Deze week werd de ‘historische canon van Nederland’ gepresenteerd, een leidraad voor toekomstig geschiedenisonderwijs. TU-wetenschapper Joris Dik mist de technologische thema’s.
Deze week presenteerde de commissie Van Oostrom de historische canon van Nederland. Een prestigieuze lijst van ‘belangrijke personen, teksten, kunstwerken, voorwerpen, verschijnselen en processen die samen laten zien hoe Nederland zich ontwikkeld heeft tot het land waarin we nu leven’.
De canon is bedoeld als handreiking voor hetgeen op de basisschool en in het voortgezet onderwijs behandeld zou moeten worden. Hij bevat vijftig ‘vensters’ op de geschiedenis, vijftig gebeurtenissen, processen of personen van doorslaggevende betekenis voor Nederland.
De vraag is natuurlijk: wie staat er op die lijst. Maar vooral: wie niet? Zoals te verwachten, behandelt de canon alle grote Nederlandse thema’s: de strijd tegen het water, de Hollandse koopmansgeest, de koloniale ellende, ons bijzondere culturele erfgoed en de onvolprezen tolerantie ten opzichte van vreemdelingen. Ook in het smoelenboek vinden we bekende gezichten: Rembrandt, Michiel de Ruyter, Spinoza, Willem Drees. Misschien dat Annie M.G. Schmidt (met stip op plaats 45) hier en daar een glimlach van herkenning geeft.
Wie goed zoekt, vindt ook enkele technologische thema’s, namelijk de boekdrukkunst, de eerste spoorwegverbinding, de drooglegging van de Beemster, de Deltawerken en de gasbel. Maar dat was het dan ook. Is dat de historische bijdrage van de technologie aan de identiteit van de Nederlandse samenleving? Waar zijn de Rembrandts van de techniek? Waar is Antoni van Leeuwenhoek en de celbiologie? Christiaan Huygens? Leeghwater? Cruquius? Lely, Buys-Ballot? Lorentz? Van der Waals? Ik zie ze niet.
Hoe dat komt? Heel eenvoudig. De commissie Van Oostrom is samengesteld uit louter sociaal- en geesteswetenschappers. Niks ten nadele van alfa’s en gamma’s natuurlijk (ik ben er zelf een). Van Oostrom is de meest gerespecteerde Nederlandse historicus. Toch had een technoloog in de commissie niet misstaan, alleen al om het literaire geweld enigszins te balanceren.
Maar het is nog niet te laat. Het kabinet heeft zes maanden uitgetrokken voor een maatschappelijk debat over de canon en de exacte invulling daarvan. Ik roep iedereen op om te pleiten voor een herkenbare bijdrage van de technologie aan de canon. Wie is uw technologische Hollandse held en waarom? Laat van u horen op onderstaande website.
Dr. Joris Dik, afdeling technische materiaalwetenschappen, faculteit 3ME.
Deze week presenteerde de commissie Van Oostrom de historische canon van Nederland. Een prestigieuze lijst van ‘belangrijke personen, teksten, kunstwerken, voorwerpen, verschijnselen en processen die samen laten zien hoe Nederland zich ontwikkeld heeft tot het land waarin we nu leven’.
De canon is bedoeld als handreiking voor hetgeen op de basisschool en in het voortgezet onderwijs behandeld zou moeten worden. Hij bevat vijftig ‘vensters’ op de geschiedenis, vijftig gebeurtenissen, processen of personen van doorslaggevende betekenis voor Nederland.
De vraag is natuurlijk: wie staat er op die lijst. Maar vooral: wie niet? Zoals te verwachten, behandelt de canon alle grote Nederlandse thema’s: de strijd tegen het water, de Hollandse koopmansgeest, de koloniale ellende, ons bijzondere culturele erfgoed en de onvolprezen tolerantie ten opzichte van vreemdelingen. Ook in het smoelenboek vinden we bekende gezichten: Rembrandt, Michiel de Ruyter, Spinoza, Willem Drees. Misschien dat Annie M.G. Schmidt (met stip op plaats 45) hier en daar een glimlach van herkenning geeft.
Wie goed zoekt, vindt ook enkele technologische thema’s, namelijk de boekdrukkunst, de eerste spoorwegverbinding, de drooglegging van de Beemster, de Deltawerken en de gasbel. Maar dat was het dan ook. Is dat de historische bijdrage van de technologie aan de identiteit van de Nederlandse samenleving? Waar zijn de Rembrandts van de techniek? Waar is Antoni van Leeuwenhoek en de celbiologie? Christiaan Huygens? Leeghwater? Cruquius? Lely, Buys-Ballot? Lorentz? Van der Waals? Ik zie ze niet.
Hoe dat komt? Heel eenvoudig. De commissie Van Oostrom is samengesteld uit louter sociaal- en geesteswetenschappers. Niks ten nadele van alfa’s en gamma’s natuurlijk (ik ben er zelf een). Van Oostrom is de meest gerespecteerde Nederlandse historicus. Toch had een technoloog in de commissie niet misstaan, alleen al om het literaire geweld enigszins te balanceren.
Maar het is nog niet te laat. Het kabinet heeft zes maanden uitgetrokken voor een maatschappelijk debat over de canon en de exacte invulling daarvan. Ik roep iedereen op om te pleiten voor een herkenbare bijdrage van de technologie aan de canon. Wie is uw technologische Hollandse held en waarom? Laat van u horen op onderstaande website.
Dr. Joris Dik, afdeling technische materiaalwetenschappen, faculteit 3ME.
www.entoen.nu
Comments are closed.