Opinie

Kokkerellen

‘Ik ben mij ervan bewust dat de uiterst subjektieve wijze van aanpak en uitwerking van ideeën op geen enkele manier representatief is voor de grootste gemene deler van de wensen van studenten of docenten.

Dit voorstel pretendeert dan ook geenszins een ideaalprogramma in te houden, veel meer is het bedoeld om alternatieve ideeën te leveren.’ Ik schreef dit in 1970, maar het had het net zo goed vorige maand kunnen zijn.

‘Ik ben mij ervan bewust dat de uiterst subjektieve wijze van aanpak en uitwerking van ideeën op geen enkele manier representatief is voor de grootste gemene deler van de wensen van studenten of docenten. Dit voorstel pretendeert dan ook geenszins een ideaalprogramma in te houden, veel meer is het bedoeld om alternatieve ideeën te leveren.’ Ik schreef dit in 1970, maar het had het net zo goed vorige maand kunnen zijn.

Na rijp beraad heb ik laatst afscheid genomen van twee meter oude vergaderstukken. Bovenop één van de sterk ingekorte stapels zag ik het plotseling liggen. Suggesties voor een nieuw kandidaatsprogramma natuurkunde. Als 19-jarige student vond ik natuurlijk dat er heel wat mis was met het studieprogramma dat de RU Leiden mij voorschotelde, en ik had een nieuw programma bedacht. Daar lag het opeens weer. Handgetypt, vol revolutionaire ideeën, vol nieuwe spelling % Grotere fleksibiliteit, Fysiese etiek, kwantumdynamika en spinmatriksteorie. Het citaat hierboven komt uit de inleiding. De lezer wordt ermee voorbereid op bloedserieuze materie en dat was het ook. Slechts sporadisch was er plaats voor pleidooien van huishoudelijke aard (‘In tegenstelling tot nu voorkomende gevallen is het wenselijk dat ook prekandidaten van half 11 tot 11 koffie kunnen drinken in de kantine van het Kamerlingh Onneslab’). Het achtentwintig pagina%s dikke stuk is nog wel door de toenmalige studieraad behandeld, maar niemand zat eigenlijk te wachten op het gedachtengoed van een kritische student. Er is verder niets meer mee gedaan.

Ironisch genoeg kreeg ik na 29 jaar een tweede kans. Mijn faculteit gaat met een gloednieuw propedeuseprogramma beginnen, gemeenschappelijk voor al haar vier opleidingen. Alles eraan ruikt fris. Het gaat op 1 september 2000 van start, is innovatief, aantrekkelijk voor jonge studenten en vormt een samenhangende introductie tot de moderne natuurwetenschap.

Alleen, het is nog niet klaar. Sterker nog, na vele verwoede pogingen van steeds weer andere groepen mensen, ligt er eigenlijk nog niet meer dan een globaal plan op een half A-4tje. Ook ik heb me er een tijdje mee bemoeid, maar had me verkeken op de taaiheid van de vier vakdisciplines. Taaiheid? Honderden jaren vaktraditie. Niet te verenigen. Net is de ene stroming een beetje akkoord of er komen weer wegwerpgebaren uit de andere hoek. ‘Nee, echt, dáár krijg ik geen draagvlak voor, collega. Op deze manier is het eerste jaar voor onze opleiding weggegooid’. Zo is ook mijn tweede studieprogramma in het afvoerputje verdwenen.

Het valt ook niet mee. Een vegetarisch, een vlees-, een vis- en een oriëntaals restaurant gaan fuseren en het nieuwe etablissement gaat volgende week open. De koks trekken zich terug in de keuken om het menu du chef samen te stellen. Ze komen er niet meteen uit. Wat wil de clientèle het liefst? Het duurt niet lang of er wordt met pollepels gegooid. De eerste wok vliegt door de lucht. Een koksmuts wordt afgerukt, in de visfumé gedrenkt, en bij een ander diep over de orengetrokken. Er wordt gemept met varkensschenkels. De koks zijn lekker creatief bezig. Maar koken, ho maar. En de eerste klanten zijn in aantocht.

Dus wat moet er gebeuren? De faculteit neigt naar de volgende oplossing. Laat alle docenten opeenvolgend in groepen van vier opereren. De ene groep doet een voorstel voor een studieprogramma, de volgende verwerpt het, en maakt een nieuwe opzet. Dat wordt weer afgekeurd en een vers team gaat opnieuw aan de slag. Totdat iedereen medeverantwoordelijk is gemaakt. Dit proces heet: draagvlak creëren. Iedereen heeft in de keuken mogen werken, er komt een soort stamppot op tafel.

Ik zie meer in de tweede mogelijkheid: de bunker-methode. Sluit een selecte groep op in een kleine ruimte en laat ze er pas uit als ze klaar zijn. Reken maar dat de fornuizen snel aan gaan. Wat eruit komt is misschien niet ieders smaak, maar het staat in 2000 wel op tafel.

Ondertussen haal ik een burgertje met friet.

‘Ik ben mij ervan bewust dat de uiterst subjektieve wijze van aanpak en uitwerking van ideeën op geen enkele manier representatief is voor de grootste gemene deler van de wensen van studenten of docenten. Dit voorstel pretendeert dan ook geenszins een ideaalprogramma in te houden, veel meer is het bedoeld om alternatieve ideeën te leveren.’ Ik schreef dit in 1970, maar het had het net zo goed vorige maand kunnen zijn.

Na rijp beraad heb ik laatst afscheid genomen van twee meter oude vergaderstukken. Bovenop één van de sterk ingekorte stapels zag ik het plotseling liggen. Suggesties voor een nieuw kandidaatsprogramma natuurkunde. Als 19-jarige student vond ik natuurlijk dat er heel wat mis was met het studieprogramma dat de RU Leiden mij voorschotelde, en ik had een nieuw programma bedacht. Daar lag het opeens weer. Handgetypt, vol revolutionaire ideeën, vol nieuwe spelling % Grotere fleksibiliteit, Fysiese etiek, kwantumdynamika en spinmatriksteorie. Het citaat hierboven komt uit de inleiding. De lezer wordt ermee voorbereid op bloedserieuze materie en dat was het ook. Slechts sporadisch was er plaats voor pleidooien van huishoudelijke aard (‘In tegenstelling tot nu voorkomende gevallen is het wenselijk dat ook prekandidaten van half 11 tot 11 koffie kunnen drinken in de kantine van het Kamerlingh Onneslab’). Het achtentwintig pagina%s dikke stuk is nog wel door de toenmalige studieraad behandeld, maar niemand zat eigenlijk te wachten op het gedachtengoed van een kritische student. Er is verder niets meer mee gedaan.

Ironisch genoeg kreeg ik na 29 jaar een tweede kans. Mijn faculteit gaat met een gloednieuw propedeuseprogramma beginnen, gemeenschappelijk voor al haar vier opleidingen. Alles eraan ruikt fris. Het gaat op 1 september 2000 van start, is innovatief, aantrekkelijk voor jonge studenten en vormt een samenhangende introductie tot de moderne natuurwetenschap.

Alleen, het is nog niet klaar. Sterker nog, na vele verwoede pogingen van steeds weer andere groepen mensen, ligt er eigenlijk nog niet meer dan een globaal plan op een half A-4tje. Ook ik heb me er een tijdje mee bemoeid, maar had me verkeken op de taaiheid van de vier vakdisciplines. Taaiheid? Honderden jaren vaktraditie. Niet te verenigen. Net is de ene stroming een beetje akkoord of er komen weer wegwerpgebaren uit de andere hoek. ‘Nee, echt, dáár krijg ik geen draagvlak voor, collega. Op deze manier is het eerste jaar voor onze opleiding weggegooid’. Zo is ook mijn tweede studieprogramma in het afvoerputje verdwenen.

Het valt ook niet mee. Een vegetarisch, een vlees-, een vis- en een oriëntaals restaurant gaan fuseren en het nieuwe etablissement gaat volgende week open. De koks trekken zich terug in de keuken om het menu du chef samen te stellen. Ze komen er niet meteen uit. Wat wil de clientèle het liefst? Het duurt niet lang of er wordt met pollepels gegooid. De eerste wok vliegt door de lucht. Een koksmuts wordt afgerukt, in de visfumé gedrenkt, en bij een ander diep over de orengetrokken. Er wordt gemept met varkensschenkels. De koks zijn lekker creatief bezig. Maar koken, ho maar. En de eerste klanten zijn in aantocht.

Dus wat moet er gebeuren? De faculteit neigt naar de volgende oplossing. Laat alle docenten opeenvolgend in groepen van vier opereren. De ene groep doet een voorstel voor een studieprogramma, de volgende verwerpt het, en maakt een nieuwe opzet. Dat wordt weer afgekeurd en een vers team gaat opnieuw aan de slag. Totdat iedereen medeverantwoordelijk is gemaakt. Dit proces heet: draagvlak creëren. Iedereen heeft in de keuken mogen werken, er komt een soort stamppot op tafel.

Ik zie meer in de tweede mogelijkheid: de bunker-methode. Sluit een selecte groep op in een kleine ruimte en laat ze er pas uit als ze klaar zijn. Reken maar dat de fornuizen snel aan gaan. Wat eruit komt is misschien niet ieders smaak, maar het staat in 2000 wel op tafel.

Ondertussen haal ik een burgertje met friet.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.