Vergeet ons niet te citeren

Johan Smit, hoogleraar hoogspanningstechniek

,,We gaan de goede kant op door meer op kwaliteit van publicaties te letten op de TU. Ik vind het echter gevaarlijk om de kwaliteit alleen aan het aantal citaties af te meten. We maken wel eens het grapje dat je aan het eind van een congres eigenlijk tegen collega’s moet zeggen: ’tot ziens en vergeet ons niet te citeren’. Door de beoordelingscriteria van de VSNU zijn we zelf de laatste tijd meer in tijdschriften gaan publiceren in plaats van in congresbundels. Door het commentaar dat je krijgt bij een tijdschrift met referenten, wordt je artikel ook echt beter.”

Dr. Alfred Kleinknecht, hoogleraar economie van innovatie:

,,Een heel goed voorstel, Berkhout had er jaren eerder mee mogen komen. Ik vind impactfactoren een goede, objectieve maat voor kwaliteit. Op de TU gaat nu te veel geld naar publicaties die er weinig toe doen. Met geld voor derdegeldstroomrapporten subsidieert de TU zelfs haar opdrachtgevers. Op goede publicaties lijd ik daarentegen enkele tienduizenden guldens verlies, omdat het me veel tijd kost om de artikelen aan te passen na commentaar van de referenten.”

Dr. Leo Waaijers, bibliothecaris van de universiteit

,,Wij zijn druk bezig met het project Roquade, een nationaal initiatief van de universiteiten van Delft, Utrecht en de KNAW om nieuwe wegen in te slaan in wetenschappelijke communicatie. En dan out of the blue lees ik in Delta dat het college wetenschappers aanmoedigt vooral in de klassieke tijdschriften te publiceren. Een domper voor Roquade.

Via de traditionele wegen zijn we vastgelopen in een serials crises. Wetenschappers publiceren in ruil voor exclusieve overdracht van copyrigths. Met dat monopolie weten de uitgevers wel raad, elk jaar rekenen ze prijsverhogingen van minstens tien procent.

Op dit moment onderhandel ik stevig met Elsevier. Ze beloven minder prijsstijgingen, maar dan mag niemand binnen de TU in de komende vijf jaar een abonnement opzeggen. Berkhouts plan betekent een opsteker voor de andere kant van de tafel. Je verwacht dat niet van je eigen college.”

Dr. Liesbet van Dijk, dinsdag gepromoveerd bij de sectie didactiek en onderwijsontwikkeling

Een van haar stellingen luidt: ‘Een allocatiemodel waarin vooral internationale publicaties worden beloond, is een grote stimulans voor het reisgedrag van promovendi.’

Dr. ir. René de Borst, hoogleraar numerieke mechanica en universiteitshoogleraar

,,Ik vind het prima dat het college kwaliteit boven kwantiteit stelt. Maar kwaliteit is niet an sich synoniem met een topblad. Toen ik nog niet zo bekend was, heb ik ook artikelen gepubliceerd in minder bekend bladen. Een daarvan is later vele malen aangehaald en heeft dus een grote impact gehad. Bovendien is niet al het werk van mijn groep van topniveau, maar wel interessant genoeg om te publiceren. Dat werk zend ik niet naar een topblad. We stellen dus zelf al een kwaliteitsnorm.”

Dr. ir. Klaas van der Werff, hoogleraar ontwerpkunde en or-lid

,,Ik juich het toe dat er nagedacht wordt over kwaliteit en wat de belangrijke tijdschriften zijn in de verschillende vakgebieden. Nature is maar voor weinigen. Maar ik begrijp dat Berkhout of zijn adviseurs ook het publiceren in ‘grijze’ tijdschriften willen afremmen. Ik vraag me af hoe je dat doet zonder de academische vrijheid in het geding te laten komen. Die vrijheid heb ik hoog in het vaandel staan, daar mag je niet aan tornen.”

Ir. Piotr Ptasinski, voorzitter Promood en promovendus bij laboratorium voor aero- en hydrodynamica

,,Ik vind het een goede zaak om kwaliteit boven kwantiteit te plaatsen. Je hoort wel eens dat promovendi wordt gevraagd om een goed artikel op te knippen in twee minder goede, omdat dat de TU meer geld oplevert. Dat heb ik zelf nooit gedaan, want een artikel in een goed tijdschrift wordt veel meer gelezen en je onderzoek krijgt zo meer bekendheid.”

Vice-president research prof. dr. Guus Berkhout kondigde vorige week in Delta aan dat publicaties in topbladen hoger beloond gaan worden. Een goed idee?

Dr. Johan Smit, hoogleraar hoogspanningstechniek

,,We gaan de goede kant op door meer op kwaliteit van publicaties te letten op de TU. Ik vind het echter gevaarlijk om de kwaliteit alleen aan het aantal citaties af te meten. We maken wel eens het grapje dat je aan het eind van een congres eigenlijk tegen collega’s moet zeggen: ’tot ziens en vergeet ons niet te citeren’. Door de beoordelingscriteria van de VSNU zijn we zelf de laatste tijd meer in tijdschriften gaan publiceren in plaats van in congresbundels. Door het commentaar dat je krijgt bij een tijdschrift met referenten, wordt je artikel ook echt beter.”

Dr. Alfred Kleinknecht, hoogleraar economie van innovatie:

,,Een heel goed voorstel, Berkhout had er jaren eerder mee mogen komen. Ik vind impactfactoren een goede, objectieve maat voor kwaliteit. Op de TU gaat nu te veel geld naar publicaties die er weinig toe doen. Met geld voor derdegeldstroomrapporten subsidieert de TU zelfs haar opdrachtgevers. Op goede publicaties lijd ik daarentegen enkele tienduizenden guldens verlies, omdat het me veel tijd kost om de artikelen aan te passen na commentaar van de referenten.”

Dr. Leo Waaijers, bibliothecaris van de universiteit

,,Wij zijn druk bezig met het project Roquade, een nationaal initiatief van de universiteiten van Delft, Utrecht en de KNAW om nieuwe wegen in te slaan in wetenschappelijke communicatie. En dan out of the blue lees ik in Delta dat het college wetenschappers aanmoedigt vooral in de klassieke tijdschriften te publiceren. Een domper voor Roquade.

Via de traditionele wegen zijn we vastgelopen in een serials crises. Wetenschappers publiceren in ruil voor exclusieve overdracht van copyrigths. Met dat monopolie weten de uitgevers wel raad, elk jaar rekenen ze prijsverhogingen van minstens tien procent.

Op dit moment onderhandel ik stevig met Elsevier. Ze beloven minder prijsstijgingen, maar dan mag niemand binnen de TU in de komende vijf jaar een abonnement opzeggen. Berkhouts plan betekent een opsteker voor de andere kant van de tafel. Je verwacht dat niet van je eigen college.”

Dr. Liesbet van Dijk, dinsdag gepromoveerd bij de sectie didactiek en onderwijsontwikkeling

Een van haar stellingen luidt: ‘Een allocatiemodel waarin vooral internationale publicaties worden beloond, is een grote stimulans voor het reisgedrag van promovendi.’

Dr. ir. René de Borst, hoogleraar numerieke mechanica en universiteitshoogleraar

,,Ik vind het prima dat het college kwaliteit boven kwantiteit stelt. Maar kwaliteit is niet an sich synoniem met een topblad. Toen ik nog niet zo bekend was, heb ik ook artikelen gepubliceerd in minder bekend bladen. Een daarvan is later vele malen aangehaald en heeft dus een grote impact gehad. Bovendien is niet al het werk van mijn groep van topniveau, maar wel interessant genoeg om te publiceren. Dat werk zend ik niet naar een topblad. We stellen dus zelf al een kwaliteitsnorm.”

Dr. ir. Klaas van der Werff, hoogleraar ontwerpkunde en or-lid

,,Ik juich het toe dat er nagedacht wordt over kwaliteit en wat de belangrijke tijdschriften zijn in de verschillende vakgebieden. Nature is maar voor weinigen. Maar ik begrijp dat Berkhout of zijn adviseurs ook het publiceren in ‘grijze’ tijdschriften willen afremmen. Ik vraag me af hoe je dat doet zonder de academische vrijheid in het geding te laten komen. Die vrijheid heb ik hoog in het vaandel staan, daar mag je niet aan tornen.”

Ir. Piotr Ptasinski, voorzitter Promood en promovendus bij laboratorium voor aero- en hydrodynamica

,,Ik vind het een goede zaak om kwaliteit boven kwantiteit te plaatsen. Je hoort wel eens dat promovendi wordt gevraagd om een goed artikel op te knippen in twee minder goede, omdat dat de TU meer geld oplevert. Dat heb ik zelf nooit gedaan, want een artikel in een goed tijdschrift wordt veel meer gelezen en je onderzoek krijgt zo meer bekendheid.”