Onderwijs

De bal begin te rollen

Over het TU-onderwijs heeft de Adviesraad Technologiebeleid Delft (ARTD) een zeer leesbare nota geproduceerd. Voorzitter prof.dr.ir. P. Dewilde: ,,Dat hebben we gedaan, omdat wij willen dat er ook echt iets met onze aanbevelingen gebeurt.”

Naast duidelijkheid en helderheid streeft de ARTD ook realisme na. Voorzitter Dewilde geeft een aansprekend voorbeeld van een onrealistisch advies: ,,Wil Delft echt concurreren met Eindhoven en Twente, dan zou ze haar universiteit kunnen oppakken en neerzetten aan de Middellandse Zee. Bij de keuze voor een onderwijsinstelling speelt het weer ook een rol, want veel grote Amerikaanse universiteiten zitten in het behaaglijke klimaat van Zuid-Californië. Een dergelijk verhuisadvies is echter niet realistisch en daarom geven wij dat dus niet. Wij willen adviezen geven die de kwaliteit van onze instelling ter plekke aanzienlijk kunnen verbeteren.”

Evenmin geeft de ARTD richtlijnen voor de praktische uitvoering van een aanbeveling. Ook dit kan Dewilde beeldend illustreren: ,,Je zou bijvoorbeeld iemand kunnen aanraden om te gaan lijnen, maar je moet daarom niet het gepaste dieet voor hem of haar ontwerpen.”

De ARTD buigt zich over de grote lijnen van het beleid en adviseert de TU hierover. De commissie bestaat uit acht binnenleden (hoogleraren van de TU) en zes buitenleden (vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven). De binnenleden bereiden de adviezen voor en leggen deze ter beoordeling aan de buitenleden voor. Uit hun ideeënkoker zijn bijvoorbeeld ook de Dioc’s (Delft Interfacultair Onderzoek Centrum) voortgekomen.

Voor het advies ‘Vernieuwing van het onderwijs aan de TU-Delft’ heeft de ARTD naast een uitgebreide literatuurstudie ook een studiedag gehouden met sleutelpersonen uit het bedrijfsleven, het onderwijs (middelbare scholen en universiteit), studenten en beleidsmakers bij de ministeries en de TU Delft. ,,Je moet je zo breed mogelijk proberen te informeren”, aldus Dewilde. ,,Het meest opmerkelijk was dat de gemeenschap vrij unaniem was over de koers die gevolgd moest worden in het onderwijs. Deze breed gedragen consensus vergemakkelijkte het samenstellen van deze nota.”
Actie

Naast het uitbrengen van een advies is het nog belangrijker dat er ook daadwerkelijk iets mee gebeurt. Volgens Dewilde wilde de commissie absoluut dat haar aanbevelingen de praktijk zouden bereiken. ,,Er is over onderwijs al heel veel geschreven, maar weinig actie ondernomen. Die weg wilden wij niet op. Wij hebben om die reden de aanbevelingen eenvoudig gehouden en helder geformuleerd omdat de kans op implementatie zo veel groter is dan bij wilde plannen en vage suggesties.”

De ARTD lijkt voor een groot gedeelte in deze opzet geslaagd. Ruim een maand geleden is Dewilde op bezoek geweest bij rector Wakker. De aanbevelingen van de ARTD hebben ze samen punt voorpunt doorgenomen. ,,Er wordt gewerkt aan alle aanbevelingen van ons advies. Dat is prettig om te vernemen.”

Aan de andere kant verbaasde het Dewilde niet echt dat rector Wakker met alle ARTD-aanbevelingen aan de slag was gegaan. ,,Hij heeft zelf al diverse nota’s geschreven over het onderwijs en zijn ideeën komen in grote lijnen overeen met die van de ARTD. Er zijn punten van verschil, maar daar komen wij in goed overleg wel uit.”

Voorlopig ligt de bal nu bij het cvb. Dat moet de aanbevelingen verder gaan uitwerken. ,,In december komen wij, de ARTD en de rector, opnieuw samen om de stand van zaken te inventariseren.”

ARTD-nota: radicale veranderingen nodig

In Delta 39 (1998) is de nota ‘Vernieuwing van het onderwijs aan de TU-Delft’ reeds besproken. De ARTD stelt hierin voor de TU-opleidingen te splitsen in een driejarig universitair gedeelte en aansluitend een tweejarige topopleiding. De laatste zou dan ook toegankelijk moeten zijn voor de afgestudeerden van de bèta-opleidingen van andere universiteiten. Hierdoor wordt de structuur van de studie meer doorzichtig en de (internationale) uitwisseling en de ontschotting tussen studierichtingen makkelijker realiseerbaar.

De ARTD doet voor de driejarige opleiding 29 aanbevelingen en voor de topopleiding tien. Hier een kleine selectie om het geheugen op te frissen. Opmerkelijk was het voorstel voor een instellingspakket voor de hele studie. Hierdoor moet de opleiding van ingenieur verbreed worden. Het instellingspakket zou toekomstige ingenieurs moeten voorbereiden op kennis en vaardigheid die voor iedere ingenieur van belang is, met name de kennis van economische, financiële en sociale processen, de systeem-ontwerpkunde, het omgaan met informatieprocessen en ten slotte ‘wetenschappelijke mondigheid’, met name kritisch inzicht en oordeelsvermogen. Andere aanbevelingen waren dat docenten niet langer dan zeven jaar een basisvak moesten geven, de instelling van studiepaviljoens, waar zowel overdag als ’s avonds studenten van alle opleidingen assistentie kunnen krijgen bij het bestuderen van dat vak en een goede begeleiding van studenten bij een studieplanning. De ARTD zou graag zien dat de Delftse campus gaat leven als een echte werk- en studieomgeving.

Naast duidelijkheid en helderheid streeft de ARTD ook realisme na. Voorzitter Dewilde geeft een aansprekend voorbeeld van een onrealistisch advies: ,,Wil Delft echt concurreren met Eindhoven en Twente, dan zou ze haar universiteit kunnen oppakken en neerzetten aan de Middellandse Zee. Bij de keuze voor een onderwijsinstelling speelt het weer ook een rol, want veel grote Amerikaanse universiteiten zitten in het behaaglijke klimaat van Zuid-Californië. Een dergelijk verhuisadvies is echter niet realistisch en daarom geven wij dat dus niet. Wij willen adviezen geven die de kwaliteit van onze instelling ter plekke aanzienlijk kunnen verbeteren.”

Evenmin geeft de ARTD richtlijnen voor de praktische uitvoering van een aanbeveling. Ook dit kan Dewilde beeldend illustreren: ,,Je zou bijvoorbeeld iemand kunnen aanraden om te gaan lijnen, maar je moet daarom niet het gepaste dieet voor hem of haar ontwerpen.”

De ARTD buigt zich over de grote lijnen van het beleid en adviseert de TU hierover. De commissie bestaat uit acht binnenleden (hoogleraren van de TU) en zes buitenleden (vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven). De binnenleden bereiden de adviezen voor en leggen deze ter beoordeling aan de buitenleden voor. Uit hun ideeënkoker zijn bijvoorbeeld ook de Dioc’s (Delft Interfacultair Onderzoek Centrum) voortgekomen.

Voor het advies ‘Vernieuwing van het onderwijs aan de TU-Delft’ heeft de ARTD naast een uitgebreide literatuurstudie ook een studiedag gehouden met sleutelpersonen uit het bedrijfsleven, het onderwijs (middelbare scholen en universiteit), studenten en beleidsmakers bij de ministeries en de TU Delft. ,,Je moet je zo breed mogelijk proberen te informeren”, aldus Dewilde. ,,Het meest opmerkelijk was dat de gemeenschap vrij unaniem was over de koers die gevolgd moest worden in het onderwijs. Deze breed gedragen consensus vergemakkelijkte het samenstellen van deze nota.”
Actie

Naast het uitbrengen van een advies is het nog belangrijker dat er ook daadwerkelijk iets mee gebeurt. Volgens Dewilde wilde de commissie absoluut dat haar aanbevelingen de praktijk zouden bereiken. ,,Er is over onderwijs al heel veel geschreven, maar weinig actie ondernomen. Die weg wilden wij niet op. Wij hebben om die reden de aanbevelingen eenvoudig gehouden en helder geformuleerd omdat de kans op implementatie zo veel groter is dan bij wilde plannen en vage suggesties.”

De ARTD lijkt voor een groot gedeelte in deze opzet geslaagd. Ruim een maand geleden is Dewilde op bezoek geweest bij rector Wakker. De aanbevelingen van de ARTD hebben ze samen punt voorpunt doorgenomen. ,,Er wordt gewerkt aan alle aanbevelingen van ons advies. Dat is prettig om te vernemen.”

Aan de andere kant verbaasde het Dewilde niet echt dat rector Wakker met alle ARTD-aanbevelingen aan de slag was gegaan. ,,Hij heeft zelf al diverse nota’s geschreven over het onderwijs en zijn ideeën komen in grote lijnen overeen met die van de ARTD. Er zijn punten van verschil, maar daar komen wij in goed overleg wel uit.”

Voorlopig ligt de bal nu bij het cvb. Dat moet de aanbevelingen verder gaan uitwerken. ,,In december komen wij, de ARTD en de rector, opnieuw samen om de stand van zaken te inventariseren.”

ARTD-nota: radicale veranderingen nodig

In Delta 39 (1998) is de nota ‘Vernieuwing van het onderwijs aan de TU-Delft’ reeds besproken. De ARTD stelt hierin voor de TU-opleidingen te splitsen in een driejarig universitair gedeelte en aansluitend een tweejarige topopleiding. De laatste zou dan ook toegankelijk moeten zijn voor de afgestudeerden van de bèta-opleidingen van andere universiteiten. Hierdoor wordt de structuur van de studie meer doorzichtig en de (internationale) uitwisseling en de ontschotting tussen studierichtingen makkelijker realiseerbaar.

De ARTD doet voor de driejarige opleiding 29 aanbevelingen en voor de topopleiding tien. Hier een kleine selectie om het geheugen op te frissen. Opmerkelijk was het voorstel voor een instellingspakket voor de hele studie. Hierdoor moet de opleiding van ingenieur verbreed worden. Het instellingspakket zou toekomstige ingenieurs moeten voorbereiden op kennis en vaardigheid die voor iedere ingenieur van belang is, met name de kennis van economische, financiële en sociale processen, de systeem-ontwerpkunde, het omgaan met informatieprocessen en ten slotte ‘wetenschappelijke mondigheid’, met name kritisch inzicht en oordeelsvermogen. Andere aanbevelingen waren dat docenten niet langer dan zeven jaar een basisvak moesten geven, de instelling van studiepaviljoens, waar zowel overdag als ’s avonds studenten van alle opleidingen assistentie kunnen krijgen bij het bestuderen van dat vak en een goede begeleiding van studenten bij een studieplanning. De ARTD zou graag zien dat de Delftse campus gaat leven als een echte werk- en studieomgeving.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.