Opinie

Pepermuntjes kregen een beetje ruimte

De pepermuntjes hebben gewonnen, de houten wasknijpers zijn gelijkgebleven en de Londense dubbeldekkerbus heeft verlies geleden. Of te wel: de uitslag van de verkiezingen voor de universiteitsraad.

Een commentaar.

De overwinnaar van de u-raadsverkiezingen, THAkkoord, hanteerde als verkiezingsslogan ‘Geef kwaliteit de ruimte’. De partij zal die leus nu ook wel op het eigen verkiezingsresultaat toepassen: een extra wp-zetel werd binnengesleept ten koste van TU-2000. THA is nu voor het eerst sinds lange jaren de grootste partij in de raad en kan een gooi doen naar het voorzitterschap, dat vele jaren in handen was van het zich als progressiever afficherende Demokratisch Beleid.

Toch doet THA akkoord er goed aan zich niet al te rijk te rekenen. Het ging om een laatste restzetel, die met miniem verschil (twee stemmen) uiteindelijk niet bij TU-2000 terecht kwam. Bovendien ging een obp-zetel van THA maar op het nippertje (twintig stemmen verschil) niet aan DB verloren. De kleine winst is verder tot stand gekomen zonder inhoudelijke helderheid. Van een programmatisch ‘mandaat’ is geen sprake: THA hééft immers geen programma en de verkiezingsbulletins blonken uit door dezelfde kretologie die de partij bij anderen zo veroordeelde. ,,Dreigt er chaos?” ,,We laten ons geen depressie aanpraten.” ,,Papegaaienland.”
Vluchtig

Verkiezingswinst die zo wordt behaald kan vluchtig blijken te zijn. Tenzij men natuurlijk doorgaat met het kandideren van enkele ‘grote namen’ die in hun faculteiten stevige stemmentrekkers zijn. De hoogleraren Verruijt, Honderd, De Bruin waren bijvoorbeeld goed voor bijna honderd van de 598 wp-stemmen. Het bedrieglijke daarbij is dat zulke kandidaten in de verste verte niet betrokken zijn bij het echte bestuurlijke werk van de u-raadsfractie. Ze lenen hun naam, en meer niet.

Het is overigens niet automatisch zo dat een meer professionele vorm van universiteitspolitiek bedrijven wèl door de kiezers herkend en beloond wordt. Demokratisch Beleid heeft een mooi en vooral serieus programma, en het doet wat aan ruggespraak met de achterban, maar de aanhang blijft toch stabiel. DB heeft de bevordering van de werkgelegenheid benadrukt (verkiezingsslogan: ,,Zeker Nu”). Maar de partij heeft niet kunnen kapitaliseren op de zorg over reorganisaties en verminderende werkgelegenheid. Forse banenreducties zijn bijvoorbeeld voorzien bij het Bureau en het Facilitair Bedrijf, maar gezien de uitslagen heeft DB onder de medewerkers daar geen sterk profiel opgebouwd.

De stabiliteit van het TU-electoraat blijkt ook uit het resultaat van TU-2000. Noch het hameren op actuele en fraai ogende thema’s als ‘ethiekonderwijs’ of ‘duurzame ontwikkeling’, noch het innemen van heldere maar simpelestandpunten (tegen de begroting-’95, tegen de bouw van deze bibliotheek) hebben de partij uit de constante rol van Klein Duimpje kunnen verlossen ( 1991: 1 zetel, 1993: 3, 1995: 2). De grote personeelspartijen hebben de markt goed verdeeld, en het alternatief van TU-2000 krijgt amper kansen. Wellicht dat de partij wel aan de bak zou komen met een duidelijk ‘geen-man-de-poort-uit’-profiel. De stevige winst van TU-2000 bij Bureau en FB wijst daar ook op.
Status quo

Datzelfde geldt natuurlijk voor de studenten-kiezersmarkt, waar het alternatief van De Andere Partij (DAP)met 315 van de ruim 5000 uitgebrachte stemmen wel erg mager scoorde. Een studentenpartij die een D’66-achtige rol wil gaan spelen bereikt dat niet door op beleidspunten ,,niet veel anders” te bieden dan de established Oras-en Aag-partijen. En ook niet door het serveren van thee tijdens tentamens als propaganda-gimmick op te voeren. Het is wel jammer dat de deelname van de DAP zelfs niet heeft geleid tot meer kiezersbelangstelling onder de studenten. Het opkomstpercentage ( 1991: 41, 1992: 37, 1993: 43, 1994: 43, 1995: 40) beweegt zich weer in de richting van de limiet van 35 procent. Als het opkomstcijfer daaronder komt, wordt het aantal studentenzetels in de universiteitsraad verminderd, en dat zou qua frisheid en originaliteit dit toporgaan bepaalt schade doen.

Het wetenschappelijk en ondersteunend personeel kwam op met 50 en 45 procent (1993: resp. 50 en 45). De personeelsfracties waren vorige week nogal tevreden met het feit dat zich bij hen dus geen terugval had voorgedaan. Als dit soort opkomstcijfers zich zouden voordoen bij verkiezingen voor de Tweede Kamer of gemeenteraden, zouden alle politici echter grote bezorgdheid uitspreken over de gezondheid van de democratie. Het is dus zaak dat de u-raadspolitici de vergaderzaaltjes verlaten en de boer opgaan. Wellicht dat er dan écht winst of verlies wordt geboekt. Of is men juist stiekem tevreden met de status quo?

De pepermuntjes hebben gewonnen, de houten wasknijpers zijn gelijkgebleven en de Londense dubbeldekkerbus heeft verlies geleden. Of te wel: de uitslag van de verkiezingen voor de universiteitsraad. Een commentaar.

De overwinnaar van de u-raadsverkiezingen, THAkkoord, hanteerde als verkiezingsslogan ‘Geef kwaliteit de ruimte’. De partij zal die leus nu ook wel op het eigen verkiezingsresultaat toepassen: een extra wp-zetel werd binnengesleept ten koste van TU-2000. THA is nu voor het eerst sinds lange jaren de grootste partij in de raad en kan een gooi doen naar het voorzitterschap, dat vele jaren in handen was van het zich als progressiever afficherende Demokratisch Beleid.

Toch doet THA akkoord er goed aan zich niet al te rijk te rekenen. Het ging om een laatste restzetel, die met miniem verschil (twee stemmen) uiteindelijk niet bij TU-2000 terecht kwam. Bovendien ging een obp-zetel van THA maar op het nippertje (twintig stemmen verschil) niet aan DB verloren. De kleine winst is verder tot stand gekomen zonder inhoudelijke helderheid. Van een programmatisch ‘mandaat’ is geen sprake: THA hééft immers geen programma en de verkiezingsbulletins blonken uit door dezelfde kretologie die de partij bij anderen zo veroordeelde. ,,Dreigt er chaos?” ,,We laten ons geen depressie aanpraten.” ,,Papegaaienland.”
Vluchtig

Verkiezingswinst die zo wordt behaald kan vluchtig blijken te zijn. Tenzij men natuurlijk doorgaat met het kandideren van enkele ‘grote namen’ die in hun faculteiten stevige stemmentrekkers zijn. De hoogleraren Verruijt, Honderd, De Bruin waren bijvoorbeeld goed voor bijna honderd van de 598 wp-stemmen. Het bedrieglijke daarbij is dat zulke kandidaten in de verste verte niet betrokken zijn bij het echte bestuurlijke werk van de u-raadsfractie. Ze lenen hun naam, en meer niet.

Het is overigens niet automatisch zo dat een meer professionele vorm van universiteitspolitiek bedrijven wèl door de kiezers herkend en beloond wordt. Demokratisch Beleid heeft een mooi en vooral serieus programma, en het doet wat aan ruggespraak met de achterban, maar de aanhang blijft toch stabiel. DB heeft de bevordering van de werkgelegenheid benadrukt (verkiezingsslogan: ,,Zeker Nu”). Maar de partij heeft niet kunnen kapitaliseren op de zorg over reorganisaties en verminderende werkgelegenheid. Forse banenreducties zijn bijvoorbeeld voorzien bij het Bureau en het Facilitair Bedrijf, maar gezien de uitslagen heeft DB onder de medewerkers daar geen sterk profiel opgebouwd.

De stabiliteit van het TU-electoraat blijkt ook uit het resultaat van TU-2000. Noch het hameren op actuele en fraai ogende thema’s als ‘ethiekonderwijs’ of ‘duurzame ontwikkeling’, noch het innemen van heldere maar simpelestandpunten (tegen de begroting-’95, tegen de bouw van deze bibliotheek) hebben de partij uit de constante rol van Klein Duimpje kunnen verlossen ( 1991: 1 zetel, 1993: 3, 1995: 2). De grote personeelspartijen hebben de markt goed verdeeld, en het alternatief van TU-2000 krijgt amper kansen. Wellicht dat de partij wel aan de bak zou komen met een duidelijk ‘geen-man-de-poort-uit’-profiel. De stevige winst van TU-2000 bij Bureau en FB wijst daar ook op.
Status quo

Datzelfde geldt natuurlijk voor de studenten-kiezersmarkt, waar het alternatief van De Andere Partij (DAP)met 315 van de ruim 5000 uitgebrachte stemmen wel erg mager scoorde. Een studentenpartij die een D’66-achtige rol wil gaan spelen bereikt dat niet door op beleidspunten ,,niet veel anders” te bieden dan de established Oras-en Aag-partijen. En ook niet door het serveren van thee tijdens tentamens als propaganda-gimmick op te voeren. Het is wel jammer dat de deelname van de DAP zelfs niet heeft geleid tot meer kiezersbelangstelling onder de studenten. Het opkomstpercentage ( 1991: 41, 1992: 37, 1993: 43, 1994: 43, 1995: 40) beweegt zich weer in de richting van de limiet van 35 procent. Als het opkomstcijfer daaronder komt, wordt het aantal studentenzetels in de universiteitsraad verminderd, en dat zou qua frisheid en originaliteit dit toporgaan bepaalt schade doen.

Het wetenschappelijk en ondersteunend personeel kwam op met 50 en 45 procent (1993: resp. 50 en 45). De personeelsfracties waren vorige week nogal tevreden met het feit dat zich bij hen dus geen terugval had voorgedaan. Als dit soort opkomstcijfers zich zouden voordoen bij verkiezingen voor de Tweede Kamer of gemeenteraden, zouden alle politici echter grote bezorgdheid uitspreken over de gezondheid van de democratie. Het is dus zaak dat de u-raadspolitici de vergaderzaaltjes verlaten en de boer opgaan. Wellicht dat er dan écht winst of verlies wordt geboekt. Of is men juist stiekem tevreden met de status quo?

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.