Sinds vorige week weet ik absoluut niet meer wie of waar ik ben. Het kwam door die brief van het college van bestuur. Ik moet bewijzen wie ik ben, anders gebeuren er de meest verschrikkelijke dingen.
Mijn salaris zal met zestig procent gekort worden en dat is pas het begin. Men blijkt mij niet meer te kennen. Vriendelijk gemaand om toch iets te demonstreren, overhandigde ik mijn rijbewijs met foto en verschillende nummers en stempels. Daarmee mag ik zelfs een Harley Davidson rijden, maar voor de TU is dat niet goed genoeg. Ik weet het, ik heb de schijn tegen. Mijn zoon is namelijk allochtoon. Hij heeft het overigens wel gemakkelijker, want hij heeft twee paspoorten en een normale vader. Dat dacht hij tenminste tot vandaag. Vele jaren heb ik mij, zoals een goed ambtenaar betaamt, uiterst civiel gedragen. TU voor en TU na. En nou dit! Het enige dat mij nog op de been houdt is het hartverwarmende medeleven van mijn omgeving. Maar vriendelijke lach of niet, ik zal iets zichtbaar moeten maken bij het college van bestuur, of nog Hoger, als dat bestaat. Veel heil verwacht ik daar niet van; dit college wordt toch al niet gehinderd door een groot sociaal besef. De openingszin van Kafka’s Het Proces zoemt in mijn hoofd:,,Op een dag werd ik van mijn bed gelicht en meegenomen naar…
(Er klopt iemand op mijn deur.)
Sinds vorige week weet ik absoluut niet meer wie of waar ik ben. Het kwam door die brief van het college van bestuur. Ik moet bewijzen wie ik ben, anders gebeuren er de meest verschrikkelijke dingen. Mijn salaris zal met zestig procent gekort worden en dat is pas het begin. Men blijkt mij niet meer te kennen. Vriendelijk gemaand om toch iets te demonstreren, overhandigde ik mijn rijbewijs met foto en verschillende nummers en stempels. Daarmee mag ik zelfs een Harley Davidson rijden, maar voor de TU is dat niet goed genoeg. Ik weet het, ik heb de schijn tegen. Mijn zoon is namelijk allochtoon. Hij heeft het overigens wel gemakkelijker, want hij heeft twee paspoorten en een normale vader. Dat dacht hij tenminste tot vandaag. Vele jaren heb ik mij, zoals een goed ambtenaar betaamt, uiterst civiel gedragen. TU voor en TU na. En nou dit! Het enige dat mij nog op de been houdt is het hartverwarmende medeleven van mijn omgeving. Maar vriendelijke lach of niet, ik zal iets zichtbaar moeten maken bij het college van bestuur, of nog Hoger, als dat bestaat. Veel heil verwacht ik daar niet van; dit college wordt toch al niet gehinderd door een groot sociaal besef. De openingszin van Kafka’s Het Proces zoemt in mijn hoofd:,,Op een dag werd ik van mijn bed gelicht en meegenomen naar…
(Er klopt iemand op mijn deur.)
Comments are closed.