r. Hans Korving van ingenieursbureau Witteveen en Bos en onderzoeker bij de faculteit EWI toe. Maar het onderzoek dat de leerlingen van groep 8 van de Openbare Montessorischool Jan Vermeer vanochtend (21 mei) na het loslaten van de eendjes uitvoerden, was wel degelijk serieus.
De leerlingen werkten mee aan het project ‘Slim meten en monitoren’. Ze lieten elfduizend dobbers voorzien van rfid-tags te water en gingen vervolgens op strategische plaatsen langs de waterkant staan om de voortgang van de dobbers in de gaten te houden.
“Het experiment heeft veel interessante nieuwe inzichten opgeleverd over stroming door de grachten”, aldus Korving. “Op een bepaald punt bleken alle dobbertjes een afslag te nemen terwijl we hadden voorspeld dat ze rechtdoor zouden gaan.”
De organisatoren van de meting wilden vooral weten wat er gebeurt met de stroming als de stuwen, die de stad tegen hoog water beschermen, omhoog worden gekanteld. Is er dan nog wel voldoende stroming door de grachten? Droge voeten houden is natuurlijk fijn, maar het water moet nog wel wat in beweging blijven anders ontstaan er ongezonde toestanden.
“De Delftse binnenstad kan van de Schie afgeschermd worden door zes stuwen”, vertelt Korving. “Tijdens hevige regenval gaan die omhoog. De binnenstad wordt dan afgesloten en een pomp verlaagt het waterniveau in de grachten met twintig centimeter.”
Aan het eind van de middag gingen de stuwen weer omlaag tot groot genoegen van de watertaxi’s die hele dag de stad niet in konden.
Het meetexperiment is onderdeel van het project ‘Slim meten en monitoren’ van advies- en ingenieursbureau Witteveen+Bos, Munisense BV, de Gemeente Delft, het Hoogheemraadschap van Delfland en de TU Delft.
Dit project maakt ook deel uit van de activiteiten georganiseerd in het kader van het 170-jarig bestaan van de TU. Thema van dit 34e lustrum is ‘Water’.
Comments are closed.