Onderwijs

Waarde diploma’s moet duidelijker

De waarde van diploma’s is te onduidelijk. De overheid moet ervoor zorgen dat werkgevers en vervolgopleidingen beter weten wat iemand met een bepaald diploma in zijn mars heeft.

Dat adviseert de Onderwijsraad in ‘Een diploma van waarde’, een onderzoek naar de waarde van diploma’s in het Nederlandse onderwijs. Om dat er steeds meer diploma’s, certificaten en diplomasupplementen komen, wilde de Tweede Kamer weten of nog duidelijk is wat de kwaliteit is van de bijbehorende opleidingen.

Onoverzichtelijk
Volgens de Onderwijsraad staat niet zozeer de kwaliteit van opleidingen onder druk, maar wordt het veld voor de buitenwacht steeds onoverzichtelijker. Opleidingen moeten daarom hun examinering professionaliseren en afstudeercriteria objectiveren, zodat voor werkgevers en bij vervolgopleidingen helder is wat een afgestudeerde weet en kan.

Eén organisatie
De Onderwijsraad stelt voor om een organisatie verantwoordelijk te maken voor de nationale en internationale vergelijkbaarheid van diploma’s op alle niveaus. Niet alleen publieke opleidingen, maar ook de private zouden hierin moeten worden meegenomen. De organisatie zou bovendien wat kunnen doen aan de vage naamgeving van veel opleidingen.

Spanning
De Onderwijsraad erkent dat er een spanning bestaat tussen de roep om differentiatie en de door haar voorgestelde standaardisering en overheidsregie, maar stelt dat het voor de transparantie en het imago van het onderwijs nodig is om “minimale en herkenbare kwaliteitseisen” te stellen.

Ervaringscertificaten
Om die reden moeten ervaringscertificaten niet tot te veel vrijstellingen leiden. De Raad vindt dat een ‘diplomatraject’ voor maximaal twintig tot vijfentwintig procent uit evc’s mag bestaan, omdat onduidelijk is wat die precies waard zijn. Ook stelt de raad dat er een verschil is tussen vrijstellingen op basis van een evc en vrijstellingen op basis van vorige opleidingen. De onderwijsraad stelt voor om te onderzoeken of in de wet moet worden vastgelegd hoe examencommissies met evc’s moeten omgaan.

Yvan Lamelas Polo (25) is de trots van EWI. Hij studeerde electrical engineering met als specialisatie telecommunicatie. Zijn project heette ‘Compressive wideband spectrum sensing for cognitive radio applications’. De ‘cognitieve’ radiotechnologie werd recentelijk voorgesteld als oplossing voor het probleem van het tekort aan spectrum in de telecommunicatie. Dat tekort komt omdat veel ruimte op kabelsystemen al is toegewezen aan toepassingen. Lamelas Polo: “Een cognitieve radio maakt op opportunistische wijze gebruik van het spectrum door ongebruikt spectrum te onderscheiden en te gebruiken. Het achterhalen van het ongebruikte spectrum wordt gedaan door zogenaamd ‘wideband spectrum sensing’. Helaas is deze aanpak gebaseerd op analoog-naar-digitaal sampling en die is niet snel en goedkoop genoeg. Om dat probleem op te lossen hebben we een nieuw zoeksysteem voorgesteld op basis van analoog-naar-informatie omzetting.”

Dat adviseert de Onderwijsraad in ‘Een diploma van waarde’, een onderzoek naar de waarde van diploma’s in het Nederlandse onderwijs. Om dat er steeds meer diploma’s, certificaten en diplomasupplementen komen, wilde de Tweede Kamer weten of nog duidelijk is wat de kwaliteit is van de bijbehorende opleidingen.

Onoverzichtelijk
Volgens de Onderwijsraad staat niet zozeer de kwaliteit van opleidingen onder druk, maar wordt het veld voor de buitenwacht steeds onoverzichtelijker. Opleidingen moeten daarom hun examinering professionaliseren en afstudeercriteria objectiveren, zodat voor werkgevers en bij vervolgopleidingen helder is wat een afgestudeerde weet en kan.

Eén organisatie
De Onderwijsraad stelt voor om een organisatie verantwoordelijk te maken voor de nationale en internationale vergelijkbaarheid van diploma’s op alle niveaus. Niet alleen publieke opleidingen, maar ook de private zouden hierin moeten worden meegenomen. De organisatie zou bovendien wat kunnen doen aan de vage naamgeving van veel opleidingen.

Spanning
De Onderwijsraad erkent dat er een spanning bestaat tussen de roep om differentiatie en de door haar voorgestelde standaardisering en overheidsregie, maar stelt dat het voor de transparantie en het imago van het onderwijs nodig is om “minimale en herkenbare kwaliteitseisen” te stellen.

Ervaringscertificaten
Om die reden moeten ervaringscertificaten niet tot te veel vrijstellingen leiden. De Raad vindt dat een ‘diplomatraject’ voor maximaal twintig tot vijfentwintig procent uit evc’s mag bestaan, omdat onduidelijk is wat die precies waard zijn. Ook stelt de raad dat er een verschil is tussen vrijstellingen op basis van een evc en vrijstellingen op basis van vorige opleidingen. De onderwijsraad stelt voor om te onderzoeken of in de wet moet worden vastgelegd hoe examencommissies met evc’s moeten omgaan.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.