Geen (internet)communicatie via radiofrequenties,
maar via licht. Als het aan technisch informaticus Lennart
Klaver ligt, kletst jouw auto straks via kop- en achterlichten met zijn medeweggebruikers, en dient elke ledlamp boven tafel als toegangspoort naar internet.
Natuurlijk is lichtcommunicatie niet helemaal nieuw. “Er gebeurt enorm veel op dat vlak. Er is alleen nog één ontbrekend puzzelstukje: de netwerktechniek.” Nu studeerde Lennart Klaver (25) nét af bij Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI). En hij wist wel raad met dat puzzelstukje. “Wetenschappers maken enorme stappen als het gaat om de snelheid en afstand van lichtcommunicatie”, zegt hij, “Ze kijken alleen niet naar wat je vervolgens met die snelle verbinding doet.”
Want hoe handig zou het zijn als je auto kan communiceren met zijn voor-, achter-, of tegenligger? “Bijna alle auto’s hebben tegenwoordig ledverlichting. Daar kun je informatie in stoppen. Met welke snelheid de auto voor hem remt bijvoorbeeld, zodat hij zijn eigen snelheid daar op kan aanpassen.” Het handige van licht is namelijk dat je het kunt richten, vertelt Klaver. “Dat is een heel positieve eigenschap voor de netwerktechniek, want dat betekent dat je kunt besparen op energie. Het maakt uit of je je licht (dus informatie) richt op één ontvanger, of op de hele omgeving.” Klaver ontwikkelde een platform waar hij die eigenschappen kon testen. Met behulp van een rond bordje met ledjes rondom, keek hij in hoeverre hij vergelijkbare bordjes in de omgeving kon volgen, én gericht informatie kon sturen naar één van hen.
Eigenlijk was lichtcommunicatie een dingetje van zijn afstudeerbegeleider Marco Zuniga van Embedded Software Group bij Computer Science & Engineering. “Hij zag er veel potentie in en wilde op de TU de eerste stappen zetten op dat gebied. Er bestond al wel literatuur over hoe je informatie stuurt van het ene lichtpunt naar het andere, maar niet over hoe je dat doet als zich meerdere lichtpunten rondom bevinden.” Daar zat Klaver maar mooi mee. “We kwamen met een enorm praktische inslag het gebied binnen, want we moesten het meeste dus zelf bedenken. Dat betekent nu veel publiceren, zodat anderen er verder mee kunnen.”
Náást Klaver en Zuniga, want zij hebben ondertussen de interesse gewekt van onderzoeksgroepen in Zweden, Engeland en Oostenrijk. “Die zijn al verder dan wij in de ontwikkeling van lichtcommunicatie, maar missen net dat ene netwerkstukje dat ik heb uitgevonden.”
Klaver ziet er wel heil in. “De EU heeft gloeilampen verboden, en het huidige halogeen zal meer en meer worden vervangen door led. Dat betekent dat straks overal toegangspoorten zijn voor communicatie.” Niet alleen handig, maar ook nog eens veilig: lichtcommunicatie heeft namelijk geen bandmodus. Klaver: “Je hebt dus geen last van de buren op je netwerk. Doordat je de informatie heel gericht zendt, kun je het eigenlijk niet afluisteren.” Dag gekraakt internetbankieren! De informaticus denkt dan ook dat zijn techniek in de toekomst wel op toepassing kan rekenen, maar op heel specifiek gebied. Lichtcommunicatie is niet iets wat we straks allemaal hebben. De radioband is namelijk een prima techniek. Dromen doet hij er wel over. “Voor hetzelfde geld staat opeens iemand op die een manier bedenkt om de toepassing in laptops te bouwen. Zitten we straks en masse onder een lamp om te internetten.”
Comments are closed.