De ontwikkelingen binnen de informatietechnologie gaan razendsnel. Waar weinig mensen bij stilstaan, is dat hierdoor heel nieuwe dienstverleningsconcepten mogelijk zijn. Het Betade-Dioc van prof.dr. H.G. Sol zet de mogelijkheden op een rij.
Het Dioc (Delfts Interfacultair Onderzoekscentrum) Betade van prof. dr. H.G. Sol, dat onlangs van start is gegaan, is een onderdeel van het onlangs opgerichte Ditse, het Delft Institute for Information Technology in Service Engineering. Net als de andere Dioc’s heeft ook Ditse een programma van vier jaar, en ook voor Ditse moet er jaarlijks een begroting en een programma tot stand komen. Het enige verschil met een Dioc is dat Ditse rapporteert aan een bestuur, waarin de decanen van de verschillende faculteiten zitten. Een Dioc brengt rechtstreeks aan het College van Bestuur rapport uit. Het Ditse-programma bestaat uit vier onderdelen: het zogenaamde TI-programma (in opdracht van het Telematica Instituut), het Betade-programma, het programma Asynchrone Publieke Dienstverlening en het onderdeel Digitale Duurzaamheid.
Het Betade-project (building blocks for effective telematics application development and evaluation) bestaat op zijn beurt ook weer uit drie deelgebieden. Eén: hoe kun je bouwstenen maken van verspreid werkende organisaties, zowel wat betreft logica als wat betreft de informatievoorziening? Twee: hoe pas je dit in de praktijk toe? En drie: hoe beoordeel je de bouwstenen en de praktische toepassing ervan?
Binnenkort vindt er bij Betade een eerste workshop plaats, het komende jaar zullen de eerste publicaties verschijnen, terwijl er naar verwachting over een jaar een eerste symposium zal komen.
Bij Betade zullen tien mensen fulltime aan de slag gaan. Die zijn er nog niet en ook moederorganisatie Ditse zoekt dit jaar nog dertig medewerkers. Eén van de zorgen van Sol is dan ook, hoe hij de geschikte kandidaten op tijd in huis krijgt: ,,Dat is natuurlijk een probleem dat bij alle Dioc’s speelt. Het grappige is wel dat er naar aanleiding van onze personeelsadvertentie bedrijven reageren. Die stellen ons de vraag of een medewerker van hen niet parttime aan het Dioc zou kunnen meewerken. Ze bieden dus in feite een promotieplaats aan.”
Researchparadigma
Als concreet voorbeeld van één van de praktische problemen, waar zijn Dioc een antwoord moet geven, noemt Sol het volgende: ,,Stel dat je bij een bank een hypotheek wilt afsluiten. Je kunt hiervoor naar een tussenpersoon toestappen, je kunt reageren op een mailing van de bank, je kunt opbellen of je kunt bijvoorbeeld via internet contact leggen. De bank zit vervolgens met het probleem dat één en dezelfde klant misschien wel via vier kanalen binnenkomt. Je hebt dus vier fabrieken, die zich met dezelfde klant bezighouden. Dat vraagt natuurlijk om een reorganisatie. Deze problematiek speelt voor veel organisaties. Neem maar een reisbureau, een uitgeverij ofeen boekwinkel. Zij hebben allemaal behoefte aan een vorm van multichannelmanagement. En daar ontwikkelen wij de bouwstenen voor!” Zowel Ditse als Betade kunnen al rekenen op een brede vraag vanuit de praktijk. Zowel de ministeries van VROM, van LNV (Landbouw, Natuur en Visserij) en van Verkeer en Waterstaat hebben zich al als partners voor Ditse gemeld, net als een hele reeks andere organisaties zoals Schiphol, de Rotterdamse haven, ING en de Belastingdienst.
Gaat het nu om een nieuwe benadering? ,,In feite niet”, antwoordt Sol. ,,Toen ik vijftien jaar geleden als hoogleraar begon, kwam ik erachter dat een technische benadering vaak een averechts effect heeft. Je kunt beter vanuit de vraag redeneren, dat biedt veel meer openingen. Met andere woorden: je moet het researchparadigma omdraaien, veel meer vanuit de diensten gaan denken, en vervolgens terugredeneren. En dat is exact wat we in dit Dioc gaan doen.”
Het Dioc (Delfts Interfacultair Onderzoekscentrum) Betade van prof. dr. H.G. Sol, dat onlangs van start is gegaan, is een onderdeel van het onlangs opgerichte Ditse, het Delft Institute for Information Technology in Service Engineering. Net als de andere Dioc’s heeft ook Ditse een programma van vier jaar, en ook voor Ditse moet er jaarlijks een begroting en een programma tot stand komen. Het enige verschil met een Dioc is dat Ditse rapporteert aan een bestuur, waarin de decanen van de verschillende faculteiten zitten. Een Dioc brengt rechtstreeks aan het College van Bestuur rapport uit. Het Ditse-programma bestaat uit vier onderdelen: het zogenaamde TI-programma (in opdracht van het Telematica Instituut), het Betade-programma, het programma Asynchrone Publieke Dienstverlening en het onderdeel Digitale Duurzaamheid.
Het Betade-project (building blocks for effective telematics application development and evaluation) bestaat op zijn beurt ook weer uit drie deelgebieden. Eén: hoe kun je bouwstenen maken van verspreid werkende organisaties, zowel wat betreft logica als wat betreft de informatievoorziening? Twee: hoe pas je dit in de praktijk toe? En drie: hoe beoordeel je de bouwstenen en de praktische toepassing ervan?
Binnenkort vindt er bij Betade een eerste workshop plaats, het komende jaar zullen de eerste publicaties verschijnen, terwijl er naar verwachting over een jaar een eerste symposium zal komen.
Bij Betade zullen tien mensen fulltime aan de slag gaan. Die zijn er nog niet en ook moederorganisatie Ditse zoekt dit jaar nog dertig medewerkers. Eén van de zorgen van Sol is dan ook, hoe hij de geschikte kandidaten op tijd in huis krijgt: ,,Dat is natuurlijk een probleem dat bij alle Dioc’s speelt. Het grappige is wel dat er naar aanleiding van onze personeelsadvertentie bedrijven reageren. Die stellen ons de vraag of een medewerker van hen niet parttime aan het Dioc zou kunnen meewerken. Ze bieden dus in feite een promotieplaats aan.”
Researchparadigma
Als concreet voorbeeld van één van de praktische problemen, waar zijn Dioc een antwoord moet geven, noemt Sol het volgende: ,,Stel dat je bij een bank een hypotheek wilt afsluiten. Je kunt hiervoor naar een tussenpersoon toestappen, je kunt reageren op een mailing van de bank, je kunt opbellen of je kunt bijvoorbeeld via internet contact leggen. De bank zit vervolgens met het probleem dat één en dezelfde klant misschien wel via vier kanalen binnenkomt. Je hebt dus vier fabrieken, die zich met dezelfde klant bezighouden. Dat vraagt natuurlijk om een reorganisatie. Deze problematiek speelt voor veel organisaties. Neem maar een reisbureau, een uitgeverij ofeen boekwinkel. Zij hebben allemaal behoefte aan een vorm van multichannelmanagement. En daar ontwikkelen wij de bouwstenen voor!” Zowel Ditse als Betade kunnen al rekenen op een brede vraag vanuit de praktijk. Zowel de ministeries van VROM, van LNV (Landbouw, Natuur en Visserij) en van Verkeer en Waterstaat hebben zich al als partners voor Ditse gemeld, net als een hele reeks andere organisaties zoals Schiphol, de Rotterdamse haven, ING en de Belastingdienst.
Gaat het nu om een nieuwe benadering? ,,In feite niet”, antwoordt Sol. ,,Toen ik vijftien jaar geleden als hoogleraar begon, kwam ik erachter dat een technische benadering vaak een averechts effect heeft. Je kunt beter vanuit de vraag redeneren, dat biedt veel meer openingen. Met andere woorden: je moet het researchparadigma omdraaien, veel meer vanuit de diensten gaan denken, en vervolgens terugredeneren. En dat is exact wat we in dit Dioc gaan doen.”
Comments are closed.