Campus

‘Je werkt met het paard samen; dat is de sport’

,,Ik baal er echt van”, zegt Stijn van den Boogaard, lid van ondervereniging Caroussel van het Corps, over zijn paardrij-prestatie van twee weken geleden.

In de kwartfinales van de Nederlands Studenten Kampioenschap werd hij namelijk al uitgeschakeld.

,,Als kleine jongen vond ik paardrijden al machtig. Op een dag kocht ik tien lootjes voor een loterij in Zutphen met als hoofdprijs een pony”, vertelt de student. Weldra zat pa Van den Boogaard met een arabier van acht maanden opgescheept. De pony brak verschillende keren uit de wei en liep zelfs over de snelweg. ,,Mijn moeder sloot zelfs speciale verzekeringen af”, herinnert Van den Boogaard zich.

De 22-jarige student bouwkunde heeft nu, eenmaal te groot voor de pony, een eigen paard in het oosten van het land staan. Door de week verzorgt een meisje het paard. ,,Maar in het weekend beleer ik hem in dressuur en springen. Na de training doen we een buitenrit over de Veluwe. Soms over een slootje springen of over een omgevallen boomstam. Of op een zandpad vol het gas er op”, vertelt Van den Boogaard.

,,Het paard is net Ben Johnson”, vervolgt Van den Boogaard. ,,Het dier gaat als een raket. Hij heeft al twee keer de muur van de stal er uit getrapt, zo sterk is hij.” Toch heeft dit paard nog geen wedstrijden gereden. ,,Ik breng het paard pas uit als het goed genoeg is”, verklaart Van den Boogaard. ,,Dan pak ik meteen veel punten in wedstrijden.”

Op studenten-niveau wordt sowieso nog niet met eigen paarden gereden. De ruiter reist met laarzen, beige broek, cap en slaapzak de wedstrijden af. Verschillende ruiters berijden hetzelfde paard van de plaatselijke stal. ,,Dat is het mooie van dit competitiesysteem. De beste rijder wint en niet degene met de duurste knol. Het is even vijf minuten los stappen met zo’n vreemd paard en een klein proefsprongetje, waarna meteen de wedstrijd begint. Degene met thuis een kwartjespaard van de ETOS heeft ook zijn kans”, aldus Van den Boogaard.
Napoleon

Afwisselend trainen op verschillende paarden is dus gunstig. Voor de vakantie bereed Van den Boogaard dan ook door de week het paard van een manegehouder in Den Hoorn. ,,En zo iemand stuurt mij niet zo maar met zijn peperdure paard onder mijn gat de wei in”, aldus de student. ,,Je moet gevoel hebben voor paarden. Het moet gewoon klikken. Als ik bij binnenkomst de naam Napoleon door de manege schal, hoor ik het paard van verre hinneken. Je weet uit ervaring ook hoe zo’n dier beweegt. Hoger dan 1.20 meter springt een paard echt niet uit zich zelf. Als ruiter stuur je hem. Je werkt met hem samen. Dat is de sport.”

Bij de Nederlandse Studenten Kampioenschappen in Limbricht liet die samenwerking Van den Boogaard even in de steek. De Delftenaar reed bij het springen in de kwartfinales verkeerd op een hindernis af. Een weigering van het paard en drie strafpunten op de lijst waren het gevolg. ,,Het was een domme fout. De scherpte was even weg. Ik had het paard er wel overheen kunnen sturen, maar dan hadden waarschijnlijk de balken van de hindernis in het rond gevlogen”, denkt Van denBoogaard terug aan de wedstrijd.

,,Maar misschien kwam het ook wel door het feest van die avond daarvoor, op kasteel Limbricht. Er wordt wel gezegd dat de ruiter met de sterkste lever de meeste kansen heeft. Ik lag zelf om half vijf met een veel te hoog promilage in bed”, bekent hij. ,,Achteraf zei de jury dat ze mij hoger hadden ingeschat. Dat komt volgend jaar, zeker weten.” (J.R.)

Jeroen Rademaker


Van den Boogaard: ,,De ruiter met de sterkste lever heeft de meeste kansen …”

,,Ik baal er echt van”, zegt Stijn van den Boogaard, lid van ondervereniging Caroussel van het Corps, over zijn paardrij-prestatie van twee weken geleden. In de kwartfinales van de Nederlands Studenten Kampioenschap werd hij namelijk al uitgeschakeld.

,,Als kleine jongen vond ik paardrijden al machtig. Op een dag kocht ik tien lootjes voor een loterij in Zutphen met als hoofdprijs een pony”, vertelt de student. Weldra zat pa Van den Boogaard met een arabier van acht maanden opgescheept. De pony brak verschillende keren uit de wei en liep zelfs over de snelweg. ,,Mijn moeder sloot zelfs speciale verzekeringen af”, herinnert Van den Boogaard zich.

De 22-jarige student bouwkunde heeft nu, eenmaal te groot voor de pony, een eigen paard in het oosten van het land staan. Door de week verzorgt een meisje het paard. ,,Maar in het weekend beleer ik hem in dressuur en springen. Na de training doen we een buitenrit over de Veluwe. Soms over een slootje springen of over een omgevallen boomstam. Of op een zandpad vol het gas er op”, vertelt Van den Boogaard.

,,Het paard is net Ben Johnson”, vervolgt Van den Boogaard. ,,Het dier gaat als een raket. Hij heeft al twee keer de muur van de stal er uit getrapt, zo sterk is hij.” Toch heeft dit paard nog geen wedstrijden gereden. ,,Ik breng het paard pas uit als het goed genoeg is”, verklaart Van den Boogaard. ,,Dan pak ik meteen veel punten in wedstrijden.”

Op studenten-niveau wordt sowieso nog niet met eigen paarden gereden. De ruiter reist met laarzen, beige broek, cap en slaapzak de wedstrijden af. Verschillende ruiters berijden hetzelfde paard van de plaatselijke stal. ,,Dat is het mooie van dit competitiesysteem. De beste rijder wint en niet degene met de duurste knol. Het is even vijf minuten los stappen met zo’n vreemd paard en een klein proefsprongetje, waarna meteen de wedstrijd begint. Degene met thuis een kwartjespaard van de ETOS heeft ook zijn kans”, aldus Van den Boogaard.
Napoleon

Afwisselend trainen op verschillende paarden is dus gunstig. Voor de vakantie bereed Van den Boogaard dan ook door de week het paard van een manegehouder in Den Hoorn. ,,En zo iemand stuurt mij niet zo maar met zijn peperdure paard onder mijn gat de wei in”, aldus de student. ,,Je moet gevoel hebben voor paarden. Het moet gewoon klikken. Als ik bij binnenkomst de naam Napoleon door de manege schal, hoor ik het paard van verre hinneken. Je weet uit ervaring ook hoe zo’n dier beweegt. Hoger dan 1.20 meter springt een paard echt niet uit zich zelf. Als ruiter stuur je hem. Je werkt met hem samen. Dat is de sport.”

Bij de Nederlandse Studenten Kampioenschappen in Limbricht liet die samenwerking Van den Boogaard even in de steek. De Delftenaar reed bij het springen in de kwartfinales verkeerd op een hindernis af. Een weigering van het paard en drie strafpunten op de lijst waren het gevolg. ,,Het was een domme fout. De scherpte was even weg. Ik had het paard er wel overheen kunnen sturen, maar dan hadden waarschijnlijk de balken van de hindernis in het rond gevlogen”, denkt Van denBoogaard terug aan de wedstrijd.

,,Maar misschien kwam het ook wel door het feest van die avond daarvoor, op kasteel Limbricht. Er wordt wel gezegd dat de ruiter met de sterkste lever de meeste kansen heeft. Ik lag zelf om half vijf met een veel te hoog promilage in bed”, bekent hij. ,,Achteraf zei de jury dat ze mij hoger hadden ingeschat. Dat komt volgend jaar, zeker weten.” (J.R.)

Jeroen Rademaker


Van den Boogaard: ,,De ruiter met de sterkste lever heeft de meeste kansen …”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.