‘Wij zijn pioniers’

Rosalie Klarenberg (22). “De verhouding tussen theoretisch en praktisch onderzoek spreekt mij aan. Het eerste jaar zal veel uit theorie bestaan. Daar moet je doorheen. Later kun je zelf ook onderzoekjes doen. Ik heb onlangs in een Duitse documentaire voorbeelden gezien van toepassingen van de bionanoscience. Je kunt bodemverontreiniging tegengaan door nanodeeltjes toe te voegen aan de bodem. En in de toekomst komen er misschien wel medicijnen die als een soort kleine ontdekkingsreizigertjes door je lichaam bewegen.” 

Ronald Janssen (18). “Ik zat er eerst aan te denken om econometrie te studeren. Maar de medische kant van deze bachelor nanobiologie vind ik toch wel erg interessant. Het is een van de eerste opleidingen op dit terrein. Je bent als natuurkundige actief in de geneeskunde. Dat is echt tof. Ik vind het overigens moeilijk om me er veel bij voor te stellen. Op de middelbare school leerden we hier niets over. Het zal vast een moeilijke studie zijn. Maar als ik het interessant vind, kom ik er doorheen.” 

Valérie Pourquié (19). “Ik heb eerst een jaar Life Science & Technology gestudeerd. Die studie bestond veel uit practica waarbij je het ene stofje bij het andere moest doen. Dat was teveel scheikunde voor mij. Ik ben meer theoretisch ingesteld en meer geïnteresseerd in de combinatie biologie en natuurkunde. Ik werk graag met microscopen. En ik heb gehoord dat we met ziekenhuis apparatuur gaan werken. Daar kijk ik ook naar uit.”

Paul Vermeulen (18). “Op het internet kwam ik deze bachelor tegen en ik dacht, he dat lijkt me best aardig. Biologie vond ik een van de leukere vakken op school. Toch had ik tot dan toe geen idee wat ik wilde gaan studeren. Het feit dat we fundamenteel onderzoek gaan doen, dat we echt nieuwe dingen kunnen gaan ontdekken, dat vind ik interessant.”