Onderzoekers van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG) vrezen dat onderzoeksinstituut GeoDelft te veel invloed krijgt op hun werk.
Het nieuwe kenniscentrum Geo-engineering, waarin de sectie geotechniek van CiTG en onderzoeksinstituut GeoDelft samenwerken, ligt onder vuur. Volgens het samenwerkingscontract valt alle onderzoek van de sectie ‘in beginsel’ binnen het kenniscentrum. GeoDelft heeft dus invloed op dat onderzoek. Te veel, vrezen de onderdeelcommissie en een aantal sectieleden.
“In de jaren dertig was het andersom, maar nu bepaalt GeoDelft een beetje wat wordt onderzocht en waar”, zegt prof.dr.ir. Frans Molenkamp. Andere onderzoekers uit zijn sectie zijn bang te worden ‘opgevreten’ door het grotere GeoDelft. CiTG-decaan en bestuurslid van het kenniscentrum prof.ir. Louis de Quelerij deelt die zorg niet. “Het is een wederkerige relatie. Wij hebben ook invloed op GeoDelft.”
Ook de samenstelling van het bestuur van het kenniscentrum baart veel onderzoekers zorgen. In het bestuur horen twee bestuurders van de TU en twee van GeoDelft. Maar tijdelijk sectiehoofd prof.ir. Frits van Tol zit namens de TU Delft in het bestuur en werkt voor GeoDelft. De Quelerij is niet bezorgd over de integriteit van Van Tol. “We zoeken een sectiehoofd die voltijds voor de TU werkt. Het ligt voor de hand dat diegene ook in het bestuur van het kenniscentrum komt.”
Eerder ontstond al discussie omdat het samenwerkingscontract werd getekend zonder advies van de medezeggenschapsraden. De ondernemingsraad, die vindt dat dat wel had gemoeten, spreekt over twee weken met het college van bestuur over de procedure.
Molenkamp benadrukt voor samenwerking met GeoDelft te zijn. “Maar het is nu doorgeslagen.”
Zo worden beide partijen eigenaar van alle kennis die in het kenniscentrum is ontwikkeld. “GeoDelft kan dus kennis uit TU-onderzoek gebruiken in haar adviesrol”, zegt Molenkamp.
Baggerbedrijf Boskalis liet al weten een door hen gefinancierde promovendus terug te trekken als zijn onderzoeksresultaten ook eigendom van GeoDelft worden. Per geval kan worden afgesproken dat het onderzoek niet onder het kenniscentrum valt. Toch kunnen buitenstaanders worden afgeschrikt, denkt Molenkamp. “Een volgende keer gaat Boskalis misschien liever naar een Noorse universiteit.”
Ook technologiestichting STW heeft er moeite mee dat GeoDelft eigenaar wordt van TU-onderzoek. STW kent een subsidie van 1,5 miljoen euro, die Molenkamp aanvroeg, niet zomaar toe. Ze willen eerst onderhandelen met GeoDelft. “Subsidies binnenhalen wordt extra moeilijk. Wetenschappelijk goedgekeurd onderzoek kan nu afbreken op een onderhandeling.”
De Quelerij is ook hier niet bang voor. GeoDelft gaat binnenkort op in het instituut Deltares, samen met Delft Hydraulics en onderdelen van TNO en Rijkswaterstaat. “Het is goed een hechte samenwerking te hebben met Deltares, omdat daar veel financieringskanalen zijn”, zegt De Quelerij. “Dit is de eerste stap, ik wil meer van dit soort samenwerkingen voor onze faculteit.”
Het nieuwe kenniscentrum Geo-engineering, waarin de sectie geotechniek van CiTG en onderzoeksinstituut GeoDelft samenwerken, ligt onder vuur. Volgens het samenwerkingscontract valt alle onderzoek van de sectie ‘in beginsel’ binnen het kenniscentrum. GeoDelft heeft dus invloed op dat onderzoek. Te veel, vrezen de onderdeelcommissie en een aantal sectieleden.
“In de jaren dertig was het andersom, maar nu bepaalt GeoDelft een beetje wat wordt onderzocht en waar”, zegt prof.dr.ir. Frans Molenkamp. Andere onderzoekers uit zijn sectie zijn bang te worden ‘opgevreten’ door het grotere GeoDelft. CiTG-decaan en bestuurslid van het kenniscentrum prof.ir. Louis de Quelerij deelt die zorg niet. “Het is een wederkerige relatie. Wij hebben ook invloed op GeoDelft.”
Ook de samenstelling van het bestuur van het kenniscentrum baart veel onderzoekers zorgen. In het bestuur horen twee bestuurders van de TU en twee van GeoDelft. Maar tijdelijk sectiehoofd prof.ir. Frits van Tol zit namens de TU Delft in het bestuur en werkt voor GeoDelft. De Quelerij is niet bezorgd over de integriteit van Van Tol. “We zoeken een sectiehoofd die voltijds voor de TU werkt. Het ligt voor de hand dat diegene ook in het bestuur van het kenniscentrum komt.”
Eerder ontstond al discussie omdat het samenwerkingscontract werd getekend zonder advies van de medezeggenschapsraden. De ondernemingsraad, die vindt dat dat wel had gemoeten, spreekt over twee weken met het college van bestuur over de procedure.
Molenkamp benadrukt voor samenwerking met GeoDelft te zijn. “Maar het is nu doorgeslagen.”
Zo worden beide partijen eigenaar van alle kennis die in het kenniscentrum is ontwikkeld. “GeoDelft kan dus kennis uit TU-onderzoek gebruiken in haar adviesrol”, zegt Molenkamp.
Baggerbedrijf Boskalis liet al weten een door hen gefinancierde promovendus terug te trekken als zijn onderzoeksresultaten ook eigendom van GeoDelft worden. Per geval kan worden afgesproken dat het onderzoek niet onder het kenniscentrum valt. Toch kunnen buitenstaanders worden afgeschrikt, denkt Molenkamp. “Een volgende keer gaat Boskalis misschien liever naar een Noorse universiteit.”
Ook technologiestichting STW heeft er moeite mee dat GeoDelft eigenaar wordt van TU-onderzoek. STW kent een subsidie van 1,5 miljoen euro, die Molenkamp aanvroeg, niet zomaar toe. Ze willen eerst onderhandelen met GeoDelft. “Subsidies binnenhalen wordt extra moeilijk. Wetenschappelijk goedgekeurd onderzoek kan nu afbreken op een onderhandeling.”
De Quelerij is ook hier niet bang voor. GeoDelft gaat binnenkort op in het instituut Deltares, samen met Delft Hydraulics en onderdelen van TNO en Rijkswaterstaat. “Het is goed een hechte samenwerking te hebben met Deltares, omdat daar veel financieringskanalen zijn”, zegt De Quelerij. “Dit is de eerste stap, ik wil meer van dit soort samenwerkingen voor onze faculteit.”
Comments are closed.