Een geniale nerd noemen oud-middelbare-schoolgenoten hem, maar Wouter Couzijn, eerstejaars elektro, strakke scheiding maar zonder bril, blijft er bescheiden onder: ,,Ik ben gewoon een knutselaar.’
‘ Afgelopen dinsdag vloog hij naar Helsinki, voor de jaarlijkse Europese wedstrijd voor jonge onderzoekers.
Figuur 1 Wouter Couzijn: ,,Theoretisch ben ik niet zo fantastisch; ik wil gewoon solderen”
Hij is een van die kinderen die er vroeg bij zijn. Van die dat-wordt-nog-eens-wat-kinderen. Mozart componeerde al voor hij kon praten, Van Basten was al aan het hooghouden voor hij kon lopen en Wouter Couzijn soldeerde al printplaatjes nog voor hij kon kleien.
En ook hij lijkt de belofte waar te gaan maken. Hij was al aanwezig bij een Nobelprijsuitreiking, hij is Nederlands beste Jonge Onderzoeker en hij won de natuurkunde-olympiade. Als beloning voor dat laatste mocht hij twee weken geleden even op bezoek bij de deeltjesversneller van het CERN in Genève. Na een paar dagen Delft is hij dinsdag weer vertrokken, ditmaal naar Helsinki, voor de European Contest for Young Scientists.
,,Dat zijn mooie reisjes”, vindt Couzijn. ,,In Stockholm, december vorig jaar was dat, mochten we op audiëntie bij de Zweedse koningin, en we werden met een limousine naar het concertgebouw gebracht voor de uitreiking van de Nobelprijzen. Ik mocht zelfs bij het diner aanwezig zijn. Minister Ritzen niet.”
Couzijn had zijn uitnodiging te danken aan zijn tweede plaats vorig jaar bij de wedstrijd van de Nederlandse Jonge Onderzoekers. Hij haalde die tweede plaats met een zelfgebouwd laptopje, – ,,192 Meg, twaalf processoren, parallelprocessing” – dat hij begon te ontwerpen toen hij dertien jaar oud was.
Robot
In februari van dit jaar deed Couzijn weer mee met de competitie van de Jonge Onderzoekers. Dit keer werd hij eerste, nu met een kleine robot, de Locator, zoals hij het apparaat gedoopt heeft. ,,Hij is ongeveer zo groot als een A5-je”, legt hij uit. ,,Je zet hem op een veldje waar op drie hoeken paaltjes staan die infrarood licht uitstralen, met drie verschillende frequenties. Aan de hand daarvan bepaalt hij zijn positie. Pulsbreedtemodulatie hè. Fuzzy logic ook. Vervolgens kun je hem naar een andere plek laten rijden, waarvan je de coördinaten met een afstandsbediening kunt opgeven. Mag een willekeurige afstandsbediening zijn. Van tv, video, stereo, maakt niet uit, zolang het maar infrarood is.” De robot heeft een loodaccu, een intern computertje, en een LCD-schermpje waarop gegevens zoals de inhoud van de accu en de coördinaten te lezen zijn. ,,En last but not least: hij kan praten”, glundert Couzijn. ,,Als je lekker veel invoert, praat hij je de oren van het hoofd. Eerst gewoon in het Nederlands, maar dat heb ik nu in het Engels vertaald, voor deEuropese wedstrijd.”
De Locator gaat met Couzijn mee naar Helsinki, waar bedragen te winnen zijn die oplopen tot zesduizend ecu voor de beste Europese Jonge Wetenschapper. ,,Dat zou mooi meegenomen zijn”, beaamt Couzijn. ,,Maar ik sta sowieso al in de plus. Het robotje heeft me vijfhonderd gulden gekost, en ik heb er al duizend piek mee gewonnen. De Elektro-prijs, georganiseerd door de TU en de Universiteit van Amsterdam. Eind juni was dat.”
Vliegeren
,,M’n ouders zijn wel trots” denkt Couzijn. ,,Ook al snappen ze er niets van. Ze luisteren wel als ik het uitleg, maar ze weten bij wijze van spreken niet eens hoe een transistortje werkt. Met m’n broertje daarentegen kan ik wel praten, die is een heleboel programmeertalen aan het leren, die gaat mij goed achterna. Vrienden? Die vinden het ook wel leuk. Maar ik heb er niet zo veel.”
Couzijn weet waar zijn prioriteiten liggen. Hij wilde lid worden bij de Bond, maar zag daarvan af toen de KMT in de knoop bleek te komen met zijn buitenlandse avonturen. Wel woont hij sinds kort in Delft. ,,Een lekker rustige kamer. Op de Geitekamp. Is dat een beetje een goede buurt? Op de Korvezeestraat had ik ook wel willen wonen, daar had ik ook een leuke instemming. Met alleen thee, geen bier. En tenminste niet zo’n stereo, want dat vind ik verschrikkelijk. In andere huizen schijnt het pas gezellig te zijn als de vloer plakt van het bier en de herrie uit de luidsprekers knalt. Dat is absoluut niet mijn aard. Ja, ik heb nog wel een hobby, als je dat zo kunt noemen. Als het een beetje mooi weer is en er wat wind staat, wil ik nog wel eens naar buiten gaan, om te vliegeren.”
Op zijn zesde haalde Couzijn al boeken over elektronica uit de plaatselijke bibliotheek. Een abonnement op de Elektuur was een logisch vervolg. In die tijd was hij ook al in de weer met zijn eerste soldeerbout en spaarde hij voor een nieuwe. ,,Zo’n fijne Weller soldeerbout, met een heel smalle kop”, herinnert Couzijn zich. ,,Daarna kreeg ik ook een computer, een 486DX2. Nee, geen spelletjes natuurlijk, die haat ik. Ik leerde programmeertalen. Turbopascal, Delphi en Assembler. Vooral 8051 Assembler is heel belangrijk voor mij. Dat heb ik gebruikt voor die laptop en voor de Locator.”
Solderen
Nu is hij begonnen met de studie elektrotechniek. Wat doet hij hier eigenlijk nog? Couzijn: ,,Tja, ik heb gehoord dat je pas in je derde jaar met die processors aan de gang gaat waar ik al mee bezig was op m’n dertiende. En fuzzy logic komt pas in het vijfde jaar, dus wat dat betreft moet ik nog even geduld hebben. Aan de andere kant weet ik nog niet veel van wiskunde, dus saai zal het hier niet worden. Ik weet volgens mij nog niet genoeg om voor honderd procent te begrijpen wat ik precies doe. De theorie achter de praktijk. Ik vind het trouwens wel jammer dat ze het solderen uit het studieprogramma hebben gegooid. Want ik ben gewoon een knutselaar. Theoretisch ben ik ook niet zo fantastisch. Ik wilgewoon solderen. Maar ja, dat wordt natuurlijk steeds minder, daar ontkom je niet aan. Dat robotje was ook nog maar een maand solderen. De rest was vooral software schrijven.”
,,Later? Een research afdeling lijkt me leuk. Siemens, Philips, Cap Volmac. IBM vind ik ook niet erg. Bill Gates was m’n idool vroeger. Logisch; de rijkste man ter wereld wil je wel als idool hebben. Maar die is toch naar mijn smaak iets teveel met software bezig. Er moet voor mij wel een link met de hardware zijn. Ik ben trouwens nu al bezig met opdrachten voor twee bedrijven. Ik werk gewoon thuis en krijg twaalf vijftig per uur. Best lekker. En ik mag zelf m’n werktijden indelen. Ja, ik heb ambitie. Uiteindelijk hoop ik dat die Nobelprijsreis niet eenmalig is geweest.”
Een geniale nerd noemen oud-middelbare-schoolgenoten hem, maar Wouter Couzijn, eerstejaars elektro, strakke scheiding maar zonder bril, blijft er bescheiden onder: ,,Ik ben gewoon een knutselaar.” Afgelopen dinsdag vloog hij naar Helsinki, voor de jaarlijkse Europese wedstrijd voor jonge onderzoekers.
Figuur 1 Wouter Couzijn: ,,Theoretisch ben ik niet zo fantastisch; ik wil gewoon solderen”
Hij is een van die kinderen die er vroeg bij zijn. Van die dat-wordt-nog-eens-wat-kinderen. Mozart componeerde al voor hij kon praten, Van Basten was al aan het hooghouden voor hij kon lopen en Wouter Couzijn soldeerde al printplaatjes nog voor hij kon kleien.
En ook hij lijkt de belofte waar te gaan maken. Hij was al aanwezig bij een Nobelprijsuitreiking, hij is Nederlands beste Jonge Onderzoeker en hij won de natuurkunde-olympiade. Als beloning voor dat laatste mocht hij twee weken geleden even op bezoek bij de deeltjesversneller van het CERN in Genève. Na een paar dagen Delft is hij dinsdag weer vertrokken, ditmaal naar Helsinki, voor de European Contest for Young Scientists.
,,Dat zijn mooie reisjes”, vindt Couzijn. ,,In Stockholm, december vorig jaar was dat, mochten we op audiëntie bij de Zweedse koningin, en we werden met een limousine naar het concertgebouw gebracht voor de uitreiking van de Nobelprijzen. Ik mocht zelfs bij het diner aanwezig zijn. Minister Ritzen niet.”
Couzijn had zijn uitnodiging te danken aan zijn tweede plaats vorig jaar bij de wedstrijd van de Nederlandse Jonge Onderzoekers. Hij haalde die tweede plaats met een zelfgebouwd laptopje, – ,,192 Meg, twaalf processoren, parallelprocessing” – dat hij begon te ontwerpen toen hij dertien jaar oud was.
Robot
In februari van dit jaar deed Couzijn weer mee met de competitie van de Jonge Onderzoekers. Dit keer werd hij eerste, nu met een kleine robot, de Locator, zoals hij het apparaat gedoopt heeft. ,,Hij is ongeveer zo groot als een A5-je”, legt hij uit. ,,Je zet hem op een veldje waar op drie hoeken paaltjes staan die infrarood licht uitstralen, met drie verschillende frequenties. Aan de hand daarvan bepaalt hij zijn positie. Pulsbreedtemodulatie hè. Fuzzy logic ook. Vervolgens kun je hem naar een andere plek laten rijden, waarvan je de coördinaten met een afstandsbediening kunt opgeven. Mag een willekeurige afstandsbediening zijn. Van tv, video, stereo, maakt niet uit, zolang het maar infrarood is.” De robot heeft een loodaccu, een intern computertje, en een LCD-schermpje waarop gegevens zoals de inhoud van de accu en de coördinaten te lezen zijn. ,,En last but not least: hij kan praten”, glundert Couzijn. ,,Als je lekker veel invoert, praat hij je de oren van het hoofd. Eerst gewoon in het Nederlands, maar dat heb ik nu in het Engels vertaald, voor deEuropese wedstrijd.”
De Locator gaat met Couzijn mee naar Helsinki, waar bedragen te winnen zijn die oplopen tot zesduizend ecu voor de beste Europese Jonge Wetenschapper. ,,Dat zou mooi meegenomen zijn”, beaamt Couzijn. ,,Maar ik sta sowieso al in de plus. Het robotje heeft me vijfhonderd gulden gekost, en ik heb er al duizend piek mee gewonnen. De Elektro-prijs, georganiseerd door de TU en de Universiteit van Amsterdam. Eind juni was dat.”
Vliegeren
,,M’n ouders zijn wel trots” denkt Couzijn. ,,Ook al snappen ze er niets van. Ze luisteren wel als ik het uitleg, maar ze weten bij wijze van spreken niet eens hoe een transistortje werkt. Met m’n broertje daarentegen kan ik wel praten, die is een heleboel programmeertalen aan het leren, die gaat mij goed achterna. Vrienden? Die vinden het ook wel leuk. Maar ik heb er niet zo veel.”
Couzijn weet waar zijn prioriteiten liggen. Hij wilde lid worden bij de Bond, maar zag daarvan af toen de KMT in de knoop bleek te komen met zijn buitenlandse avonturen. Wel woont hij sinds kort in Delft. ,,Een lekker rustige kamer. Op de Geitekamp. Is dat een beetje een goede buurt? Op de Korvezeestraat had ik ook wel willen wonen, daar had ik ook een leuke instemming. Met alleen thee, geen bier. En tenminste niet zo’n stereo, want dat vind ik verschrikkelijk. In andere huizen schijnt het pas gezellig te zijn als de vloer plakt van het bier en de herrie uit de luidsprekers knalt. Dat is absoluut niet mijn aard. Ja, ik heb nog wel een hobby, als je dat zo kunt noemen. Als het een beetje mooi weer is en er wat wind staat, wil ik nog wel eens naar buiten gaan, om te vliegeren.”
Op zijn zesde haalde Couzijn al boeken over elektronica uit de plaatselijke bibliotheek. Een abonnement op de Elektuur was een logisch vervolg. In die tijd was hij ook al in de weer met zijn eerste soldeerbout en spaarde hij voor een nieuwe. ,,Zo’n fijne Weller soldeerbout, met een heel smalle kop”, herinnert Couzijn zich. ,,Daarna kreeg ik ook een computer, een 486DX2. Nee, geen spelletjes natuurlijk, die haat ik. Ik leerde programmeertalen. Turbopascal, Delphi en Assembler. Vooral 8051 Assembler is heel belangrijk voor mij. Dat heb ik gebruikt voor die laptop en voor de Locator.”
Solderen
Nu is hij begonnen met de studie elektrotechniek. Wat doet hij hier eigenlijk nog? Couzijn: ,,Tja, ik heb gehoord dat je pas in je derde jaar met die processors aan de gang gaat waar ik al mee bezig was op m’n dertiende. En fuzzy logic komt pas in het vijfde jaar, dus wat dat betreft moet ik nog even geduld hebben. Aan de andere kant weet ik nog niet veel van wiskunde, dus saai zal het hier niet worden. Ik weet volgens mij nog niet genoeg om voor honderd procent te begrijpen wat ik precies doe. De theorie achter de praktijk. Ik vind het trouwens wel jammer dat ze het solderen uit het studieprogramma hebben gegooid. Want ik ben gewoon een knutselaar. Theoretisch ben ik ook niet zo fantastisch. Ik wilgewoon solderen. Maar ja, dat wordt natuurlijk steeds minder, daar ontkom je niet aan. Dat robotje was ook nog maar een maand solderen. De rest was vooral software schrijven.”
,,Later? Een research afdeling lijkt me leuk. Siemens, Philips, Cap Volmac. IBM vind ik ook niet erg. Bill Gates was m’n idool vroeger. Logisch; de rijkste man ter wereld wil je wel als idool hebben. Maar die is toch naar mijn smaak iets teveel met software bezig. Er moet voor mij wel een link met de hardware zijn. Ik ben trouwens nu al bezig met opdrachten voor twee bedrijven. Ik werk gewoon thuis en krijg twaalf vijftig per uur. Best lekker. En ik mag zelf m’n werktijden indelen. Ja, ik heb ambitie. Uiteindelijk hoop ik dat die Nobelprijsreis niet eenmalig is geweest.”
Comments are closed.