Een architect die vindt dat architecten overbodig zijn. Het is een van de vele controversiële opvattingen van de Hongaars-Franse chaoot Yona Friedman. Toch krijgen zijn architectuurtheorieën steeds meer bijval.
Een architect die vindt dat architecten overbodig zijn. Het is een van de vele controversiële opvattingen van de Hongaars-Franse chaoot Yona Friedman. Toch krijgen zijn architectuurtheorieën steeds meer bijval.
1 Yona Friedman en echtgenote Denise in hun karakteristieke salle à manger Foto: Tom Haartsen
Geobsedeerd door één idee, dat is en was Yona Friedman (1923), de Hongaars-Joodse architect die in Parijs resideert. Zijn grondidee zou je chaos kunnen noemen, indeterminisme, onvoorspelbaarheid of willekeur. Waarom is dit voor Friedman zo belangrijk? Omdat indeterminisme en menselijke vrijheid, verantwoordelijkheid en waardigheid voor Friedman synoniem zijn. Daarom gruwt hij van elk denken dat streeft naar het tegendeel hiervan; dat streeft naar wetmatigheid, voorspelbaarheid, naar geometrische zuiverheid en harmonie.
Friedman, aan wie het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) momenteel een tentoonstelling wijdt, is een architect met vele gezichten. Hij maakte ontwerpen voor futuristische steden, schreef doe-het-zelfboekjes voor Unesco, vormde bonte verzamelingen van verpakkingsmateriaal en legde zich tevens toe op vakgebieden als sociologie, wiskunde, economie en filmkunst. Hoe divers die bezigheden ook lijken, steeds weer blijkt die vrijheidsobsessie erachter te zitten.
De hoogtijdagen van Friedman lagen in de jaren vijftig en zestig. Hij ontwikkelde een radicaal nieuwe architectuurvisie onder de naam architecture mobile. Een artikel daarover werd voor het eerst in 1957 geplaatst in het tijdschrift Bauwelt. Het leverde de Hongaar enige aanhangers op, die zich verenigden onder de naam Groupe d’Études d’Architecture Mobile (Geam), een kwinkslag naar de toen populaire Congrès Internationaux d’Architecture Moderne (Ciam). Eerder dat jaar had Friedman namelijk bot gevangen op een Ciam-congres in Amsterdam. De jonge garde van Ciam beleed het modernisme: functionele gebouwen van beton of staal zonder rare poespas.
Friedmans gedachtegoed druiste hier in feite lijnrecht tegenin. De modernisten ontwierpen voor ieder mens hetzelfde. Bewoners kregen geen enkele inspraak bij het ontwerp. Volgens Friedman moet ieder individu juist zijn eigen huisje kunnen ontwerpen. De architect behoort alleen de grote stedenbouwkundige structuren te bedenken. Hoe minder de architect ontwerpt, hoe beter het is in de opvatting van Friedman. ‘Een publieke dienaar’, noemde hij zichzelf wel. De kritiek van collega’s was niet van de lucht: Friedman zou zijn verantwoordelijkheid als architect proberen te ontlopen.
2 Schets voor architectonische structuur boven bebouwing
Ville Spatiale
De maakbaarheid van de maatschappij die in de filosofie van de modernisten meespeelde, was iets anders waar Friedman zich radicaal tegen verzette. Architectuur vormt de mens, zo was decennialang de gedachte. Grootscheepse nieuwbouw en renovatie van achterstandsbuurten zou de criminaliteit beteugelen. Deze gedachte stond haaks op Friedmans gedachte dat het individuzelf bepaalt hoe het zich gedraagt. Bovendien bood de realiteit volgens de recalcitrante architect genoeg bewijzen dat de positivistische maakbaarheidsgedachte niet klopt. ,,Er zijn winkelcentra waar mensen niet komen, er zijn pleinen die mensen vermijden, en er zijn smalle, onbeduidende straatjes waar mensen gek op zijn. Het is absoluut onmogelijk de reactie van het publiek te voorspellen”, aldus Friedman in een recent interview.
De theorie van de architecture mobile concretiseerde Friedman in zijn concept van de ville spatiale. Friedman ontwierp enorme architectonische structuren die op kolommen boven bestaande steden ‘zweefden’: basisstructuren waarbinnen mensen hun eigen huis konden ontwerpen. Steden zouden zo tevens een driedimensionaal karakter krijgen om de ongelimiteerde uitdijing een halt toe te roepen.
De nieuwe driedimensionale stadsstructuren moesten volgens Friedman met name boven die plekken komen waar daglicht niet echt nodig is. Boven wegen en spoorwegen bijvoorbeeld, zoals boven de enorme rangeerterreinen die steden als Parijs rijk zijn. Woonwijken zouden overkoepeld kunnen worden door een luchtiger structuur, die wel voldoende daglicht doorlaat.
Het meest spectaculair waren Friedmans plannen voor Parijs, de stad waar hij zelf woonde. Op de tentoonstelling in het NAi zijn hiervan enige voorbeelden te zien. Opvallend is dat de structuren geen mooie geometrische vormen hebben. Bij de ontwikkeling ervan liet Friedman namelijk allerlei random factoren meespelen, om het ideaal van onvoorspelbaarheid eer aan te doen.
3 L’architecture mobile uitgewerkt in schets voor La ville spatiale
Centre Pompidou
In de vijftiger en zestiger jaren vielen Friedmans ideeën bij de meesten niet in goede aarde. De Hongaar roeide dwars tegen de stroom in, en moest daarvoor een prijs betalen: vrijwel geen van zijn ontwerpen is ooit uitgevoerd. Dat kwam niet alleen omdat hij louter basisstructuren ontwierp, ook zijn concrete, meer gedetailleerde ontwerpen moest men niet. Zoals zijn plan voor het Centre Pompidou. Niet zijn, maar het ontwerp van Rogers en Piano werd door de jury uitverkoren.
Friedmans architectonische activiteiten reikten overigens veel verder dan de ville spatiale. Hij was bijvoorbeeld erg geïnteresseerd in de woningnood in de Derde Wereld. Op uitnodiging van het gemeentebestuur van de Indiase stad Bombay ontwierp hij betaalbare huizen voor het volk. Ook dit waren geen kant-en-klaarwoningen, maar basisstructuren. De bewoners moesten hun huis zelf afmaken. Daarvoor was technische kennis vereist en Friedman schreef daarom eenvoudige bouwkundige handboekjes waarin stond uitgelegd hoe je een dak bouwt of aan welke eisen een dragende muur moet voldoen. De handboekjes werden razend populair en de Unesco stuurde ze de hele wereld over. In eigen land had Friedman er minder succes mee. In opdracht van de Franse regering schreef hij een paar van zulke handboekjes voor het onderwijs: ze werden nooit gebruikt.
Je zou kunnen concluderen dat Friedman niet in de juiste tijd geboren is. Maar hoewel de meeste van zijn revolutionaire ideeën nooit zijn uitgevoerd, kan hij moeilijk als mislukt gezien worden. Hij bekleedde professoraten aan belangrijkearchitectuurfaculteiten en schreef een dik oeuvre artikelen en architectuurboeken. Volgens velen is de invloed hiervan enorm geweest.
Stonden Friedmans ideeën destijds haaks op de tijdgeest, inmiddels wordt er helemaal niet meer vreemd tegenaan gekeken. Zijn ville spatiale begint steeds meer werkelijkheid te worden. Zowel ondergronds als ver bovengronds bouwen we namelijk in steeds ingewikkelder vormen. Wegen en spoorwegen worden bovendien steeds vaker overdekt met kantoorgebouwen, zoals Friedman in jaren vijftig en zestig al voorstelde. Zo wordt de ring rond Amsterdam binnenkort op verschillende plaatsen overkapt en volgebouwd. En het spooremplacement van Den Haag CS verdwijnt over een aantal jaren waarschijnlijk onder wolkenkrabbers.
Ook de idee van een planbare stad en maatschappij raakt steeds meer achterhaald. En Friedmans ideaal van individuele architectuur doet steeds meer opgeld, denk aan het Wilde Wonen van architect Carel Weeber.
Friedman was zijn tijd waarschijnlijk ver vooruit. Omdat hij een groot visionair was, die alles ruim van tevoren aan zag komen? Of omdat zijn ideeën langzaam in ons denken zijn doorgesijpeld en ons hebben gevormd? Als we de vraag aan hem zouden voorleggen, zou hij waarschijnlijk voor het laatste antwoord kiezen. Want de werkelijkheid voorspellen, dat kan niet volgens Yona Friedman. Voor visionairen is in zijn filosofie geen plaats.
,,
Een architect die vindt dat architecten overbodig zijn. Het is een van de vele controversiële opvattingen van de Hongaars-Franse chaoot Yona Friedman. Toch krijgen zijn architectuurtheorieën steeds meer bijval.
1 Yona Friedman en echtgenote Denise in hun karakteristieke salle à manger Foto: Tom Haartsen
Geobsedeerd door één idee, dat is en was Yona Friedman (1923), de Hongaars-Joodse architect die in Parijs resideert. Zijn grondidee zou je chaos kunnen noemen, indeterminisme, onvoorspelbaarheid of willekeur. Waarom is dit voor Friedman zo belangrijk? Omdat indeterminisme en menselijke vrijheid, verantwoordelijkheid en waardigheid voor Friedman synoniem zijn. Daarom gruwt hij van elk denken dat streeft naar het tegendeel hiervan; dat streeft naar wetmatigheid, voorspelbaarheid, naar geometrische zuiverheid en harmonie.
Friedman, aan wie het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) momenteel een tentoonstelling wijdt, is een architect met vele gezichten. Hij maakte ontwerpen voor futuristische steden, schreef doe-het-zelfboekjes voor Unesco, vormde bonte verzamelingen van verpakkingsmateriaal en legde zich tevens toe op vakgebieden als sociologie, wiskunde, economie en filmkunst. Hoe divers die bezigheden ook lijken, steeds weer blijkt die vrijheidsobsessie erachter te zitten.
De hoogtijdagen van Friedman lagen in de jaren vijftig en zestig. Hij ontwikkelde een radicaal nieuwe architectuurvisie onder de naam architecture mobile. Een artikel daarover werd voor het eerst in 1957 geplaatst in het tijdschrift Bauwelt. Het leverde de Hongaar enige aanhangers op, die zich verenigden onder de naam Groupe d’Études d’Architecture Mobile (Geam), een kwinkslag naar de toen populaire Congrès Internationaux d’Architecture Moderne (Ciam). Eerder dat jaar had Friedman namelijk bot gevangen op een Ciam-congres in Amsterdam. De jonge garde van Ciam beleed het modernisme: functionele gebouwen van beton of staal zonder rare poespas.
Friedmans gedachtegoed druiste hier in feite lijnrecht tegenin. De modernisten ontwierpen voor ieder mens hetzelfde. Bewoners kregen geen enkele inspraak bij het ontwerp. Volgens Friedman moet ieder individu juist zijn eigen huisje kunnen ontwerpen. De architect behoort alleen de grote stedenbouwkundige structuren te bedenken. Hoe minder de architect ontwerpt, hoe beter het is in de opvatting van Friedman. ‘Een publieke dienaar’, noemde hij zichzelf wel. De kritiek van collega’s was niet van de lucht: Friedman zou zijn verantwoordelijkheid als architect proberen te ontlopen.
2 Schets voor architectonische structuur boven bebouwing
Ville Spatiale
De maakbaarheid van de maatschappij die in de filosofie van de modernisten meespeelde, was iets anders waar Friedman zich radicaal tegen verzette. Architectuur vormt de mens, zo was decennialang de gedachte. Grootscheepse nieuwbouw en renovatie van achterstandsbuurten zou de criminaliteit beteugelen. Deze gedachte stond haaks op Friedmans gedachte dat het individuzelf bepaalt hoe het zich gedraagt. Bovendien bood de realiteit volgens de recalcitrante architect genoeg bewijzen dat de positivistische maakbaarheidsgedachte niet klopt. ,,Er zijn winkelcentra waar mensen niet komen, er zijn pleinen die mensen vermijden, en er zijn smalle, onbeduidende straatjes waar mensen gek op zijn. Het is absoluut onmogelijk de reactie van het publiek te voorspellen”, aldus Friedman in een recent interview.
De theorie van de architecture mobile concretiseerde Friedman in zijn concept van de ville spatiale. Friedman ontwierp enorme architectonische structuren die op kolommen boven bestaande steden ‘zweefden’: basisstructuren waarbinnen mensen hun eigen huis konden ontwerpen. Steden zouden zo tevens een driedimensionaal karakter krijgen om de ongelimiteerde uitdijing een halt toe te roepen.
De nieuwe driedimensionale stadsstructuren moesten volgens Friedman met name boven die plekken komen waar daglicht niet echt nodig is. Boven wegen en spoorwegen bijvoorbeeld, zoals boven de enorme rangeerterreinen die steden als Parijs rijk zijn. Woonwijken zouden overkoepeld kunnen worden door een luchtiger structuur, die wel voldoende daglicht doorlaat.
Het meest spectaculair waren Friedmans plannen voor Parijs, de stad waar hij zelf woonde. Op de tentoonstelling in het NAi zijn hiervan enige voorbeelden te zien. Opvallend is dat de structuren geen mooie geometrische vormen hebben. Bij de ontwikkeling ervan liet Friedman namelijk allerlei random factoren meespelen, om het ideaal van onvoorspelbaarheid eer aan te doen.
3 L’architecture mobile uitgewerkt in schets voor La ville spatiale
Centre Pompidou
In de vijftiger en zestiger jaren vielen Friedmans ideeën bij de meesten niet in goede aarde. De Hongaar roeide dwars tegen de stroom in, en moest daarvoor een prijs betalen: vrijwel geen van zijn ontwerpen is ooit uitgevoerd. Dat kwam niet alleen omdat hij louter basisstructuren ontwierp, ook zijn concrete, meer gedetailleerde ontwerpen moest men niet. Zoals zijn plan voor het Centre Pompidou. Niet zijn, maar het ontwerp van Rogers en Piano werd door de jury uitverkoren.
Friedmans architectonische activiteiten reikten overigens veel verder dan de ville spatiale. Hij was bijvoorbeeld erg geïnteresseerd in de woningnood in de Derde Wereld. Op uitnodiging van het gemeentebestuur van de Indiase stad Bombay ontwierp hij betaalbare huizen voor het volk. Ook dit waren geen kant-en-klaarwoningen, maar basisstructuren. De bewoners moesten hun huis zelf afmaken. Daarvoor was technische kennis vereist en Friedman schreef daarom eenvoudige bouwkundige handboekjes waarin stond uitgelegd hoe je een dak bouwt of aan welke eisen een dragende muur moet voldoen. De handboekjes werden razend populair en de Unesco stuurde ze de hele wereld over. In eigen land had Friedman er minder succes mee. In opdracht van de Franse regering schreef hij een paar van zulke handboekjes voor het onderwijs: ze werden nooit gebruikt.
Je zou kunnen concluderen dat Friedman niet in de juiste tijd geboren is. Maar hoewel de meeste van zijn revolutionaire ideeën nooit zijn uitgevoerd, kan hij moeilijk als mislukt gezien worden. Hij bekleedde professoraten aan belangrijkearchitectuurfaculteiten en schreef een dik oeuvre artikelen en architectuurboeken. Volgens velen is de invloed hiervan enorm geweest.
Stonden Friedmans ideeën destijds haaks op de tijdgeest, inmiddels wordt er helemaal niet meer vreemd tegenaan gekeken. Zijn ville spatiale begint steeds meer werkelijkheid te worden. Zowel ondergronds als ver bovengronds bouwen we namelijk in steeds ingewikkelder vormen. Wegen en spoorwegen worden bovendien steeds vaker overdekt met kantoorgebouwen, zoals Friedman in jaren vijftig en zestig al voorstelde. Zo wordt de ring rond Amsterdam binnenkort op verschillende plaatsen overkapt en volgebouwd. En het spooremplacement van Den Haag CS verdwijnt over een aantal jaren waarschijnlijk onder wolkenkrabbers.
Ook de idee van een planbare stad en maatschappij raakt steeds meer achterhaald. En Friedmans ideaal van individuele architectuur doet steeds meer opgeld, denk aan het Wilde Wonen van architect Carel Weeber.
Friedman was zijn tijd waarschijnlijk ver vooruit. Omdat hij een groot visionair was, die alles ruim van tevoren aan zag komen? Of omdat zijn ideeën langzaam in ons denken zijn doorgesijpeld en ons hebben gevormd? Als we de vraag aan hem zouden voorleggen, zou hij waarschijnlijk voor het laatste antwoord kiezen. Want de werkelijkheid voorspellen, dat kan niet volgens Yona Friedman. Voor visionairen is in zijn filosofie geen plaats.
Een architect die vindt dat architecten overbodig zijn. Het is een van de vele controversiële opvattingen van de Hongaars-Franse chaoot Yona Friedman. Toch krijgen zijn architectuurtheorieën steeds meer bijval.
1 Yona Friedman en echtgenote Denise in hun karakteristieke salle à manger Foto: Tom Haartsen
Geobsedeerd door één idee, dat is en was Yona Friedman (1923), de Hongaars-Joodse architect die in Parijs resideert. Zijn grondidee zou je chaos kunnen noemen, indeterminisme, onvoorspelbaarheid of willekeur. Waarom is dit voor Friedman zo belangrijk? Omdat indeterminisme en menselijke vrijheid, verantwoordelijkheid en waardigheid voor Friedman synoniem zijn. Daarom gruwt hij van elk denken dat streeft naar het tegendeel hiervan; dat streeft naar wetmatigheid, voorspelbaarheid, naar geometrische zuiverheid en harmonie.
Friedman, aan wie het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) momenteel een tentoonstelling wijdt, is een architect met vele gezichten. Hij maakte ontwerpen voor futuristische steden, schreef doe-het-zelfboekjes voor Unesco, vormde bonte verzamelingen van verpakkingsmateriaal en legde zich tevens toe op vakgebieden als sociologie, wiskunde, economie en filmkunst. Hoe divers die bezigheden ook lijken, steeds weer blijkt die vrijheidsobsessie erachter te zitten.
De hoogtijdagen van Friedman lagen in de jaren vijftig en zestig. Hij ontwikkelde een radicaal nieuwe architectuurvisie onder de naam architecture mobile. Een artikel daarover werd voor het eerst in 1957 geplaatst in het tijdschrift Bauwelt. Het leverde de Hongaar enige aanhangers op, die zich verenigden onder de naam Groupe d’Études d’Architecture Mobile (Geam), een kwinkslag naar de toen populaire Congrès Internationaux d’Architecture Moderne (Ciam). Eerder dat jaar had Friedman namelijk bot gevangen op een Ciam-congres in Amsterdam. De jonge garde van Ciam beleed het modernisme: functionele gebouwen van beton of staal zonder rare poespas.
Friedmans gedachtegoed druiste hier in feite lijnrecht tegenin. De modernisten ontwierpen voor ieder mens hetzelfde. Bewoners kregen geen enkele inspraak bij het ontwerp. Volgens Friedman moet ieder individu juist zijn eigen huisje kunnen ontwerpen. De architect behoort alleen de grote stedenbouwkundige structuren te bedenken. Hoe minder de architect ontwerpt, hoe beter het is in de opvatting van Friedman. ‘Een publieke dienaar’, noemde hij zichzelf wel. De kritiek van collega’s was niet van de lucht: Friedman zou zijn verantwoordelijkheid als architect proberen te ontlopen.
2 Schets voor architectonische structuur boven bebouwing
Ville Spatiale
De maakbaarheid van de maatschappij die in de filosofie van de modernisten meespeelde, was iets anders waar Friedman zich radicaal tegen verzette. Architectuur vormt de mens, zo was decennialang de gedachte. Grootscheepse nieuwbouw en renovatie van achterstandsbuurten zou de criminaliteit beteugelen. Deze gedachte stond haaks op Friedmans gedachte dat het individuzelf bepaalt hoe het zich gedraagt. Bovendien bood de realiteit volgens de recalcitrante architect genoeg bewijzen dat de positivistische maakbaarheidsgedachte niet klopt. ,,Er zijn winkelcentra waar mensen niet komen, er zijn pleinen die mensen vermijden, en er zijn smalle, onbeduidende straatjes waar mensen gek op zijn. Het is absoluut onmogelijk de reactie van het publiek te voorspellen”, aldus Friedman in een recent interview.
De theorie van de architecture mobile concretiseerde Friedman in zijn concept van de ville spatiale. Friedman ontwierp enorme architectonische structuren die op kolommen boven bestaande steden ‘zweefden’: basisstructuren waarbinnen mensen hun eigen huis konden ontwerpen. Steden zouden zo tevens een driedimensionaal karakter krijgen om de ongelimiteerde uitdijing een halt toe te roepen.
De nieuwe driedimensionale stadsstructuren moesten volgens Friedman met name boven die plekken komen waar daglicht niet echt nodig is. Boven wegen en spoorwegen bijvoorbeeld, zoals boven de enorme rangeerterreinen die steden als Parijs rijk zijn. Woonwijken zouden overkoepeld kunnen worden door een luchtiger structuur, die wel voldoende daglicht doorlaat.
Het meest spectaculair waren Friedmans plannen voor Parijs, de stad waar hij zelf woonde. Op de tentoonstelling in het NAi zijn hiervan enige voorbeelden te zien. Opvallend is dat de structuren geen mooie geometrische vormen hebben. Bij de ontwikkeling ervan liet Friedman namelijk allerlei random factoren meespelen, om het ideaal van onvoorspelbaarheid eer aan te doen.
3 L’architecture mobile uitgewerkt in schets voor La ville spatiale
Centre Pompidou
In de vijftiger en zestiger jaren vielen Friedmans ideeën bij de meesten niet in goede aarde. De Hongaar roeide dwars tegen de stroom in, en moest daarvoor een prijs betalen: vrijwel geen van zijn ontwerpen is ooit uitgevoerd. Dat kwam niet alleen omdat hij louter basisstructuren ontwierp, ook zijn concrete, meer gedetailleerde ontwerpen moest men niet. Zoals zijn plan voor het Centre Pompidou. Niet zijn, maar het ontwerp van Rogers en Piano werd door de jury uitverkoren.
Friedmans architectonische activiteiten reikten overigens veel verder dan de ville spatiale. Hij was bijvoorbeeld erg geïnteresseerd in de woningnood in de Derde Wereld. Op uitnodiging van het gemeentebestuur van de Indiase stad Bombay ontwierp hij betaalbare huizen voor het volk. Ook dit waren geen kant-en-klaarwoningen, maar basisstructuren. De bewoners moesten hun huis zelf afmaken. Daarvoor was technische kennis vereist en Friedman schreef daarom eenvoudige bouwkundige handboekjes waarin stond uitgelegd hoe je een dak bouwt of aan welke eisen een dragende muur moet voldoen. De handboekjes werden razend populair en de Unesco stuurde ze de hele wereld over. In eigen land had Friedman er minder succes mee. In opdracht van de Franse regering schreef hij een paar van zulke handboekjes voor het onderwijs: ze werden nooit gebruikt.
Je zou kunnen concluderen dat Friedman niet in de juiste tijd geboren is. Maar hoewel de meeste van zijn revolutionaire ideeën nooit zijn uitgevoerd, kan hij moeilijk als mislukt gezien worden. Hij bekleedde professoraten aan belangrijkearchitectuurfaculteiten en schreef een dik oeuvre artikelen en architectuurboeken. Volgens velen is de invloed hiervan enorm geweest.
Stonden Friedmans ideeën destijds haaks op de tijdgeest, inmiddels wordt er helemaal niet meer vreemd tegenaan gekeken. Zijn ville spatiale begint steeds meer werkelijkheid te worden. Zowel ondergronds als ver bovengronds bouwen we namelijk in steeds ingewikkelder vormen. Wegen en spoorwegen worden bovendien steeds vaker overdekt met kantoorgebouwen, zoals Friedman in jaren vijftig en zestig al voorstelde. Zo wordt de ring rond Amsterdam binnenkort op verschillende plaatsen overkapt en volgebouwd. En het spooremplacement van Den Haag CS verdwijnt over een aantal jaren waarschijnlijk onder wolkenkrabbers.
Ook de idee van een planbare stad en maatschappij raakt steeds meer achterhaald. En Friedmans ideaal van individuele architectuur doet steeds meer opgeld, denk aan het Wilde Wonen van architect Carel Weeber.
Friedman was zijn tijd waarschijnlijk ver vooruit. Omdat hij een groot visionair was, die alles ruim van tevoren aan zag komen? Of omdat zijn ideeën langzaam in ons denken zijn doorgesijpeld en ons hebben gevormd? Als we de vraag aan hem zouden voorleggen, zou hij waarschijnlijk voor het laatste antwoord kiezen. Want de werkelijkheid voorspellen, dat kan niet volgens Yona Friedman. Voor visionairen is in zijn filosofie geen plaats.
Comments are closed.