In de zoektocht naar een hervormde universiteit is het niet de vraag óf ze moet veranderen, maar in welke richting. En wie daar over mee mogen beslissen.
VPRO’s Tegenlicht verdiepte zich in de nieuwe ontwikkelingen binnen het hoger onderwijs en als masterstudenten Science Communication kregen wij de kans hierover mee te praten.
Meer of minder democratisering? Flexibele werkruimtes met een clean desk beleid waar hoogleraren slechts een één meter lange boekenplank is toebedeeld? Of een vol bureau met boeken, papiertjes en artikelen? Interdisciplinair onderwijs? Online je titels halen? Meer diversiteit?
Gewapend met een verfrissend drankje en wat borrelnootjes gaan we er goed voor zitten. Tijdens de aflevering wordt er vooral aandachtig geluisterd met af en toe een sceptisch lachje of een bevestigende knik. De meningen lopen dan ook uiteen. “De Universiteit van Amsterdam is niet per se een model voor heel Nederland”, hoor ik mijn buurman zeggen.
Onder de TU studenten lijkt het dan ook niet zo te broeien als onder de UvA studenten. En dat terwijl ook de TU Delft streeft naar betere rankings en gebrand is op meer publicaties. Er wordt terecht opgemerkt dat de gemiddelde TU student niet per se te lijden heeft onder wat door UvA studenten wordt gezien als het rendementsdenken. Het idee heerst op de TU dat geld goed wordt besteed en dat de top van de hiërarchie betrokken is met de student. “Maar wat als het college van bestuur plots zou besluiten de halve Bouwkunde faculteit weg te bezuinigen”, hoor ik mij als UvA alumnus zeggen. Hoogstwaarschijnlijk zouden dan ook de TU studenten hun slaapmatje van zolder halen om in hun Maagdenhuis te bivakkeren.
Toch worden veranderingen tijdens deze discussie niet uitgesloten. Ze zijn onontkoombaar. Door digitalisering hebben we op de slimme universiteit wellicht juist minder dan één meter boekenplank nodig. FaceTimen met de hoogleraar, educatie op maat en Massive Open Online Courses volgen aan de beste universiteiten wereldwijd: dat is de toekomst.
Of interdisciplinair onderwijs ook in dat rijtje past, moet nog blijken. “Het moet wel een toegevoegde waarde hebben”, wordt er geroepen. Het willen specialiseren is niet erg zolang er daarbuiten genoeg kansen bestaan om je te verbreden. Die interesse moet dan wel vroeg geprikkeld worden in de schoolbanken. “Misschien ligt daar de wortel van het kwaad. Misschien is de nieuwe middelbare school wel de nieuwe universiteit”, merkt mijn buurman weer feilloos op.
Op de vraag hoe de ideale universiteit eruit ziet volgt een stilte. Net als de hoogleraar wetenschapsantropologie aan de UvA kraken we geluidloos onze hersenen over deze vraag. Idealen zijn mooi, maar zijn ze ook realistisch? Daarbij is de ene universiteit de andere niet. Al willen wij ook geloven dat de situatie niet hopeloos is.
Laura Cardona
Comments are closed.