Onderwijs

Zwangere student heeft recht op herkansing

Een zwangere moet op een alternatief tijdstip een herkansing kunnen doen als ze door haar zwangerschap de reguliere herkansing niet kan doen. Dat zij geen aanmerkelijke studievertraging oploopt en ondanks de nog niet afgelegde herkansing toch voorwaardelijk naar de masteropleding mag doorstromen, geldt niet als argument om een verzoek te weigeren.

Dat blijkt uit een uitspraak van de Commissie Gelijke Behandeling. De comissie oordeelde dat de universiteit waar de vrouw rechten studeerde verboden onderscheid maakte op grond van geslacht gemaakt door haar verzoek om een herkansing voor een tentamen af te wijzen.

De student kon vanwege haar zwangerschap niet deelnemen aan de herkansing van het laatste tentamen van haar bacheloropleiding. Haar verzoek om alsnog een herkansing te doen op een ander moment, werd door de universiteit afgewezen.

Alleen als de student aanmerkelijke studievertraging oploopt, kan de student in aanmerking komen voor een herkansing op een ander moment. Daarnaast moet sprake zijn van een bijzondere omstandigheid, zoals ziekte of zwangerschap.

In dit geval was weliswaar sprake van zo’n bijzondere omstandigheid, maar hoefde de student geen studievertraging op te lopen omdat zij voorwaardelijk kon doorstromen naar de masteropleiding, ook als zij het tentamen nog niet had afgelegd.

De Commissie oordeelt dat afwezigheid wegens zwangerschap iets anders is dan afwezigheid vanwege bijvoorbeeld ziekte of vakantie. Alleen vrouwen kunnen zwanger worden. Onder verwijzing naar Nederlandse en Europese rechtsregels oordeelt de Commissie daarom dat nadeel vanwege zwangerschap moet worden beschouwd als direct onderscheid op grond van geslacht.

In dit geval staat vast dat de student in verband met haar zwangerschap het vak niet heeft kunnen herkansen. Het nadeel van de student bestaat eruit dat zij als gevolg van haar zwangerschap haar bacheloropleiding niet kan afronden voordat zij aan haar master begint. Bovendien moet zij het tentamen opnieuw voorbereiden, wat leidt tot extra studiebelasting in de masterfase.

Met het oordeel wordt duidelijk dat universiteiten en andere onderwijsinstellingen ten aanzien van zwangere studenten een bijzondere zorgplicht hebben. Als zij onvoldoende rekening houden met zwangerschap als bijzondere omstandigheid, maken zij onderscheid op grond van geslacht, zoals dat in de gelijkebehandelingswetgeving is verboden.

De Commissie laat het niet bij het uitspreken van dit oordeel. Omdat de Commissie ook een belangrijke signalerende en informerende taak heeft, heeft ze álle universiteiten en hogescholen van haar oordeel in kennis gesteld. Dat moet ertoe leiden dat universiteiten en hogescholen die zich nog onvoldoende bewust zijn van hun bijzondere zorgplicht bij zwangerschap van studenten, passende maatregelen kunnen nemen rondom de afwikkeling van tentamens en examens. Ook de minister van onderwijs is van het oordeel in kennis gesteld.

De uitspraak staat op www.cgb.nl

Tegen het ANP zei Kraneveldt: “In de klas en op het schoolplein moet open communicatie gewaarborgd zijn. Je moet elkaar recht in de ogen kunnen kijken. Dat geldt ook voor het hoger onderwijs.”

Zij botst met haar eigen minister, want Plasterk wil een uitzondering maken voor hogescholen en universiteiten. Daar studeren volwassenen en die moeten er samen uitkomen, vindt hij. De instellingen hebben bovendien genoeg mogelijkheden om de boerka zelf te verbieden, als ze daar behoefte aan hebben.

De Kamer vergadert vandaag over gezichtsbedekkende kleding in het onderwijs. Eerder hadden de hogescholen en universiteiten al laten weten dat ze geen behoefte hebben aan een verbod. “Wij kennen geen instellingen waar dit probleem speelt”, zei een woordvoerder van de HBO-raad. “En als het zich ooit heeft voorgedaan, dan is men er kennelijk in een individueel gesprek uitgekomen.”

Overigens zijn er wel instellingen die de boerka hebben verboden, zoals de Erasmus Universiteit. Aan de Vrije Universiteit zijn gezichtssluiers en naveltruitjes uit den boze.

Dat blijkt uit een uitspraak van de Commissie Gelijke Behandeling. De comissie oordeelde dat de universiteit waar de vrouw rechten studeerde verboden onderscheid maakte op grond van geslacht door haar verzoek om een herkansing voor een tentamen af te wijzen.

De student kon vanwege haar zwangerschap niet deelnemen aan de herkansing van het laatste tentamen van haar bacheloropleiding. Haar verzoek om alsnog een herkansing te doen op een ander moment, werd door de universiteit afgewezen.

Alleen als de student aanmerkelijke studievertraging oploopt, kan de student in aanmerking komen voor een herkansing op een ander moment. Daarnaast moet sprake zijn van een bijzondere omstandigheid, zoals ziekte of zwangerschap.

In dit geval was weliswaar sprake van zo’n bijzondere omstandigheid, maar hoefde de student geen studievertraging op te lopen omdat zij voorwaardelijk kon doorstromen naar de masteropleiding, ook als zij het tentamen nog niet had afgelegd.

De Commissie oordeelt dat afwezigheid wegens zwangerschap iets anders is dan afwezigheid vanwege bijvoorbeeld ziekte of vakantie. Alleen vrouwen kunnen zwanger worden. Onder verwijzing naar Nederlandse en Europese rechtsregels oordeelt de Commissie daarom dat nadeel vanwege zwangerschap moet worden beschouwd als direct onderscheid op grond van geslacht.

In dit geval staat vast dat de student in verband met haar zwangerschap het vak niet heeft kunnen herkansen. Het nadeel van de student bestaat eruit dat zij als gevolg van haar zwangerschap haar bacheloropleiding niet kan afronden voordat zij aan haar master begint. Bovendien moet zij het tentamen opnieuw voorbereiden, wat leidt tot extra studiebelasting in de masterfase.

Met het oordeel wordt duidelijk dat universiteiten en andere onderwijsinstellingen ten aanzien van zwangere studenten een bijzondere zorgplicht hebben. Als zij onvoldoende rekening houden met zwangerschap als bijzondere omstandigheid, maken zij onderscheid op grond van geslacht, zoals dat in de gelijkebehandelingswetgeving is verboden.

De Commissie laat het niet bij het uitspreken van dit oordeel. Omdat de Commissie ook een belangrijke signalerende en informerende taak heeft, heeft ze álle universiteiten en hogescholen van haar oordeel in kennis gesteld. Dat moet ertoe leiden dat universiteiten en hogescholen die zich nog onvoldoende bewust zijn van hun bijzondere zorgplicht bij zwangerschap van studenten, passende maatregelen kunnen nemen rondom de afwikkeling van tentamens en examens. Ook de minister van onderwijs is van het oordeel in kennis gesteld.

De uitspraak staat op www.cgb.nl

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.