maar ik kan me voorstellen dat je voor heel bijzondere, hoog aangeschreven masterstudenten selecteert. Er zijn best bedrijven die daar geld voor over hebben. Een master rechten of economie leidt mensen op die op de arbeidsmarkt goud waard zijn. Als een bedrijf daaraan meebetaalt, mag het daar van mij ook best zijn naam aan verbinden. Waarom niet?”
,,Studenten van zulke topmasters moeten misschien meer collegegeld betalen dan anderen. Of de universiteit betaalt zelf mee. Of een bedrijf zegt: wij nemen dat voor onze rekening. Ik heb er geen bezwaar tegen dat studenten dan een contract moeten tekenen dat ze een aantal jaren bij dat bedrijf gaan werken. Al vind ik wel dat geld nooit de reden mag zijn dat studenten afzien van een master.”
Ondanks alle variëteit wil Hermans echter aan één kenmerk van het huidige hoger onderwijs vasthouden: het onderscheid tussen hbo enwo. Wat dat verschil is, gaf hij vorige week onbewust aan. Toen opende hij het academisch jaar met een citaat uit ‘De ontdekking van de hemel’, van Harry Mulisch. Bij de opening van het hogeschooljaar citeerde hij daarentegen uit het oeuvre van Johan Cruyff.
,,Toen ik het uitsprak dacht ik ook: oh jee, straks krijg je dat Calimero-effect weer. Maar Cruyff en Mulisch behoren toch allebei tot de wereldtop? Alleen moet je ze niet met elkaar vergelijken. Een mooiere illustratie van het verschil tussen hogescholen en universiteiten kan ik me nauwelijks voorstellen.” (HOP)
Toegegeven: hogescholen en universiteiten kampen met achterstallig onderhoud. Maar het moet nu echt afgelopen zijn met de smeekbedes om extra geld, vindt onderwijsminister Hermans.
,,Ik heb de laatste tijd niets anders gehoord dan geld, geld, geld”, verzucht Hermans. ,,Iedereen redeneerde: er is extra geld, dus we schroeven de eisen maximaal op. Misschien heeft een minister die moet bezuinigen het wat dat betreft makkelijker. Dan schreeuwt alleen degene die geld moet inleveren. Alle anderen houden hun mond, anders konden zij ook wel eens aan de beurt komen.”
Wie de begroting er op naslaat, ziet dat het hoger onderwijs er in de verdeling van de meevallers uit de schatkist ‘niet slecht is uitgekomen’. Dat vindt Hermans zelf tenminste. ,,In 2004 praten we over ongeveer 500 miljoen gulden. Universiteiten en hogescholen krijgen dan ruim eenderde van de 1,4 miljard die dit kabinet extra voor de gehele onderwijssector uittrekt! De groei van de studentenaantallen wordt nu volop gecompenseerd.”
Toch zal het bedrag dat hogescholen per student krijgen in 2005 dalen met 500 gulden. Maar Hermans is niet onder de indruk van deze tegenwerping. ,,Het kabinet heeft gewerkt met afgevlakte groeicijfers”, verklaart hij. ,,We hebben de groei van het hoger onderwijs op een paar puntjes na gehonoreerd. Bij de komende kabinetsformatie moeten we er opnieuw op letten. Blijkt dan dat er meer studenten zijn, dan zou dat tot verdere aanpassingen kunnen leiden.”
Pensioen
Ondanks de meevallers zijn de magere jaren voor met name de universiteiten niet voorbij. Want het extra geld dat zij nu krijgen, weegt komend jaar lang niet op tegen de bezuinigingen die nog open staan uit het tijdperk-Ritzen.
Hermans wil er niet te lang bij stilstaan. ,,Laten we elkaar nou niet de put in praten. Het is natuurlijk zo dat het hoger onderwijs enorme bezuinigingen heeft moeten verwerken. Met de begroting die er nu ligt, draai ik dat niet in één keer terug.”
,,Ik zie de problemen ook wel aankomen. Maar door alleen maar te klagen kom je geen meter verder. Universiteiten zullen zich goed moeten voorbereiden op het feit dat er straks een geweldige demo-gap komt. Veel van hun medewerkers gaan met pensioen. Op een krappe arbeidsmarkt moeten ze op zoek naar nieuwe mensen. Dat is een enorm vraagstuk. Maar daar is nu dus 40 miljoen gulden voor.”
De hogescholen springen er komend jaar al wel goed uit. Dat is hard nodig, erkent Hermans. Toch hecht hij weinig waarde aan de toenemende klachten van studenten over zaken als computers en studieruimtes. ,,De gebouwen in het hbo zien er over het algemeen zeer goed uit”, reageert hij droog. ,,En wat de computers betreft, ik ken de concrete situaties natuurlijk niet. Maar als ik even denk aan mijn zoon: die heeft een computer met een capaciteit waar je akelig van wordt. En nog vindt hij dat het te langzaam gaat.Studenten hebben nogal snel klachten over computers.”
Afwerken
Zowel de hogescholen als de universiteiten hadden ook graag geld gekregen voor de invoering van het bachelor-mastermodel. De hogescholen willen dat de overheid voortaan niet alleen hun `gewone’ opleiding tot bachelor betaalt, maar ook hun masteropleidingen. En de universiteiten denken dat ze de aansluiting met het buitenland zullen missen zonder extra geld.
,,Ik vraag me af of daar politiek draagvlak voor is”, zegt Hermans. ,,Nee, in het hbo moet het gaan om de bachelorfase. De kwaliteit daarvan moet omhoog. Sla de rapportages van de onderwijsinspectie er maar op na. Daar moet het hbo zich dus op richten, niet alle kaarten op de masters zetten.”
,,De universiteiten zouden de vraag moeten oppakken hoe je de brede bachelorfase zodanig wetenschappelijk inricht, dat de kwaliteit internationaal voldoet. Ik zie namelijk absoluut veranderingen komen in de opbouw van opleidingen. Je moet geen simpele knip aanbrengen tussen de bachelor- en de masterfase. De bachelorfase moet studenten een goed beeld geven van de wetenschap. Anders is er geen verschil met de professional bachelor van het hbo.”
,,Verder is het bachelordiploma voor mij niet a priori een moment van doorstroming. Ik ga niet roepen: er mag geen enkele bachelor de arbeidsmarkt op. Dat moeten de markt en de mensen zelf maar bepalen. Ik vind het ’t meest logische als studenten hun doctoraal of master willen halen. Maar waarom zouden ze er niet een jaartje tussenuit gaan? Wat de studiefinanciering betreft is dat nu mogelijk: studenten hebben nu tien jaar de tijd om hun diploma te halen. Maar willen ze hun studiejaren direct achter elkaar afwerken, dan kan dat ook.”
Calimero-effect
De invoering van het bachelor-mastermodel zal leiden tot een diverser aanbod van studievarianten, verwacht Hermans. Niet al die varianten hoeven volledig door de overheid betaald te worden, vindt hij. Ook het bedrijfsleven en studenten zelf kunnen bijdragen.
,,Het universitaire bachelordiploma moet altijd toegang geven tot een masterstudie aan die universiteit. Maar ik kan me voorstellen dat je voor heel bijzondere, hoog aangeschreven masterstudenten selecteert. Er zijn best bedrijven die daar geld voor over hebben. Een master rechten of economie leidt mensen op die op de arbeidsmarkt goud waard zijn. Als een bedrijf daaraan meebetaalt, mag het daar van mij ook best zijn naam aan verbinden. Waarom niet?”
,,Studenten van zulke topmasters moeten misschien meer collegegeld betalen dan anderen. Of de universiteit betaalt zelf mee. Of een bedrijf zegt: wij nemen dat voor onze rekening. Ik heb er geen bezwaar tegen dat studenten dan een contract moeten tekenen dat ze een aantal jaren bij dat bedrijf gaan werken. Al vind ik wel dat geld nooit de reden mag zijn dat studenten afzien van een master.”
Ondanks alle variëteit wil Hermans echter aan één kenmerk van het huidige hoger onderwijs vasthouden: het onderscheid tussen hbo enwo. Wat dat verschil is, gaf hij vorige week onbewust aan. Toen opende hij het academisch jaar met een citaat uit ‘De ontdekking van de hemel’, van Harry Mulisch. Bij de opening van het hogeschooljaar citeerde hij daarentegen uit het oeuvre van Johan Cruyff.
,,Toen ik het uitsprak dacht ik ook: oh jee, straks krijg je dat Calimero-effect weer. Maar Cruyff en Mulisch behoren toch allebei tot de wereldtop? Alleen moet je ze niet met elkaar vergelijken. Een mooiere illustratie van het verschil tussen hogescholen en universiteiten kan ik me nauwelijks voorstellen.” (HOP)
Comments are closed.