Campus

Fax van verre

Student scheikunde Ad Schoof heeft de Chinese Muur bezocht, is nu geen toerist meer en heeft zich in Beijing op de studie gestort.Ik voelde me in het begin in Beijing meer toerist dan student, maar raak nu toch aardig thuis.

Ik ben wat meer gewend aan de cultuur en ook de taal geeft langzamerhand wat meer van zijn geheimen prijs. Mijn afstudeeronderzoek over de modellering van elektroliet-oplossingen met organisch oplosmiddel, komt nu goed op gang. Op de vakgroep is de uitrusting redelijk en de begeleiding goed. Men doet er alles aan om de uitwisseling te laten slagen. Maar Windows is hier in het Chinees en in de bieb kom ik er zonder hulp niet uit.

Tsinghua doet het op thermo-gebied goed, er wordt veel gepubliceerd en alle docenten zijn meerdere jaren in het buitenland geweest. Zo hebben zij een goed netwerk opgebouwd met grote instellingen van hoog niveau, al is er veel verschil tussen de afdelingen. Er zijn proffen die vinden dat het in China allemaal beter is en niet weten wat er in het buitenland gebeurt. Sommige vakgroepen zijn ongeveer uit elkaar gevallen omdat de prof gezwicht is voor de ‘socialistische markteconomie’ – kapitalisme dus – en nauwelijks meer op de universiteit verschijnt.

Tsinghua zit zeker in de lift. Het is van oudsher de beste technische universiteit. Van de beste studenten op het landelijke middelbare school-examen gaat de helft naar Tsinghua, en de overheid geeft twee keer zoveel geld per student als aan andere universiteiten.

Met de invoering van de markteconomie verandert hier wel veel. De studenten krijgen nog wel voldoende stufi, maar de staat heeft minder geld en de studenten moeten sinds vijf jaar collegegeld betalen. En dat wordt ieder jaar flink verhoogd. Ook moeten de promovendi dit jaar voor het eerst kamerhuur betalen. Daar staat tegenover dat de studenten veel vrijer zijn om later hun eigen baan te kiezen.

Ook het onderzoek heeft de markt ontdekt, hetgeen de overheid van harte stimuleert. Een vakgroep die een gesponsord project in huis haalt, mag een toelage geven op de salarissen van tien procent. Zo kunnen de salarissen makkelijk oplopen met zestig procent. Het grote verschil met Nederland is dat het geld hier nauwelijks van de grote bedrijven komt. Het zijn veel kleine projecten. De grote staatsbedrijven zijn niet erg vernieuwend.

Doordat alleen de beste studenten hier binnenkomen, is de concurrentie erg groot. Studenten maken lange dagen. De buitenlanders klagen er vaak over dat er ’s avonds op de campus niets te doen is. De Chinese studenten zitten dan allemaal in de collegezalen of in de bieb. Hun probleem is niet zozeer om af te studeren – iedereen haalt hier normaal gesproken het eind -, het probleem is om eruit te springen. Want dat levert echt betere papieren op voor de toekomst.

Dat kan geen kwaad want alles verandert snel in China. De meeste studenten maken geen plannen voor na hun afstuderen, want niemand weet wat er dan mogelijk is. Koffiedik kijken en speculeren over de politieke toekomst is een van de favorietebezigheden in de buitenlandse kolonies. De Chinezen laten zich niet uit over de politiek. Dat heeft zeker te maken met de opstand van vijf jaar geleden, maar zeker ook met de verlokkingen die de markt biedt. Blijft de samenleving zich in dit tempo verwestersen, dan moeten de studenten van nu immers de Chinese yuppen van morgen worden.

Ad Schoof

Student scheikunde Ad Schoof heeft de Chinese Muur bezocht, is nu geen toerist meer en heeft zich in Beijing op de studie gestort.

Ik voelde me in het begin in Beijing meer toerist dan student, maar raak nu toch aardig thuis. Ik ben wat meer gewend aan de cultuur en ook de taal geeft langzamerhand wat meer van zijn geheimen prijs. Mijn afstudeeronderzoek over de modellering van elektroliet-oplossingen met organisch oplosmiddel, komt nu goed op gang. Op de vakgroep is de uitrusting redelijk en de begeleiding goed. Men doet er alles aan om de uitwisseling te laten slagen. Maar Windows is hier in het Chinees en in de bieb kom ik er zonder hulp niet uit.

Tsinghua doet het op thermo-gebied goed, er wordt veel gepubliceerd en alle docenten zijn meerdere jaren in het buitenland geweest. Zo hebben zij een goed netwerk opgebouwd met grote instellingen van hoog niveau, al is er veel verschil tussen de afdelingen. Er zijn proffen die vinden dat het in China allemaal beter is en niet weten wat er in het buitenland gebeurt. Sommige vakgroepen zijn ongeveer uit elkaar gevallen omdat de prof gezwicht is voor de ‘socialistische markteconomie’ – kapitalisme dus – en nauwelijks meer op de universiteit verschijnt.

Tsinghua zit zeker in de lift. Het is van oudsher de beste technische universiteit. Van de beste studenten op het landelijke middelbare school-examen gaat de helft naar Tsinghua, en de overheid geeft twee keer zoveel geld per student als aan andere universiteiten.

Met de invoering van de markteconomie verandert hier wel veel. De studenten krijgen nog wel voldoende stufi, maar de staat heeft minder geld en de studenten moeten sinds vijf jaar collegegeld betalen. En dat wordt ieder jaar flink verhoogd. Ook moeten de promovendi dit jaar voor het eerst kamerhuur betalen. Daar staat tegenover dat de studenten veel vrijer zijn om later hun eigen baan te kiezen.

Ook het onderzoek heeft de markt ontdekt, hetgeen de overheid van harte stimuleert. Een vakgroep die een gesponsord project in huis haalt, mag een toelage geven op de salarissen van tien procent. Zo kunnen de salarissen makkelijk oplopen met zestig procent. Het grote verschil met Nederland is dat het geld hier nauwelijks van de grote bedrijven komt. Het zijn veel kleine projecten. De grote staatsbedrijven zijn niet erg vernieuwend.

Doordat alleen de beste studenten hier binnenkomen, is de concurrentie erg groot. Studenten maken lange dagen. De buitenlanders klagen er vaak over dat er ’s avonds op de campus niets te doen is. De Chinese studenten zitten dan allemaal in de collegezalen of in de bieb. Hun probleem is niet zozeer om af te studeren – iedereen haalt hier normaal gesproken het eind -, het probleem is om eruit te springen. Want dat levert echt betere papieren op voor de toekomst.

Dat kan geen kwaad want alles verandert snel in China. De meeste studenten maken geen plannen voor na hun afstuderen, want niemand weet wat er dan mogelijk is. Koffiedik kijken en speculeren over de politieke toekomst is een van de favorietebezigheden in de buitenlandse kolonies. De Chinezen laten zich niet uit over de politiek. Dat heeft zeker te maken met de opstand van vijf jaar geleden, maar zeker ook met de verlokkingen die de markt biedt. Blijft de samenleving zich in dit tempo verwestersen, dan moeten de studenten van nu immers de Chinese yuppen van morgen worden.

Ad Schoof

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.