Gaswinning onder de Waddenzee is sinds vorige week niet meer uit den boze. Volgens de commissie Meijer mag het, mits bodemdaling in de gaten wordt gehouden.
/strong>
Hans Roest, voormalig universitair docent bij technische aardwetenschappen (Citg), wil niet op de zaak vooruit lopen. Het rapport van de commissie is immers nog niet officieel naar buiten gebracht. Maar volgens de ingenieur, die aan de TU de relatie tussen aardgaswinning, bodemdaling en aardschokken onderzocht, is het een goed rapport dat kijkt naar alle aspecten die de Waddenzee bedreigen, zoals de kokkel- en mosselvisserij, gaswinning, verontreinigingen en de zeespiegelstijging. “Dat zet de effecten van bodemdaling als gevolg van gaswinning in het juiste perspectief”, aldus Roest desgevraagd.
Bodemdaling in de Waddenzee heeft zijn voordelen. Aan de Noordzeekant slijten de Waddeneilanden weg. Volgens Guy Drijkoningen van de sectie technische geofysica en petrofysica (Citg) spendeert Rijkswaterstaat jaarlijks miljoenen euro’s om dat te voorkomen. Maar al het extra zand dat daarmee wordt aangebracht, komt uiteindelijk weer in de Waddenzee terecht. “Als Rijkswaterstaat ook daar niets aan zou doen, slibt de Waddenzee dicht. Bodemdaling door gaswinning zou dan zelfs positief zijn.”
Dr.ir. Jan van de Graaff van de sectie waterbouwkunde (Citg) vindt het maar vreemd dat er zoveel heisa wordt gemaakt over het winnen van gas onder de Waddenzee. “Gedoe in de marge”, vindt de universitair hoofddocent. “Het onderwerp ligt politiek gevoelig. Het gebied is een natuurgebied en daar moet je dus van afblijven, is de gedachte.”
Volgens Van de Graaff is de discussie nauwelijks de moeite waard. Hij verwacht dat de bodemverzakking nauwelijks te zien zal zijn: “Uiteraard hangt de bodemdaling af van de hoeveelheid en snelheid waarmee het gas wordt gewonnen.”
Van de gaswinning die waarschijnlijk het eerst in aanmerking komt (bij Lauwersoog) is berekend dat de zeebodem ongeveer tien centimeter – op zijn diepst – zal zakken. “Er zal een platte ‘schotel’ ontstaan met een straal van ongeveer tien kilometer. We zullen goed moeten kijken om de daling te kunnen zien”, meent Van de Graaff. Hij vermoedt dat zulke ‘schotels’ geen probleem zijn voor de Waddenzee. “In de Waddenzee is de bodem voortdurend in beweging. De bodem past zich aan zodra een natuurlijk evenwicht is verstoord. De gaten worden vanzelf opgevuld met zand en slib uit de Noordzee.”
Veel meer zorgen moeten we ons maken over de zeespiegelstijging en de daarmee gepaarde hoeveelheden zand en slib die nodig zijn om de in de Waddenzee aanwezige kwelders, geulen en platen op te hogen, denkt Van de Graaff. “De zeespiegel stijgt jaarlijks ongeveer twee millimeter. Ervan uitgaande dat dit in de toekomst niet minder wordt maar juist meer, moet heel de bodem van de Waddenzee worden opgehoogd, willen we de Waddenzee behouden zoals hij is. Daar is zo’n relatief klein deukje in de bodem door gaswinning niks bij.”(IL)
Gaswinning onder de Waddenzee is sinds vorige week niet meer uit den boze. Volgens de commissie Meijer mag het, mits bodemdaling in de gaten wordt gehouden.
Hans Roest, voormalig universitair docent bij technische aardwetenschappen (Citg), wil niet op de zaak vooruit lopen. Het rapport van de commissie is immers nog niet officieel naar buiten gebracht. Maar volgens de ingenieur, die aan de TU de relatie tussen aardgaswinning, bodemdaling en aardschokken onderzocht, is het een goed rapport dat kijkt naar alle aspecten die de Waddenzee bedreigen, zoals de kokkel- en mosselvisserij, gaswinning, verontreinigingen en de zeespiegelstijging. “Dat zet de effecten van bodemdaling als gevolg van gaswinning in het juiste perspectief”, aldus Roest desgevraagd.
Bodemdaling in de Waddenzee heeft zijn voordelen. Aan de Noordzeekant slijten de Waddeneilanden weg. Volgens Guy Drijkoningen van de sectie technische geofysica en petrofysica (Citg) spendeert Rijkswaterstaat jaarlijks miljoenen euro’s om dat te voorkomen. Maar al het extra zand dat daarmee wordt aangebracht, komt uiteindelijk weer in de Waddenzee terecht. “Als Rijkswaterstaat ook daar niets aan zou doen, slibt de Waddenzee dicht. Bodemdaling door gaswinning zou dan zelfs positief zijn.”
Dr.ir. Jan van de Graaff van de sectie waterbouwkunde (Citg) vindt het maar vreemd dat er zoveel heisa wordt gemaakt over het winnen van gas onder de Waddenzee. “Gedoe in de marge”, vindt de universitair hoofddocent. “Het onderwerp ligt politiek gevoelig. Het gebied is een natuurgebied en daar moet je dus van afblijven, is de gedachte.”
Volgens Van de Graaff is de discussie nauwelijks de moeite waard. Hij verwacht dat de bodemverzakking nauwelijks te zien zal zijn: “Uiteraard hangt de bodemdaling af van de hoeveelheid en snelheid waarmee het gas wordt gewonnen.”
Van de gaswinning die waarschijnlijk het eerst in aanmerking komt (bij Lauwersoog) is berekend dat de zeebodem ongeveer tien centimeter – op zijn diepst – zal zakken. “Er zal een platte ‘schotel’ ontstaan met een straal van ongeveer tien kilometer. We zullen goed moeten kijken om de daling te kunnen zien”, meent Van de Graaff. Hij vermoedt dat zulke ‘schotels’ geen probleem zijn voor de Waddenzee. “In de Waddenzee is de bodem voortdurend in beweging. De bodem past zich aan zodra een natuurlijk evenwicht is verstoord. De gaten worden vanzelf opgevuld met zand en slib uit de Noordzee.”
Veel meer zorgen moeten we ons maken over de zeespiegelstijging en de daarmee gepaarde hoeveelheden zand en slib die nodig zijn om de in de Waddenzee aanwezige kwelders, geulen en platen op te hogen, denkt Van de Graaff. “De zeespiegel stijgt jaarlijks ongeveer twee millimeter. Ervan uitgaande dat dit in de toekomst niet minder wordt maar juist meer, moet heel de bodem van de Waddenzee worden opgehoogd, willen we de Waddenzee behouden zoals hij is. Daar is zo’n relatief klein deukje in de bodem door gaswinning niks bij.”(IL)
Comments are closed.