De stichting FOM heeft ‘geen bezwaren’ tegen het laatste voorstel van de TU om de oio’s beter te betalen. De stichting FOM (Fundamenteel Onderzoek der Materie) heeft ingestemd met de vorming van een fonds waaruit de TU de loonsverhoging voor onderzoekers in opleiding (oio’s) wil betalen.
Maar de FOM-oio’s krijgen hun TU-geld pas uitgekeerd na hun promotie.
Het fiat van FOM betekent dat er een einde komt aan maandenlange onderhandelingen. De oio’s moeten zich nog wel uitspreken over de gekozen constructie.
De TU wil oio’s net zoveel betalen als de voormalige aio’s (assistenten in opleiding). FOM heeft dit altijd geweigerd en wilde ook geen bemoeienis van de TU met de FOM-oio’s. De optie met het spaartegoed vormde het laatste bod van de TU aan FOM om tot een oplossing te komen.
Als de onderzoekers akkoord gaan met deze constructie betaalt FOM straks een maandelijkse bonus van zeven-, vijf- of driehonderd gulden. De aanvulling tot aio-niveau wordt door de TU gestort in een fonds. De maatregel kost de TU naar schatting zes à zeven ton per jaar.
De FOM-oio’s beleggen in de loop van volgende week een bijeenkomst waarin zij zich uitspreken over het voorstel. Woordvoerder Jorg Janssen is niet onverdeeld blij met de optie en spreekt van een ‘zeer gekunstelde oplossing’. ,,De beste manier is nog steeds een nul-aanstelling”, meent hij. ,,De uitkering uit het fonds is belastingtechnisch onvoordelig, en het is nog onduidelijk wat er gebeurt als een oio tussentijds stopt, of in het wachtgeld terechtkomt.” Janssen is van mening dat FOM de zaak ’tot het laatste moment getraineerd heeft’.
Om de oio’s toch maandelijks te laten profiteren van hun loonsverhoging sluit de TU misschien een overeenkomst met een bank. De oio’s kunnen daar dan een lening afsluiten ter hoogte van het bedrag dat de TU maandelijks voor hen in het fonds stort. Als het opgepotte bedrag na promotie vrijkomt, kan daarmee de schuld van de oio aan de bank ineens worden voldaan.
Voor oio’s in dienst van NWO en STW was al overeengekomen dat het werkgeverschap overgedragen wordt aan de TU. Alleen de vraag aan wie het intellectueel eigendom toekomt, weerhoudt beide partijen nog van de ondertekening van een contract.
De stichting FOM (Fundamenteel Onderzoek der Materie) heeft ingestemd met de vorming van een fonds waaruit de TU de loonsverhoging voor onderzoekers in opleiding (oio’s) wil betalen. Maar de FOM-oio’s krijgen hun TU-geld pas uitgekeerd na hun promotie.
Het fiat van FOM betekent dat er een einde komt aan maandenlange onderhandelingen. De oio’s moeten zich nog wel uitspreken over de gekozen constructie.
De TU wil oio’s net zoveel betalen als de voormalige aio’s (assistenten in opleiding). FOM heeft dit altijd geweigerd en wilde ook geen bemoeienis van de TU met de FOM-oio’s. De optie met het spaartegoed vormde het laatste bod van de TU aan FOM om tot een oplossing te komen.
Als de onderzoekers akkoord gaan met deze constructie betaalt FOM straks een maandelijkse bonus van zeven-, vijf- of driehonderd gulden. De aanvulling tot aio-niveau wordt door de TU gestort in een fonds. De maatregel kost de TU naar schatting zes à zeven ton per jaar.
De FOM-oio’s beleggen in de loop van volgende week een bijeenkomst waarin zij zich uitspreken over het voorstel. Woordvoerder Jorg Janssen is niet onverdeeld blij met de optie en spreekt van een ‘zeer gekunstelde oplossing’. ,,De beste manier is nog steeds een nul-aanstelling”, meent hij. ,,De uitkering uit het fonds is belastingtechnisch onvoordelig, en het is nog onduidelijk wat er gebeurt als een oio tussentijds stopt, of in het wachtgeld terechtkomt.” Janssen is van mening dat FOM de zaak ’tot het laatste moment getraineerd heeft’.
Om de oio’s toch maandelijks te laten profiteren van hun loonsverhoging sluit de TU misschien een overeenkomst met een bank. De oio’s kunnen daar dan een lening afsluiten ter hoogte van het bedrag dat de TU maandelijks voor hen in het fonds stort. Als het opgepotte bedrag na promotie vrijkomt, kan daarmee de schuld van de oio aan de bank ineens worden voldaan.
Voor oio’s in dienst van NWO en STW was al overeengekomen dat het werkgeverschap overgedragen wordt aan de TU. Alleen de vraag aan wie het intellectueel eigendom toekomt, weerhoudt beide partijen nog van de ondertekening van een contract.
Comments are closed.