Campus

‘Wat ons bindt is de relatie met God’

De meeste studentenverenigingen zijn levensbeschouwelijk-neutraal. Drie verenigingen vormen een uitzondering. CSR, CSFR en VGSD zijn alledrie van orthodox-protestantse snit.

br />

God heeft in hedendaags Nederland vele gezichten. De tijd dat religie en christendom onverbrekelijk verbonden waren, is voorbij. Mohammed, New Age, Boeddha, de Bahá’i: de traditionele protestant en katholiek zijn hun monopoliepositie kwijtgeraakt.

De studentenwereld vormt hierop geen uitzondering. Veel studenten praktiseren hun geloof bij een ‘burger’-groepering of privé – veelal omdat de aantallen gelijkgezinden te klein zijn voor een aparte studentenvereniging. Maar studie en geloof zijn in Delft niet voor iedereen gescheiden. Het katholieke karakter van Virgiel is goeddeels verwaterd, maar drie kleine verenigingen houden God nog wel in ere.

CSR, CSFR, VGSD zijn alledrie ‘behoudend’ protestantse verenigingen. De kern van hun geloof is dat God de Waarheid aan de mens in de bijbel geopenbaard heeft, en dat de essentie hiervan tijdloos en niet voor meerdere uitleg vatbaar is. Maar een fusie zit er volgens geen van de drie verenigingen op korte termijn in. Daarvoor verschillen ze te veel van cultuur.

In Delft bestaat nog een instantie op christelijke grondslag: het studentenpastoraat. De pastores zijn afkomstig van en worden voor een belangrijk deel gefinancierd door de Rooms-katholieke, de Nederlands Hervormde, en de Gereformeerde Kerk. Veel leden van de laatste twee kerkgenootschappen bevinden zich ook in de gelederen van CSR en CSFR. Toch verloopt de samenwerking met het pastoraat ‘stroef’, en afgezien van het eens in de twee jaar gezamenlijk georganiseerde symposium zijn er nauwelijks contacten. ,,Van de christelijke identiteit van het pastoraat is niet zo heel veel meer over”, is de mening van CSR-preses Karel Terwel. En zijn VGSD-collega: ,,Het studentenpastoraat is ontzettend vrijblijvend. Ze behandelen voornamelijk algemeen levensbeschouwelijke zaken.”
Bijbelkring

Waarin verschilt een christelijke vereniging van een niet-christelijke? De bijbelkring natuurlijk. Bij CSFR driemaal per maand, bij CSR tweemaal en bij de VGSD eens in de drie weken. Vaste groepen van een man of tien bestuderen gezamenlijk bepaalde bijbelse thema’s of boeken. Daarnaast zijn er zogenaamde werkgroepen of studiekringen waar onderwerpen behandeld worden die op meer indirecte wijze met het geloof samenhangen. Het is voor alle leden min of meer verplicht aan de kringen deel te nemen. Ook kennen de verenigingen een uitgebreide lezingen-cyclus, die vaak goed bezocht wordt.

De meest ‘rechtse’ – zoals ze het zelf noemen – van de drie verenigingen is CSFR (Civitas Studiosorum in Fundamento Reformato). CSFR is een landelijke ‘keten’ van verenigingen; de Delftse tak – de oudste, opgericht in 1950 – heet officieeldispuut Johannes Calvijn. De ongeveer zeventig leden hebben geen eigen gebouw; de activiteiten vinden voornamelijk plaats binnen de CSFR-huizen.

De meeste leden komen van strenge, soms zeer strenge huize. Voor de kenners: de Gereformeerde Bond (meest rechtse vleugel van de Hervormde Kerk) en de Gereformeerde Gemeente zijn de belangrijkste ‘leveranciers’. Maar er zijn studenten die zelfs CSFR te ‘werelds’ vinden. Zij sluiten zich aan bij de Rotterdamse afdeling van de Utrechtse studentenvereniging Depositum Custodi; een enkeling bij Solidomentum, waar verder veel mbo’ers en hbo’ers lid zijn. Volgens CSFR-preses Pieter Quist is hun kritiek dat CSFR soms ‘niet opbouwende’ sprekers uitnodigt die niet uit de eigen achterban komen. Naar Quists overtuiging spelen uiterlijke motieven minstens zo’n belangrijke rol. Het alcohol-beleid van CSFR zou niet strak genoeg zijn, en CSFR-dames hoeven zich niet verplicht in rok te hullen.
Refo’s

,,Jullie zijn de vroeg-christelijke kerk, hè?”, vraagt een jongen die de trap oploopt van een CSFR-huis in de Raamstraat en binnenstapt. De zeven aanwezige heren en enige dame beamen dat, en krijgen vervolgens een exemplaar van het verenigingsblad ‘Open Kaart’ aangereikt. De CSFR-studiekring vroeg-christelijke kerk – ,,Van nul tot het jaar vier- of vijfhonderd” – is vanavond voor het eerst bijeen in de kamer van kringleider Arjen. Hij heeft voor zijn kringgenoten gekookt. Voor de discussie van vanavond begint, zitten ze nog even aan de koffie, wisselen anekdotes over andere leden uit, bladeren in ‘Open Kaart’.

Iedere studiekring heeft een zogenaamde inleider, Jan vanavond. De inleider zoekt teksten uit – vaak bij elkaar tegen de honderd bladzijden – die de kringleden van te voren moeten lezen. En hij bedenkt een aantal stellingen die aansluiten op het gelezene; de avond bestaat uit discussie over de stellingen. ,,Het is een inleidende avond. We gaan niet heel erg diep graven”, vertrouwt Jan toe.

De bijbels worden getrokken en de aanwezigen staan op en heffen een psalm aan. Zonder instrumentale begeleiding betonen de CSFR-ers zich geoefende psalmzingers. Jan gaat vervolgens in gebed, en vraagt Gods zegen over de discussie van vanavond. ,,Heer, hoe wonderlijk is het dat zoveel eeuwen later, mensen nog steeds hetzelfde geloven als de eerste christenen.” Na een kort stukje toepasselijke bijbellezing, kan de discussie van start.

De refo-jongeren, zoals ze populair genoemd worden, blijken minder dogma-vast en overtuigd van eigen gelijk, dan je zou verwachten. ,,Sommige leden zijn zoekend, en hebben moeite met wat ze van huis uit hebben meegekregen”, zal preses Pieter Quist later toelichten.
Eschatologisch

Zo komt de stelling aan bod of de vroeg-christelijke kerk, symbool van zuiverheid, eigenlijk niet dichter bij de katholieke kerk staat dan bij het eigen reformatorisch gedachtengoed? ,,We moeten ons geen illusies maken dat wij nuzo zuiver zijn”, zegt Bastiaan. Instemming valt hem ten deel. En Jan: ,,Misschien zijn wij wel dingen kwijtgeraakt door de Reformatie [protestantse afscheiding van de katholieke kerk, red.]. Misschien zeggen ze over duizend jaar wel: kijk, daar gingen ze de mist in.”

De discussie kabbelt voort langs ‘gnostische invloeden’ en ‘eschatologische verwachtingen’. Bij stelling 3b kunnen de aanwezigen hun rechtheid in de leer bewijzen: ‘De boodschap van het evangelie is eenduidig en niet aan te passen aan de plaats en tijd waar zij uitgedragen wordt.’ Volgens Bastiaan moeten boodschap en vorm van het evangelie gescheiden worden. ,,De boodschap is de kern. Als je dat wilt aanpassen, ben je bezig met uitholling. Maar de vorm kan aangepast worden.” De discussianten kunnen het echter niet eens worden over de vraag waar de kern eindigt en de vorm begint. Vooral gospelmuziek blijkt een struikelblok. Lastig voor Jan, want volgens vast gebruik tracht de gespreksleider na iedere stelling een conclusie te formuleren.

De anderhalf uur, gereserveerd voor de discussie, zijn verlopen, en de CSFR’ers zoeken naar een psalm ter afsluiting. ,,Heeft iemand een psalm gevonden die hierbij past?”, vraagt Arjen. ,,Of anders gewoon een mooie psalm.” Na het dankgebed is het tijd voor een biertje of een glaasje jus. De komende drie weken is er bijbelkring, alvorens aflevering twee van studiekring vroeg-christelijke kerk begint.
Rabbijn

Groter (honderdtachtig leden), minder ‘zwaar’, en in het bezit van een eigen gebouw aan de Oude Delft is studentenvereniging CSR (Civitas Studiosorum Reformatorum). CSR splitste zich in 1961 af van christelijke studentenvereniging SSR (de huidige Koornbeurs). ,,De christelijke identiteit van SSR ging een beetje verloren. Maar CSFR vonden we weer te streng”, licht preses Karel Terwel toe.

De leden van CSR zijn zeer divers wat betreft hun kerkelijke achtergrond. Studenten uit de rechtse gereformeerde gemeente tot de vrolijke vrienden van de Pinkstergemeente. Maar de meeste leden zijn gewoon hervormd of gewoon gereformeerd, volgens Terwel. ,,Wat ons bindt is de relatie met God.” In vergelijking met CSFR neemt bij CSR ‘gezelligheid’ een belangrijker plaats in, zoals de wekelijkse borrel op donderdag.

Op deze donderdagavond wordt de borrel voorafgegaan door een lezing. Rabbijn Lion Erwteman komt vertellen over ‘de namen van God’. Erwteman blijkt geen gewone, maar een zogenaamde messiasbelijdende rabbijn. Hij erkent het nieuwe testament, Jezus incluis, maar houdt verder vast aan de Joodse gebruiken: koosjer eten, de sabbat, besnijdenis, een keppeltje en de vele andere oudtestamentische geboden. Ter rechtvaardiging van dit Joodse christendom hebben Erwteman en de zijnen tal van vooral nieuwtestamentische bijbelteksten geherinterpreteerd, en neergeschreven in de nog niet in het Nederlandse vertaalde Jewish New Testament.

Voor Erwteman aan zijn lezing begint, zingen de in grote getalen opgekomen CSR’ers eerst een tweetal ‘Ichthus-liederen’ onder pianobegeleiding. De sfeer is losser dan bij CSFR, en doet wat meer aan de EO denken.
Bijbelgevecht

Erwteman grijpt de lezing vooral aan om reclame te maken voor zijn messiasbelijdend Jodendom. Hij smijt met teksten dat het een lieve lust is, en refereert regelmatig naar de Hebreeuwse grondtekst, waardoor tegenargumenteren vanuit de zaal feitelijk onmogelijk wordt. ,,Probeer de bril die je op hebt, die refo-bril bijvoorbeeld waarmee je de bijbel leest, af te zetten”, roept Erwteman voortdurend op.

In de pauze is het tijd voor een biertje, en staan de CSR-studenten in groepjes na te praten. Sommigen zijn onder de indruk van de ‘enorme kennis van de Hebreeuwse tekst’, anderen vinden Erwteman een iets te vlotte babbelaar. Hier en daar wordt een bijbel opengeslagen om een door Erwteman geïnterpreteerde tekst nog eens in de Nederlandse vertaling na te lezen.

Na de pauze is het de beurt aan het publiek. Hoe ver gaat Erwteman in het naleven van de Joodse wetten en wetjes? Ver, zo blijkt. Tot het niet afscheren van de hoeken van zijn baard aan toe. Aan de hand van bijbelteksten – het enig toegestane wapen vanavond – proberen sommigen Erwteman te vellen. ,,Een bijbelgevecht”, grapt iemand. Maar de rabbijn blijkt alle tegenzetten van zijn opponenten al lang te kennen, en schudt de weerlegging uit zijn mouw voordat de persoon in kwestie is uitgesproken. ,,Maar bekijkt u het nou niet door uw eigen Joodse bril”, wil iemand weten. Dat geeft Erwteman toe: ,,Maar mijn bril is meer gegrond op Gods woord.”

Met het tweede biertje in de hand staan ze opnieuw na te praten, de lichtelijk overblufte CSR’ers. ,,Het leuke is dat het zo prikkelend is”, vindt de preses. ,,Er wordt even aan je fundament geschud.” Toch verwacht geen van de aanwezigen na het Joodse spervuur van geloof te veranderen. ,,Daar heb je eigenlijk helemaal geen zin in”, zegt iemand.
Vrijgemaakt

De Vereniging van Gereformeerde Studenten te Delft (VGSD) houdt normaal gesproken iedere dinsdagavond soos aan de Cornelis Drebbelweg. Maar de studenten zijn niet langer welkom in het pand, en een nieuwe ruimte is nog niet gevonden. De verjaardag van een van de leden is deze dinsdagavond daarom aangegrepen om het hoogtepunt van de week in ere te houden. Vanaf half twaalf loopt het vol in een van de ‘verenigingskasten’ van het VGSD-bolwerk in de Simonsstraat achter het Poortlandplein.

De term ‘gereformeerd’ wordt in Nederland door een scala van kerkgenootschappen geclaimd. In het geval van de VGSD hebben we te maken met studenten die allen lid zijn van de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt (door sommigen artikel 31-gemeente genoemd), een in 1943 van de ‘gewone’ gereformeerde kerk afgesplitste groepering. De ‘vrijgemaakten’ zoals ze kortweg genoemd worden, zijn ook in het bezit van eigen basis- en middelbare scholen, en hebben in de GPV hun eigen politieke partij.

De VGSD is een gesloten vereniging, wat betekent dat leden van andere kerkgenootschappen geen lid kunnen worden. ,,Maar er is nu discussie over om dat te veranderen”, vertelt fiscus (penningmeester) Jan Wolter Oosterhuis.

Vergeleken met CSR en CSFR vormt de VGSD een verhaal apart. Qua christelijk gehalte doet de vereniging niet of nauwelijks onder voor de beide anderen; de meeste feestgangers komen net van van de bijbelkring. Maar wat uiterlijk vertoon betreft kunnen de vrijgemaakte studenten zich meten met de collega’s van het Corps en Virgiel. Eigenwijs, enigszins brallerig en zelfingenomen, dat is de indruk die de aanwezigen op deze verkapte soosavond weggeven. ,,Ze blinken uit in studentikoze activiteiten”, omschreef een lid van CSFR ze. ,,Als je onder studentikoos alleen het uiterlijk vertoon verstaat, zijn wij daar inderdaad het verst in”, zegt preses Klaas Beute. Ook binnen het landelijk verband van vrijgemaakte studentenverenigingen staat de VGSD bekend als een ballenclub, jasje-dasje-jongens.

Jongens, want aan meisjes heeft de zeventig à tachtig leden tellende vereniging een groot gebrek. Twee jaar geleden was er nog slechts één dame lid; vanwege de mannencultuur vluchtten de meeste dames naar ‘broedervereniging’ CSR. Een vicieuze cirkel dus, maar de heren zijn er niet echt rouwig om. ,,Het sfeertje van mannen onder elkaar staat ons ook wel weer aan”, vindt Beute. Regelmatig gaan de heren op vrouwenjacht bij VGS-collega’s in Utrecht of Leiden.

Lezingen, bijbelkringen, werkgroepen, ook bij de VGSD hoort het tot het vaste repertoire. Tijdens de zes à zeven keer per jaar gehouden algemene ledenvergaderingen (,,alv’s”) kan de VGSD zich van overig christelijk Delft onderscheiden. De en masse in blauw colbert gestoken leden beginnen met een bijbellezing, bespreken de agenda-punten, en laten het formele karakter vervolgens zo snel mogelijk achter zich om tot ver in de volgende ochtend door te gaan. Waarmee eigenlijk? Dat is onduidelijk; om de geheimzinnigheid te vergroten laten de leden – voor niet-leden zijn de alv’s streng verboden – slechts sporadisch wat los. ,,Maar je hoort er de gekste verhalen over”, aldus een lichtelijk jaloers CSFR-lid.

Illustratie: Victor Lemstra

De meeste studentenverenigingen zijn levensbeschouwelijk-neutraal. Drie verenigingen vormen een uitzondering. CSR, CSFR en VGSD zijn alledrie van orthodox-protestantse snit.

God heeft in hedendaags Nederland vele gezichten. De tijd dat religie en christendom onverbrekelijk verbonden waren, is voorbij. Mohammed, New Age, Boeddha, de Bahá’i: de traditionele protestant en katholiek zijn hun monopoliepositie kwijtgeraakt.

De studentenwereld vormt hierop geen uitzondering. Veel studenten praktiseren hun geloof bij een ‘burger’-groepering of privé – veelal omdat de aantallen gelijkgezinden te klein zijn voor een aparte studentenvereniging. Maar studie en geloof zijn in Delft niet voor iedereen gescheiden. Het katholieke karakter van Virgiel is goeddeels verwaterd, maar drie kleine verenigingen houden God nog wel in ere.

CSR, CSFR, VGSD zijn alledrie ‘behoudend’ protestantse verenigingen. De kern van hun geloof is dat God de Waarheid aan de mens in de bijbel geopenbaard heeft, en dat de essentie hiervan tijdloos en niet voor meerdere uitleg vatbaar is. Maar een fusie zit er volgens geen van de drie verenigingen op korte termijn in. Daarvoor verschillen ze te veel van cultuur.

In Delft bestaat nog een instantie op christelijke grondslag: het studentenpastoraat. De pastores zijn afkomstig van en worden voor een belangrijk deel gefinancierd door de Rooms-katholieke, de Nederlands Hervormde, en de Gereformeerde Kerk. Veel leden van de laatste twee kerkgenootschappen bevinden zich ook in de gelederen van CSR en CSFR. Toch verloopt de samenwerking met het pastoraat ‘stroef’, en afgezien van het eens in de twee jaar gezamenlijk georganiseerde symposium zijn er nauwelijks contacten. ,,Van de christelijke identiteit van het pastoraat is niet zo heel veel meer over”, is de mening van CSR-preses Karel Terwel. En zijn VGSD-collega: ,,Het studentenpastoraat is ontzettend vrijblijvend. Ze behandelen voornamelijk algemeen levensbeschouwelijke zaken.”
Bijbelkring

Waarin verschilt een christelijke vereniging van een niet-christelijke? De bijbelkring natuurlijk. Bij CSFR driemaal per maand, bij CSR tweemaal en bij de VGSD eens in de drie weken. Vaste groepen van een man of tien bestuderen gezamenlijk bepaalde bijbelse thema’s of boeken. Daarnaast zijn er zogenaamde werkgroepen of studiekringen waar onderwerpen behandeld worden die op meer indirecte wijze met het geloof samenhangen. Het is voor alle leden min of meer verplicht aan de kringen deel te nemen. Ook kennen de verenigingen een uitgebreide lezingen-cyclus, die vaak goed bezocht wordt.

De meest ‘rechtse’ – zoals ze het zelf noemen – van de drie verenigingen is CSFR (Civitas Studiosorum in Fundamento Reformato). CSFR is een landelijke ‘keten’ van verenigingen; de Delftse tak – de oudste, opgericht in 1950 – heet officieeldispuut Johannes Calvijn. De ongeveer zeventig leden hebben geen eigen gebouw; de activiteiten vinden voornamelijk plaats binnen de CSFR-huizen.

De meeste leden komen van strenge, soms zeer strenge huize. Voor de kenners: de Gereformeerde Bond (meest rechtse vleugel van de Hervormde Kerk) en de Gereformeerde Gemeente zijn de belangrijkste ‘leveranciers’. Maar er zijn studenten die zelfs CSFR te ‘werelds’ vinden. Zij sluiten zich aan bij de Rotterdamse afdeling van de Utrechtse studentenvereniging Depositum Custodi; een enkeling bij Solidomentum, waar verder veel mbo’ers en hbo’ers lid zijn. Volgens CSFR-preses Pieter Quist is hun kritiek dat CSFR soms ‘niet opbouwende’ sprekers uitnodigt die niet uit de eigen achterban komen. Naar Quists overtuiging spelen uiterlijke motieven minstens zo’n belangrijke rol. Het alcohol-beleid van CSFR zou niet strak genoeg zijn, en CSFR-dames hoeven zich niet verplicht in rok te hullen.
Refo’s

,,Jullie zijn de vroeg-christelijke kerk, hè?”, vraagt een jongen die de trap oploopt van een CSFR-huis in de Raamstraat en binnenstapt. De zeven aanwezige heren en enige dame beamen dat, en krijgen vervolgens een exemplaar van het verenigingsblad ‘Open Kaart’ aangereikt. De CSFR-studiekring vroeg-christelijke kerk – ,,Van nul tot het jaar vier- of vijfhonderd” – is vanavond voor het eerst bijeen in de kamer van kringleider Arjen. Hij heeft voor zijn kringgenoten gekookt. Voor de discussie van vanavond begint, zitten ze nog even aan de koffie, wisselen anekdotes over andere leden uit, bladeren in ‘Open Kaart’.

Iedere studiekring heeft een zogenaamde inleider, Jan vanavond. De inleider zoekt teksten uit – vaak bij elkaar tegen de honderd bladzijden – die de kringleden van te voren moeten lezen. En hij bedenkt een aantal stellingen die aansluiten op het gelezene; de avond bestaat uit discussie over de stellingen. ,,Het is een inleidende avond. We gaan niet heel erg diep graven”, vertrouwt Jan toe.

De bijbels worden getrokken en de aanwezigen staan op en heffen een psalm aan. Zonder instrumentale begeleiding betonen de CSFR-ers zich geoefende psalmzingers. Jan gaat vervolgens in gebed, en vraagt Gods zegen over de discussie van vanavond. ,,Heer, hoe wonderlijk is het dat zoveel eeuwen later, mensen nog steeds hetzelfde geloven als de eerste christenen.” Na een kort stukje toepasselijke bijbellezing, kan de discussie van start.

De refo-jongeren, zoals ze populair genoemd worden, blijken minder dogma-vast en overtuigd van eigen gelijk, dan je zou verwachten. ,,Sommige leden zijn zoekend, en hebben moeite met wat ze van huis uit hebben meegekregen”, zal preses Pieter Quist later toelichten.
Eschatologisch

Zo komt de stelling aan bod of de vroeg-christelijke kerk, symbool van zuiverheid, eigenlijk niet dichter bij de katholieke kerk staat dan bij het eigen reformatorisch gedachtengoed? ,,We moeten ons geen illusies maken dat wij nuzo zuiver zijn”, zegt Bastiaan. Instemming valt hem ten deel. En Jan: ,,Misschien zijn wij wel dingen kwijtgeraakt door de Reformatie [protestantse afscheiding van de katholieke kerk, red.]. Misschien zeggen ze over duizend jaar wel: kijk, daar gingen ze de mist in.”

De discussie kabbelt voort langs ‘gnostische invloeden’ en ‘eschatologische verwachtingen’. Bij stelling 3b kunnen de aanwezigen hun rechtheid in de leer bewijzen: ‘De boodschap van het evangelie is eenduidig en niet aan te passen aan de plaats en tijd waar zij uitgedragen wordt.’ Volgens Bastiaan moeten boodschap en vorm van het evangelie gescheiden worden. ,,De boodschap is de kern. Als je dat wilt aanpassen, ben je bezig met uitholling. Maar de vorm kan aangepast worden.” De discussianten kunnen het echter niet eens worden over de vraag waar de kern eindigt en de vorm begint. Vooral gospelmuziek blijkt een struikelblok. Lastig voor Jan, want volgens vast gebruik tracht de gespreksleider na iedere stelling een conclusie te formuleren.

De anderhalf uur, gereserveerd voor de discussie, zijn verlopen, en de CSFR’ers zoeken naar een psalm ter afsluiting. ,,Heeft iemand een psalm gevonden die hierbij past?”, vraagt Arjen. ,,Of anders gewoon een mooie psalm.” Na het dankgebed is het tijd voor een biertje of een glaasje jus. De komende drie weken is er bijbelkring, alvorens aflevering twee van studiekring vroeg-christelijke kerk begint.
Rabbijn

Groter (honderdtachtig leden), minder ‘zwaar’, en in het bezit van een eigen gebouw aan de Oude Delft is studentenvereniging CSR (Civitas Studiosorum Reformatorum). CSR splitste zich in 1961 af van christelijke studentenvereniging SSR (de huidige Koornbeurs). ,,De christelijke identiteit van SSR ging een beetje verloren. Maar CSFR vonden we weer te streng”, licht preses Karel Terwel toe.

De leden van CSR zijn zeer divers wat betreft hun kerkelijke achtergrond. Studenten uit de rechtse gereformeerde gemeente tot de vrolijke vrienden van de Pinkstergemeente. Maar de meeste leden zijn gewoon hervormd of gewoon gereformeerd, volgens Terwel. ,,Wat ons bindt is de relatie met God.” In vergelijking met CSFR neemt bij CSR ‘gezelligheid’ een belangrijker plaats in, zoals de wekelijkse borrel op donderdag.

Op deze donderdagavond wordt de borrel voorafgegaan door een lezing. Rabbijn Lion Erwteman komt vertellen over ‘de namen van God’. Erwteman blijkt geen gewone, maar een zogenaamde messiasbelijdende rabbijn. Hij erkent het nieuwe testament, Jezus incluis, maar houdt verder vast aan de Joodse gebruiken: koosjer eten, de sabbat, besnijdenis, een keppeltje en de vele andere oudtestamentische geboden. Ter rechtvaardiging van dit Joodse christendom hebben Erwteman en de zijnen tal van vooral nieuwtestamentische bijbelteksten geherinterpreteerd, en neergeschreven in de nog niet in het Nederlandse vertaalde Jewish New Testament.

Voor Erwteman aan zijn lezing begint, zingen de in grote getalen opgekomen CSR’ers eerst een tweetal ‘Ichthus-liederen’ onder pianobegeleiding. De sfeer is losser dan bij CSFR, en doet wat meer aan de EO denken.
Bijbelgevecht

Erwteman grijpt de lezing vooral aan om reclame te maken voor zijn messiasbelijdend Jodendom. Hij smijt met teksten dat het een lieve lust is, en refereert regelmatig naar de Hebreeuwse grondtekst, waardoor tegenargumenteren vanuit de zaal feitelijk onmogelijk wordt. ,,Probeer de bril die je op hebt, die refo-bril bijvoorbeeld waarmee je de bijbel leest, af te zetten”, roept Erwteman voortdurend op.

In de pauze is het tijd voor een biertje, en staan de CSR-studenten in groepjes na te praten. Sommigen zijn onder de indruk van de ‘enorme kennis van de Hebreeuwse tekst’, anderen vinden Erwteman een iets te vlotte babbelaar. Hier en daar wordt een bijbel opengeslagen om een door Erwteman geïnterpreteerde tekst nog eens in de Nederlandse vertaling na te lezen.

Na de pauze is het de beurt aan het publiek. Hoe ver gaat Erwteman in het naleven van de Joodse wetten en wetjes? Ver, zo blijkt. Tot het niet afscheren van de hoeken van zijn baard aan toe. Aan de hand van bijbelteksten – het enig toegestane wapen vanavond – proberen sommigen Erwteman te vellen. ,,Een bijbelgevecht”, grapt iemand. Maar de rabbijn blijkt alle tegenzetten van zijn opponenten al lang te kennen, en schudt de weerlegging uit zijn mouw voordat de persoon in kwestie is uitgesproken. ,,Maar bekijkt u het nou niet door uw eigen Joodse bril”, wil iemand weten. Dat geeft Erwteman toe: ,,Maar mijn bril is meer gegrond op Gods woord.”

Met het tweede biertje in de hand staan ze opnieuw na te praten, de lichtelijk overblufte CSR’ers. ,,Het leuke is dat het zo prikkelend is”, vindt de preses. ,,Er wordt even aan je fundament geschud.” Toch verwacht geen van de aanwezigen na het Joodse spervuur van geloof te veranderen. ,,Daar heb je eigenlijk helemaal geen zin in”, zegt iemand.
Vrijgemaakt

De Vereniging van Gereformeerde Studenten te Delft (VGSD) houdt normaal gesproken iedere dinsdagavond soos aan de Cornelis Drebbelweg. Maar de studenten zijn niet langer welkom in het pand, en een nieuwe ruimte is nog niet gevonden. De verjaardag van een van de leden is deze dinsdagavond daarom aangegrepen om het hoogtepunt van de week in ere te houden. Vanaf half twaalf loopt het vol in een van de ‘verenigingskasten’ van het VGSD-bolwerk in de Simonsstraat achter het Poortlandplein.

De term ‘gereformeerd’ wordt in Nederland door een scala van kerkgenootschappen geclaimd. In het geval van de VGSD hebben we te maken met studenten die allen lid zijn van de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt (door sommigen artikel 31-gemeente genoemd), een in 1943 van de ‘gewone’ gereformeerde kerk afgesplitste groepering. De ‘vrijgemaakten’ zoals ze kortweg genoemd worden, zijn ook in het bezit van eigen basis- en middelbare scholen, en hebben in de GPV hun eigen politieke partij.

De VGSD is een gesloten vereniging, wat betekent dat leden van andere kerkgenootschappen geen lid kunnen worden. ,,Maar er is nu discussie over om dat te veranderen”, vertelt fiscus (penningmeester) Jan Wolter Oosterhuis.

Vergeleken met CSR en CSFR vormt de VGSD een verhaal apart. Qua christelijk gehalte doet de vereniging niet of nauwelijks onder voor de beide anderen; de meeste feestgangers komen net van van de bijbelkring. Maar wat uiterlijk vertoon betreft kunnen de vrijgemaakte studenten zich meten met de collega’s van het Corps en Virgiel. Eigenwijs, enigszins brallerig en zelfingenomen, dat is de indruk die de aanwezigen op deze verkapte soosavond weggeven. ,,Ze blinken uit in studentikoze activiteiten”, omschreef een lid van CSFR ze. ,,Als je onder studentikoos alleen het uiterlijk vertoon verstaat, zijn wij daar inderdaad het verst in”, zegt preses Klaas Beute. Ook binnen het landelijk verband van vrijgemaakte studentenverenigingen staat de VGSD bekend als een ballenclub, jasje-dasje-jongens.

Jongens, want aan meisjes heeft de zeventig à tachtig leden tellende vereniging een groot gebrek. Twee jaar geleden was er nog slechts één dame lid; vanwege de mannencultuur vluchtten de meeste dames naar ‘broedervereniging’ CSR. Een vicieuze cirkel dus, maar de heren zijn er niet echt rouwig om. ,,Het sfeertje van mannen onder elkaar staat ons ook wel weer aan”, vindt Beute. Regelmatig gaan de heren op vrouwenjacht bij VGS-collega’s in Utrecht of Leiden.

Lezingen, bijbelkringen, werkgroepen, ook bij de VGSD hoort het tot het vaste repertoire. Tijdens de zes à zeven keer per jaar gehouden algemene ledenvergaderingen (,,alv’s”) kan de VGSD zich van overig christelijk Delft onderscheiden. De en masse in blauw colbert gestoken leden beginnen met een bijbellezing, bespreken de agenda-punten, en laten het formele karakter vervolgens zo snel mogelijk achter zich om tot ver in de volgende ochtend door te gaan. Waarmee eigenlijk? Dat is onduidelijk; om de geheimzinnigheid te vergroten laten de leden – voor niet-leden zijn de alv’s streng verboden – slechts sporadisch wat los. ,,Maar je hoort er de gekste verhalen over”, aldus een lichtelijk jaloers CSFR-lid.

Illustratie: Victor Lemstra

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.