Customize Consent Preferences

We use cookies to help you navigate efficiently and perform certain functions. You will find detailed information about all cookies under each consent category below.

The cookies that are categorized as "Necessary" are stored on your browser as they are essential for enabling the basic functionalities of the site. ... 

Always Active

Necessary cookies are required to enable the basic features of this site, such as providing secure log-in or adjusting your consent preferences. These cookies do not store any personally identifiable data.

No cookies to display.

Functional cookies help perform certain functionalities like sharing the content of the website on social media platforms, collecting feedback, and other third-party features.

No cookies to display.

Analytical cookies are used to understand how visitors interact with the website. These cookies help provide information on metrics such as the number of visitors, bounce rate, traffic source, etc.

No cookies to display.

Performance cookies are used to understand and analyze the key performance indexes of the website which helps in delivering a better user experience for the visitors.

No cookies to display.

Advertisement cookies are used to provide visitors with customized advertisements based on the pages you visited previously and to analyze the effectiveness of the ad campaigns.

No cookies to display.

Opinie

Studieromantiek

Het is weer zover. Het nieuwe collegejaar gaat van start. En daarmee verschijnen ook de hordes nieuwelingen: frisse geesten op de drempel van een universitaire carrière.

br />
Die drommen eerstejaars studenten werken altijd danig op mijn gemoed. Ze wekken een mengeling van medelijden en afgunst bij me op. Medelijden, omdat ze er vaak zo jong en ontdaan uitzien. Doorgaans vers van de middelbare school en dan eindelijk toegelaten tot die magische studentenwereld. Toen ik zelf zover was, was ik doortrokken van ontzag voor zowel studenten als universiteit. Sporen van datzelfde ontzag zie ik terug op die ontzettend jonge smoelen, hoe dapper ze ook uit hun ogen kijken, in hun altijd veel te grote gekleurde T-shirts.

Ik voel afgunst, omdat het inderdaad een magische wereld is die je als eerstejaars betreedt. Nu ik zelf manmoedig een volwassen balans probeer te vinden tussen proefschrift, baby en sociale contacten, begint mijn studententijd met terugwerkende kracht paradijselijke proporties aan te nemen. Als student had ik het ook druk, inclusief de doorwaakte nachten, maar dat was toch anders. Ik had het toen bijvoorbeeld heel druk met het voeren van diepgaande gesprekken, of met zelfontplooiing, of met het bij elkaar schrapen van mijn laatste financiële middelen.

Achteraf gezien had ik wat meer tijd aan mijn studie kunnen besteden. Achteraf gezien had ik misschien wel twee studies kunnen doen. Achteraf gezien had ik toen misschien die bestseller moeten schrijven. Maar ja, dan had ik wellicht niet zo’n ontzettend leuke tijd gehad.

Een beetje student hoort te experimenteren met zichzelf: het ontdekken van je talenten. Dat kan variëren van ongekend bestuurstalent tot ongekend lanterfanttalent: het is altijd nuttig om te weten waar je sterke kanten liggen. Ik ben dan ook niet in vier jaar afgestudeerd. Dat zou zonde zijn. Ik wist na die zes jaar tenminste wat ik wilde en wat ik ongeveer kon.

Mijn studententijd was niet altijd een paradijs, zelfs niet met terugwerkende kracht. Er was ook onzekerheid, zoeken naar mijn identiteit, zoeken naar een manier om mijn leven zinnig in te vullen. Wist ik toen veel dat ik met mijn persoonlijkheid en talenten veel beter geschikt ben als wetenschappelijk onderzoeker dan als journalist. Wist ik toen veel dat ik gelukkig zou worden van een leven met man en kind. Toen ik net ging studeren, dacht ik dat ik oorlogsverslaggever zou worden of zoiets heroïsch. Als ik dan geen mensenlevens ging redden als geneeskundestudent, dan toch zeker als onbevreesd reporter. Ach ja, het leven is een les in bescheidenheid.

Aan de ene kant begrijp ik dat we als maatschappij steeds minder geld steken in de universitaire omzwervingen van jonge mensen. Het is een luxe van ongekende omvang om in zoveel vrijheid volwassen te worden. Aan de andere kant biedt zo’n studententijd een basis voor het leven. Die bravoure en ambitie die in de studententijd hoogtij vieren, zouden niet moeten worden beknot met een systeem waarin iedere misstap, zoals een verkeerde studiekeuze, wordt afgestraft. Ik denk dat een maatschappij uiteindelijk wél vaart bij mensen die de tijd hebben gehad om in ouderwetse studentenstijl een lomp figuur te slaan.

Lotte Asveld is promovenda bij de sectie filosofie van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Het is weer zover. Het nieuwe collegejaar gaat van start. En daarmee verschijnen ook de hordes nieuwelingen: frisse geesten op de drempel van een universitaire carrière.

Die drommen eerstejaars studenten werken altijd danig op mijn gemoed. Ze wekken een mengeling van medelijden en afgunst bij me op. Medelijden, omdat ze er vaak zo jong en ontdaan uitzien. Doorgaans vers van de middelbare school en dan eindelijk toegelaten tot die magische studentenwereld. Toen ik zelf zover was, was ik doortrokken van ontzag voor zowel studenten als universiteit. Sporen van datzelfde ontzag zie ik terug op die ontzettend jonge smoelen, hoe dapper ze ook uit hun ogen kijken, in hun altijd veel te grote gekleurde T-shirts.

Ik voel afgunst, omdat het inderdaad een magische wereld is die je als eerstejaars betreedt. Nu ik zelf manmoedig een volwassen balans probeer te vinden tussen proefschrift, baby en sociale contacten, begint mijn studententijd met terugwerkende kracht paradijselijke proporties aan te nemen. Als student had ik het ook druk, inclusief de doorwaakte nachten, maar dat was toch anders. Ik had het toen bijvoorbeeld heel druk met het voeren van diepgaande gesprekken, of met zelfontplooiing, of met het bij elkaar schrapen van mijn laatste financiële middelen.

Achteraf gezien had ik wat meer tijd aan mijn studie kunnen besteden. Achteraf gezien had ik misschien wel twee studies kunnen doen. Achteraf gezien had ik toen misschien die bestseller moeten schrijven. Maar ja, dan had ik wellicht niet zo’n ontzettend leuke tijd gehad.

Een beetje student hoort te experimenteren met zichzelf: het ontdekken van je talenten. Dat kan variëren van ongekend bestuurstalent tot ongekend lanterfanttalent: het is altijd nuttig om te weten waar je sterke kanten liggen. Ik ben dan ook niet in vier jaar afgestudeerd. Dat zou zonde zijn. Ik wist na die zes jaar tenminste wat ik wilde en wat ik ongeveer kon.

Mijn studententijd was niet altijd een paradijs, zelfs niet met terugwerkende kracht. Er was ook onzekerheid, zoeken naar mijn identiteit, zoeken naar een manier om mijn leven zinnig in te vullen. Wist ik toen veel dat ik met mijn persoonlijkheid en talenten veel beter geschikt ben als wetenschappelijk onderzoeker dan als journalist. Wist ik toen veel dat ik gelukkig zou worden van een leven met man en kind. Toen ik net ging studeren, dacht ik dat ik oorlogsverslaggever zou worden of zoiets heroïsch. Als ik dan geen mensenlevens ging redden als geneeskundestudent, dan toch zeker als onbevreesd reporter. Ach ja, het leven is een les in bescheidenheid.

Aan de ene kant begrijp ik dat we als maatschappij steeds minder geld steken in de universitaire omzwervingen van jonge mensen. Het is een luxe van ongekende omvang om in zoveel vrijheid volwassen te worden. Aan de andere kant biedt zo’n studententijd een basis voor het leven. Die bravoure en ambitie die in de studententijd hoogtij vieren, zouden niet moeten worden beknot met een systeem waarin iedere misstap, zoals een verkeerde studiekeuze, wordt afgestraft. Ik denk dat een maatschappij uiteindelijk wél vaart bij mensen die de tijd hebben gehad om in ouderwetse studentenstijl een lomp figuur te slaan.

Lotte Asveld is promovenda bij de sectie filosofie van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.