Zestien miljard voor nieuw Erasmusprogramma

Erasmus+ harkt zeven verschillende Europese programma’s op het gebied van onderwijs, jeugdbeleid en sport bij elkaar, waaronder Leven Lang Leren en Erasmus Mundus. Het totale budget van alle programma’s is de komende jaren fors hoger dan de afgelopen zeven jaar. Grofweg was er in de vorige begroting (2007-2013) tien miljard euro beschikbaar, daar komt nu dus zes miljard bovenop.

Hoeveel geld Europa uittrekt voor de Erasmusbeurzen is nog niet duidelijk, maar volgens Neth-ER, de ‘ambassade’ van de Nederlandse kennissector in Brussel, zal ook dit budget stijgen. “De komende zeven jaar kunnen veel meer studenten tijdelijk naar het buitenland”, aldus beleidsmedewerker Sebastiaan den Bak.

Nieuw in Erasmus+ is dat Europa vanaf 2014 garant staat voor leningen die masterstudenten afsluiten om in het buitenland een opleiding te volgen. Daardoor kunnen ze makkelijker en goedkoper lenen, is de gedachte. Voor deze ‘Europese garantiefaciliteit’ wordt ongeveer 56 miljoen euro uitgetrokken.

Nederlandse studenten zullen daar volgens Den Bak weinig aan hebben omdat ze hun studiefinanciering de grens over mogen nemen. Toch is het volgens hem een goed idee: “We kunnen hiermee als Nederland meer buitenlands talent aantrekken.” Minister Bussemaker is dat met Neth-ER eens, liet ze eerder al aan de Tweede Kamer weten.

De European Students Union is, net als Nederlandse studentenorganisaties, niet enthousiast over de leengarantie. De studenten vinden dat Europa de miljoenen beter kan besteden aan de Erasmusbeurzen. Het is volgens hen bovendien niet goed om jongeren aan te moedigen om te lenen.

Officieel moet het Europees Parlement het compromis nog goedkeuren, maar dat kan pas als de lidstaten en het parlement een deal hebben gesloten over de hele Europese meerjarenbegroting 2014-2020. Daar wordt nog steeds verhit over onderhandeld. Maar aan het budget voor Erasmus+ zal volgens Den Bak niet veel meer veranderen.