Campus

‘We vragen vooral om begrip’

Drie studenten van de universiteit van Tuzla in Bosnië-Herzegovina waren dinsdag als onderdeel van een rondreis door Europa op bezoek in Delft.

Filosofiestudent Hamdija Civic (25) en de mijnbouwstudenten Adem Mostarlic (27) en Lejla Jasarevic (26) willen met deze reis langs Europese universiteiten begrip kweken voor de situatie waarin zij verkeren.

Het is de eerste keer sinds het uitbreken van de oorlog in voormalig Joegoslavië dat studenten uit Tuzla naar het buitenland komen. Zij zijn naar Nederland gekomen met hulp van de Stichting Jongeren Solidair met voormalig Joegoslavië en hielden afgelopen dinsdagavond een voordracht in Delft op uitnodiging van de VSSD-werkgroep Internationaal.

Civic is voorzitter van de studentenvakbond aan de universiteit van Tuzla, Mostarlic is vice-voorzitter en tevens voorzitter van de plaatselijke mijnbouwvereniging. Jasarevic beheerst als enige de Engelse taal. De studenten worden tijdens hun reis vergezeld door drie hoogleraren en een chauffeur.

Jasarevic legt uit waarom ze hier zijn: ,,Ik hoop dat ik contacten kan leggen met studenten van andere universiteiten. Die contacten zijn er nu bijna niet meer, door de slechte communicatie gedurende de afgelopen drie oorlogsjaren. Ik denk dat wij door de oorlog een achterstand op technologisch gebied oplopen van misschien wel twintig jaar. Op dit moment studeren we uit verouderde boeken en we kunnen ook geen onderzoek doen door het gebrek aan elektriciteit en water. Ook is de aanvoer van vakliteratuur de laatste drie jaar onmogelijk geweest.”
Alarm

Aan de universiteit van Tuzla studeren ongeveer vijfduizend studenten, verdeeld over zeven faculteiten. Daaronder zijn een drietal technische faculteiten, Mijnbouwkunde, Elektrotechniek en Algemene Techniek. De studenten en de tweehonderd hoogleraren zijn Kroaten, Serviërs en Moslims maar bovenal Bosniër. Civic is van Kroatische afkomst, Mostarlic en Jasarevic zijn Moslim. Maar ,,Tuzla blijft bij elkaar”, is de stellige mening van Jasarevic. Zij toont de vlag van Bosnië om haar woorden kracht bij te zetten. Jasarevic: ,,De mensen die wij ontmoet hebben in Nederland willen met ons vooral over de politieke situatie en de oorlog in Bosnië praten, maar daarvoor zijn wij niet hier gekomen; wij zijn geen politici.”

Jasarevic vertelt zichtbaar aangedaan dat zij afgelopen maandag hoorde dat tijdens nieuwe Servische aanvallen op de Bosnische stellingen in de ‘veilige zone’ rond Tuzla één van haar studentvrienden aan het front zwaargewond is geraakt. Hoewel Tuzla in één van de veilige zones van de Verenigde Naties ligt, gaat in de stad vrijwel dagelijks het luchtalarm af. De schrik zit er nog goed in. Jasarevic: ,,Als het alarm gaat, heb je een paar seconden tijd om op de grond te gaan liggen of te schuilen voordat er ergens een granaat inslaat. Het gebeurt ook vaak dat hierdoor de colleges onderbrokenworden en dat iedereen naar de schuilkelders moet.”

Zestig procent van de mannelijke studenten in Tuzla is verplicht in het Bosnische leger te vechten. ,,Die zitten te leren in een loopgraaf aan het front, dus wij hebben het nog helemaal niet zo slecht als we met z’n zessen op één kamer moeten studeren”, grapt Jasarevic wrang. Het curriculum van de universiteit is voor deze soldaten zo aangepast dat ze nog wel kunnen blijven studeren.
Begrip

De studenten in Tuzla leven bij familie of in wooncentra. Als gevolg van de etnische zuiveringen elders in Bosnië door de Serviërs zijn er de afgelopen tijd erg veel vluchtelingen in de stad gekomen. Een aantal van deze wooncentra zijn daarom ingericht als opvangruimte. Jasarevic: ,,Zelfs de mensa van de universiteit wordt hiervoor tegenwoordig gebruikt, zodat iedereen zelf moet koken. De situatie nu is echter wel een stuk verbeterd ten opzichte van vorige winter, toen het eten in Bosnië schaars en onbetaalbaar was door de blokkades van de wegen naar Tuzla.”

Het gebrek aan studiemateriaal maakt het moeilijk om goed te studeren. Jasarevic: ,,Het komt soms voor dat dertig studenten uit één boek moeten leren. Ook is er bijna geen papier om op te schrijven, zodat we het papier hergebruiken voor zover dat mogelijk is.” Zij wijst op haar blocnote met het logo van de Universiteit van Amsterdam erop. ,,Deze heb ik gisteren gekregen.” Mostarlic maakt haar attent op een brief die zij hebben meegenomen. In deze brief doen zij een beroep op de solidariteit en het medeleven van collega-studenten in Europa en om hen te steunen.

Civic vindt het vreselijk om op deze manier hulp te moeten vragen, ,,maar wij willen heel graag werken, we willen onderzoek doen. We vragen niet om kleren of eten, maar vooral om begrip. We voelen ons in Tuzla als op een eiland, zonder contact met de buitenwereld.”

Vroeger was uitwisseling met studenten uit andere landen heel goed mogelijk. Er waren goede banden met studenten uit Polen en uit Rusland. Ook het onderzoek in Tuzla was in Europa bekend. ,,Een vakgroep van de medische faculteit in Tuzla deed bijvoorbeeld veel baanbrekend onderzoek naar de gevolgen van roken en zij hadden ook veel contact met vakgroepen in andere landen”, herinnert Jasarevic zich. ,,Maar dit zouden wij eigenlijk niet moeten zeggen”, spreekt ze lachend voor alledrie terwijl ze haar eigen sigaret wegmoffelt. ,,Ik zou het erg leuk vinden als er ook weer studenten uit het buitenland, bijvoorbeeld uit Delft, bij ons op bezoek kunnen komen. Dan kunnen we ze alles laten zien en ervaringen uitwisselen. Het is voorlopig echter nog moeilijk om het land binnen te komen.”
Front

De reis naar Nederland is voor de studenten en hoogleraren uit Tuzla ook bepaald niet eenvoudig verlopen. Jasarevic: ,,Na een busreis van negentien uur naar de grens bleek dat we iets te laat waren om naar de andere kant te kunnen. Omdat het vrijdag was, moesten we daar twee dagen wachten voor we verder konden.De reis naar Zagreb duurde vervolgens zeventien uur, waarna we tien dagen hebben gewacht op onze individuele paspoorten. Tot Zagreb konden we nog reizen met een gezamenlijke pas voor de hele groep. Uiteindelijk arriveerden we pas op tien november op Schiphol, terwijl we op 26 oktober uit Tuzla vertrokken waren.”

Delft is na Amsterdam, Den Haag en Utrecht de vierde stad die de studenten bezoeken. Donderdag vertrekken de studenten naar Aken in Duitsland achtereenvolgens een programma in Duitsland, Frankrijk en België afwerken.

,,We moeten daarna weer terug om ons land te verdedigen”, zegt Jasarevic, ,,en om te studeren.” Hoewel het voor haar niet mogelijk is in het leger mee te vechten, zal zij zich zeker sterk maken voor het behoud van Bosnië. Mostarlic heeft nog andere plannen: ,,Ik wil het leven voor de studenten verbeteren met het studiemateriaal en het geld dat ik hoop te vergaren de komende tijd. Ook wil ik een sportactiviteit organiseren.” Voor Civic is het erg duidelijk wat hij gaat doen als hij terugkomt: het leger weer in. Voordat hij naar Nederland vertrok, was hij soldaat aan het front en dat wil hij voorlopig ook blijven.

Over de verdere toekomst hebben zij nog niet zo nagedacht. Jasarevic: ,,Ik leef met de dag, elk moment kan er een granaat vallen en is het voorbij.” Civic: ,,Op de eerste plaats komt het verdedigen van Bosnië, pas ten tijde van vrede en vrijheid is voor mij denken over de toekomst mogelijk.”

Marc ter Beek


Civic, Mostarlic en Jasarevic: ,,Technologische achterstand van misschien wel twintig jaar…”

Drie studenten van de universiteit van Tuzla in Bosnië-Herzegovina waren dinsdag als onderdeel van een rondreis door Europa op bezoek in Delft. Filosofiestudent Hamdija Civic (25) en de mijnbouwstudenten Adem Mostarlic (27) en Lejla Jasarevic (26) willen met deze reis langs Europese universiteiten begrip kweken voor de situatie waarin zij verkeren.

Het is de eerste keer sinds het uitbreken van de oorlog in voormalig Joegoslavië dat studenten uit Tuzla naar het buitenland komen. Zij zijn naar Nederland gekomen met hulp van de Stichting Jongeren Solidair met voormalig Joegoslavië en hielden afgelopen dinsdagavond een voordracht in Delft op uitnodiging van de VSSD-werkgroep Internationaal.

Civic is voorzitter van de studentenvakbond aan de universiteit van Tuzla, Mostarlic is vice-voorzitter en tevens voorzitter van de plaatselijke mijnbouwvereniging. Jasarevic beheerst als enige de Engelse taal. De studenten worden tijdens hun reis vergezeld door drie hoogleraren en een chauffeur.

Jasarevic legt uit waarom ze hier zijn: ,,Ik hoop dat ik contacten kan leggen met studenten van andere universiteiten. Die contacten zijn er nu bijna niet meer, door de slechte communicatie gedurende de afgelopen drie oorlogsjaren. Ik denk dat wij door de oorlog een achterstand op technologisch gebied oplopen van misschien wel twintig jaar. Op dit moment studeren we uit verouderde boeken en we kunnen ook geen onderzoek doen door het gebrek aan elektriciteit en water. Ook is de aanvoer van vakliteratuur de laatste drie jaar onmogelijk geweest.”
Alarm

Aan de universiteit van Tuzla studeren ongeveer vijfduizend studenten, verdeeld over zeven faculteiten. Daaronder zijn een drietal technische faculteiten, Mijnbouwkunde, Elektrotechniek en Algemene Techniek. De studenten en de tweehonderd hoogleraren zijn Kroaten, Serviërs en Moslims maar bovenal Bosniër. Civic is van Kroatische afkomst, Mostarlic en Jasarevic zijn Moslim. Maar ,,Tuzla blijft bij elkaar”, is de stellige mening van Jasarevic. Zij toont de vlag van Bosnië om haar woorden kracht bij te zetten. Jasarevic: ,,De mensen die wij ontmoet hebben in Nederland willen met ons vooral over de politieke situatie en de oorlog in Bosnië praten, maar daarvoor zijn wij niet hier gekomen; wij zijn geen politici.”

Jasarevic vertelt zichtbaar aangedaan dat zij afgelopen maandag hoorde dat tijdens nieuwe Servische aanvallen op de Bosnische stellingen in de ‘veilige zone’ rond Tuzla één van haar studentvrienden aan het front zwaargewond is geraakt. Hoewel Tuzla in één van de veilige zones van de Verenigde Naties ligt, gaat in de stad vrijwel dagelijks het luchtalarm af. De schrik zit er nog goed in. Jasarevic: ,,Als het alarm gaat, heb je een paar seconden tijd om op de grond te gaan liggen of te schuilen voordat er ergens een granaat inslaat. Het gebeurt ook vaak dat hierdoor de colleges onderbrokenworden en dat iedereen naar de schuilkelders moet.”

Zestig procent van de mannelijke studenten in Tuzla is verplicht in het Bosnische leger te vechten. ,,Die zitten te leren in een loopgraaf aan het front, dus wij hebben het nog helemaal niet zo slecht als we met z’n zessen op één kamer moeten studeren”, grapt Jasarevic wrang. Het curriculum van de universiteit is voor deze soldaten zo aangepast dat ze nog wel kunnen blijven studeren.
Begrip

De studenten in Tuzla leven bij familie of in wooncentra. Als gevolg van de etnische zuiveringen elders in Bosnië door de Serviërs zijn er de afgelopen tijd erg veel vluchtelingen in de stad gekomen. Een aantal van deze wooncentra zijn daarom ingericht als opvangruimte. Jasarevic: ,,Zelfs de mensa van de universiteit wordt hiervoor tegenwoordig gebruikt, zodat iedereen zelf moet koken. De situatie nu is echter wel een stuk verbeterd ten opzichte van vorige winter, toen het eten in Bosnië schaars en onbetaalbaar was door de blokkades van de wegen naar Tuzla.”

Het gebrek aan studiemateriaal maakt het moeilijk om goed te studeren. Jasarevic: ,,Het komt soms voor dat dertig studenten uit één boek moeten leren. Ook is er bijna geen papier om op te schrijven, zodat we het papier hergebruiken voor zover dat mogelijk is.” Zij wijst op haar blocnote met het logo van de Universiteit van Amsterdam erop. ,,Deze heb ik gisteren gekregen.” Mostarlic maakt haar attent op een brief die zij hebben meegenomen. In deze brief doen zij een beroep op de solidariteit en het medeleven van collega-studenten in Europa en om hen te steunen.

Civic vindt het vreselijk om op deze manier hulp te moeten vragen, ,,maar wij willen heel graag werken, we willen onderzoek doen. We vragen niet om kleren of eten, maar vooral om begrip. We voelen ons in Tuzla als op een eiland, zonder contact met de buitenwereld.”

Vroeger was uitwisseling met studenten uit andere landen heel goed mogelijk. Er waren goede banden met studenten uit Polen en uit Rusland. Ook het onderzoek in Tuzla was in Europa bekend. ,,Een vakgroep van de medische faculteit in Tuzla deed bijvoorbeeld veel baanbrekend onderzoek naar de gevolgen van roken en zij hadden ook veel contact met vakgroepen in andere landen”, herinnert Jasarevic zich. ,,Maar dit zouden wij eigenlijk niet moeten zeggen”, spreekt ze lachend voor alledrie terwijl ze haar eigen sigaret wegmoffelt. ,,Ik zou het erg leuk vinden als er ook weer studenten uit het buitenland, bijvoorbeeld uit Delft, bij ons op bezoek kunnen komen. Dan kunnen we ze alles laten zien en ervaringen uitwisselen. Het is voorlopig echter nog moeilijk om het land binnen te komen.”
Front

De reis naar Nederland is voor de studenten en hoogleraren uit Tuzla ook bepaald niet eenvoudig verlopen. Jasarevic: ,,Na een busreis van negentien uur naar de grens bleek dat we iets te laat waren om naar de andere kant te kunnen. Omdat het vrijdag was, moesten we daar twee dagen wachten voor we verder konden.De reis naar Zagreb duurde vervolgens zeventien uur, waarna we tien dagen hebben gewacht op onze individuele paspoorten. Tot Zagreb konden we nog reizen met een gezamenlijke pas voor de hele groep. Uiteindelijk arriveerden we pas op tien november op Schiphol, terwijl we op 26 oktober uit Tuzla vertrokken waren.”

Delft is na Amsterdam, Den Haag en Utrecht de vierde stad die de studenten bezoeken. Donderdag vertrekken de studenten naar Aken in Duitsland achtereenvolgens een programma in Duitsland, Frankrijk en België afwerken.

,,We moeten daarna weer terug om ons land te verdedigen”, zegt Jasarevic, ,,en om te studeren.” Hoewel het voor haar niet mogelijk is in het leger mee te vechten, zal zij zich zeker sterk maken voor het behoud van Bosnië. Mostarlic heeft nog andere plannen: ,,Ik wil het leven voor de studenten verbeteren met het studiemateriaal en het geld dat ik hoop te vergaren de komende tijd. Ook wil ik een sportactiviteit organiseren.” Voor Civic is het erg duidelijk wat hij gaat doen als hij terugkomt: het leger weer in. Voordat hij naar Nederland vertrok, was hij soldaat aan het front en dat wil hij voorlopig ook blijven.

Over de verdere toekomst hebben zij nog niet zo nagedacht. Jasarevic: ,,Ik leef met de dag, elk moment kan er een granaat vallen en is het voorbij.” Civic: ,,Op de eerste plaats komt het verdedigen van Bosnië, pas ten tijde van vrede en vrijheid is voor mij denken over de toekomst mogelijk.”

Marc ter Beek


Civic, Mostarlic en Jasarevic: ,,Technologische achterstand van misschien wel twintig jaar…”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.