Aarzelend en zuchtend gaan de meeste TU-studenten die je ernaar vraagt akkoord met de Europese grondwet, zo leert een rondgang over de campus. "Tegen stemmen staat zo negatief."
Discussie bij de lunch: zijn we nu vóór of tégen de Europese grondwet? “Het heeft niet veel zin om tegen te stemmen”, redeneert IO-student Maarten de Lange. “Die grondwet wordt uiteindelijk toch wel aangenomen. Alleen duurt het dan nog langer.”
“Wat een logica heb jij, zeg”, weerkaatst De Langes studiegenoot Agnes Uijttewaal. “Het gaat toch om je eigen mening?” Uijttewaal zelf is er nog niet uit of ze voor of tegen de grondwet is. Maar als ze vandaag moest beslissen, zou ze Brussel haar ja-woord gunnen. “Ik zie het probleem niet.”
Een paar gebouwen verderop is derdejaars civiele techniek Daan Erkelens van plan ‘keihard tegen’ te stemmen. “Die grondwet betekent: geen abortus meer, geen soepel softdrugsbeleid meer. Ieder land krijgt straks stemrecht naar aantal inwoners. En dat betekent dat onze inspraak heel hard achteruit holt. Laten we nou eerst de nationale wetten in Europa meer gelijk trekken, en dan pas een grondwet invoeren.”
Overtuigde tegenstanders als Erkelens zijn op de campus nauwelijks te vinden. Overtuigde voorstanders trouwens ook niet. Veelgehoorde redenen om dan toch maar vóór de Europese grondwet te zijn: mijn politieke partij raadt het aan, tegen stemmen ‘staat zo agressief’, Nederland maakt zichzelf belachelijk door tegen de grondwet te zijn. “Ik denk dat mijn stem een ‘ja’ wordt. Maar niet met overtuiging”, zegt tweedejaars student IO Joost van Hoevelaak. “Het is altijd goed om dingen samen te doen”, is het uitgangspunt van luchtvaart- en ruimtevaartstudent Mony Nedkov.
Zo lang typisch Nederlandse eigenaardigheden als het euthanasie-, abortus- en softdrugsbeleid maar overeind blijven, vindt haast iedereen. “Ik begrijp dat die grondwet niet meer is dan een samenvatting van een aantal verdragen dat er al is”, zegt tweedejaarsstudent IO Erik Kieskamp. Derdejaars civiele techniek Jeroen Kooistra troost zich met de gedachte dat er ‘aan Nederland heus wel wordt gedacht’ door de grote landen. “Wij zijn ooit begonnen met Europese samenwerking.”
“Het kan ook zo gaan dat andere Europese landen met hun softdrugsbeleid meer de Nederlandse kant op komen”, vindt natuurkundestudent Victor Calado, een van de weinige echt overtuigde voor-stemmers. “Dat zie je nu al gebeuren in Zwitserland, België en Groot-Brittannië. Als je wilt dat Europa beter wordt, moet je voor stemmen. Wie tegen stemt, wil blijkbaar dat alles blijft zoals het nu is.”
Wankel zijn veel meningen ook. De een heeft zich ‘na een pittige discussie met huisgenoten’ laten ompraten om voor te stemmen, de ander heeft zich laten voorlichten door een kennis: “Hij studeert sociale geografie, dus hij heeft er verstand van.” Weer anderen beloven plechtig zich eerst nog eens goed in de voorlichtingsboekjes te verdiepen, voordat de definitieve keuze wordt gemaakt. “Ik zie nog wel wat ik doe”, zegt natuurkundestudent Christine Oskam laconiek. “Ik ga gewoon naar het stemhokje. En dan doe ik wat mijn gevoel me ingeeft.”
Discussie bij de lunch: zijn we nu vóór of tégen de Europese grondwet? “Het heeft niet veel zin om tegen te stemmen”, redeneert IO-student Maarten de Lange. “Die grondwet wordt uiteindelijk toch wel aangenomen. Alleen duurt het dan nog langer.”
“Wat een logica heb jij, zeg”, weerkaatst De Langes studiegenoot Agnes Uijttewaal. “Het gaat toch om je eigen mening?” Uijttewaal zelf is er nog niet uit of ze voor of tegen de grondwet is. Maar als ze vandaag moest beslissen, zou ze Brussel haar ja-woord gunnen. “Ik zie het probleem niet.”
Een paar gebouwen verderop is derdejaars civiele techniek Daan Erkelens van plan ‘keihard tegen’ te stemmen. “Die grondwet betekent: geen abortus meer, geen soepel softdrugsbeleid meer. Ieder land krijgt straks stemrecht naar aantal inwoners. En dat betekent dat onze inspraak heel hard achteruit holt. Laten we nou eerst de nationale wetten in Europa meer gelijk trekken, en dan pas een grondwet invoeren.”
Overtuigde tegenstanders als Erkelens zijn op de campus nauwelijks te vinden. Overtuigde voorstanders trouwens ook niet. Veelgehoorde redenen om dan toch maar vóór de Europese grondwet te zijn: mijn politieke partij raadt het aan, tegen stemmen ‘staat zo agressief’, Nederland maakt zichzelf belachelijk door tegen de grondwet te zijn. “Ik denk dat mijn stem een ‘ja’ wordt. Maar niet met overtuiging”, zegt tweedejaars student IO Joost van Hoevelaak. “Het is altijd goed om dingen samen te doen”, is het uitgangspunt van luchtvaart- en ruimtevaartstudent Mony Nedkov.
Zo lang typisch Nederlandse eigenaardigheden als het euthanasie-, abortus- en softdrugsbeleid maar overeind blijven, vindt haast iedereen. “Ik begrijp dat die grondwet niet meer is dan een samenvatting van een aantal verdragen dat er al is”, zegt tweedejaarsstudent IO Erik Kieskamp. Derdejaars civiele techniek Jeroen Kooistra troost zich met de gedachte dat er ‘aan Nederland heus wel wordt gedacht’ door de grote landen. “Wij zijn ooit begonnen met Europese samenwerking.”
“Het kan ook zo gaan dat andere Europese landen met hun softdrugsbeleid meer de Nederlandse kant op komen”, vindt natuurkundestudent Victor Calado, een van de weinige echt overtuigde voor-stemmers. “Dat zie je nu al gebeuren in Zwitserland, België en Groot-Brittannië. Als je wilt dat Europa beter wordt, moet je voor stemmen. Wie tegen stemt, wil blijkbaar dat alles blijft zoals het nu is.”
Wankel zijn veel meningen ook. De een heeft zich ‘na een pittige discussie met huisgenoten’ laten ompraten om voor te stemmen, de ander heeft zich laten voorlichten door een kennis: “Hij studeert sociale geografie, dus hij heeft er verstand van.” Weer anderen beloven plechtig zich eerst nog eens goed in de voorlichtingsboekjes te verdiepen, voordat de definitieve keuze wordt gemaakt. “Ik zie nog wel wat ik doe”, zegt natuurkundestudent Christine Oskam laconiek. “Ik ga gewoon naar het stemhokje. En dan doe ik wat mijn gevoel me ingeeft.”

Comments are closed.