Wetenschap

‘Virtuele markt over tien jaar winstgevend’

Geen enkele Konmarbezoeker hoeft meer te piekeren over wat hij zal koken. De receptenzuil helpt tegenwoordig bij de keuze van het avondmenu, van goedkoop tot vegetarisch.

Nadat de voorkeur op het scherm is aangegeven, rolt de boodschappenlijst, netjes gerangschikt per winkelafdeling en inclusief bereidingswijze, uit de machine. ,,Dit soort multimedia retrieval-systemen zijn tot nu toe vaak vooral leuk”, zegt drs. Martijn Hoogeveen, ,,want naar effectiviteit wordt nauwelijks gekeken.” Hoogeveen hoopt volgende week te promoveren op een onderzoek naar de levensvatbaarheid van multimedia retrieval-systemen (MRS).

Multimedia wil zeggen dat gebruik gemaakt wordt van spraak, muziek, beeld, animatie en andere media. Kenmerkend voor MRS is dat er een zekere mate van interactie tussen het systeem en de gebruiker moet zijn. De retrieval-systemen kunnen gebruikt worden voor verschillende doeleinden. Bij de politie werken ze bijvoorbeeld met het archiefsysteem ‘Octopus’. Agenten kunnen met dit systeem dossiers opvragen die verwijzen naar foto’s, vingerafdrukken, video-opnamen en dergelijke. MRS worden ook gebruikt ter ondersteuning van onderwijs, bijvoorbeeld in de vorm van Computer Based Training. En natuurlijk voor amusement, zoals cd-i, ook wel infotainment genoemd.

Dat er steeds meer MRS verschijnen, wil niet zeggen dat deze altijd een succes zijn. Veel mislukkingen zijn het gevolg van een slecht doordachte opzet, meent Hoogeveen, maar dat is geen zeldzaamheid in de aanloopfase van nieuwe media. Bij de ANWB bijvoorbeeld heeft een verzekeringszuil gestaan waarmee verzekeringen afgesloten konden worden. In de praktijk bleken mensen eigenlijk liever naar de balie te gaan. Een ander voorbeeld is het casino in Groningen. Hoogeveen, die zelf in Groningen werkt en woont: ,,Daar staat een ontzettend leuk programaatje dat uitleg geeft over de roulettetafel. Maar de roulettetafel zelf staat tien meter verderop. Mensen lopen meestal toch gewoon door.”

Hoogeveen constateert dat deze systemen vaak neergezet worden omdat een aantal mensen er toevallig warm voor loopt. ,,De marketeers vinden het een leuk ding en zet het dan gewoon neer, zonder lang stil te staan bij de vraag of het apparaat wel voldoet aan de behoeften van het bedrijf of de klanten. Dat heeft te maken met het multimediageloof. De mensen denken dat multimedia veel invloed kunnen uitoefenen op menselijk gedrag, maar dat is een achterhaald paradigma. Onderzoek toont aan dat multimedia lang niet altijd effectief zijn.”
Archief

Marketing en sales leek Hoogeveen voor het bedrijfsleven één van de meest levensvatbare toepassingsgebieden en concentreerde daarop zijn promotie-onderzoek, dat hij bij

PTT Research in Groningen uitvoerde. Hoogeveen hoopt op 20 december te promoveren bij de vakgroep systeemkunde aan de faculteit Technische Bestuurskunde.

Hoogeveen selecteerde zes systemen die op één of meerdere wijze marketing en sales-processsen ondersteunen en onderzocht hoe goed ze functioneren. Daartoe analyseerde hij eerst de bedrijfsdoelen en daarbinnen weer de informatieverwerkende taken die volbracht moeten worden. Vervolgens bekeek hij welke functies het multimediasysteem, dat door het bedrijf gebruikt werd, kon uitvoeren en hoe het systeem technisch verwezenlijkt was. Zo bepaalde hij kwalitatief de levensvatbaarheid van MRS. Daarnaast deed hij ook kwantitatieve kosten-batenberekeningen.

Uit de analyse van één van de zes onderzochte systemen, een multimediaal marketingcommunicatiearchief, maakte Hoogeveen op dat dit systeem de werkgever 1,7 miljoen bespaarde, alleen al door de mogelijkheid om foto’s op te slaan zodat ze opnieuw gebruikt kunnen worden. Hoogeveen: ,,Vroeger verdwenen foto’s gewoon in de la van verschillende marketingmensen. Eén foto kost echter al gauw vijfduizend gulden omdat er fotomodellen en bureau’s ingeschakeld moeten worden.” De winst is misschien zelfs nog wel groter. Doordat de keuze uit foto’s nu groter is, kunnen geschiktere, effectievere foto’s worden uitgezocht, waardoor het bedrijf betere marketing voert en mogelijk dus ook meer winst maakt. ,,Maar deze gevolgen zijn moeilijk te meten in guldens, dus die zitten niet bij die 1,7 miljoen”, aldus Hoogeveen.
Virtuele markt

Alle MRS die Hoogeveen onderzocht bleken levensvatbaar, alleen de virtuele markt nog niet. Hoogeveen werkte in Europees verband aan dit fenomeen, waarin bedrijven hun produkt via een multimediadienst kunnen aanbieden. Op de virtuele markt zou alles te koop moeten zijn.

In eerste instantie hoopte men dit Paneuropees aan te pakken maar dat lijkt niet te lukken. Een standaardsysteem waarin iedereen op dezelfde wijze zijn produkt aan de man brengt, is voor de verkoper van waterbedden wel aantrekkelijk. Maar uit het oogpunt van concurrentie niet voor de aanbieder van multimediatechniek. ,,Waarschijnlijk ontstaan er dus landelijk verschillende type platforms. Hetzij via Internet, danwel via de telefoon of via interactieve tv.”

Bell Atlantic in Amerika is al bezig met proeven met interactieve tv. Een video-on-demand-faciliteit biedt de gebruiker de mogelijkheid op ieder moment een bepaalde film op te vragen. ,,In de toekomst kunnen er zelfs interactieve programma’s gemaakt kunnen worden waarin je je vereenzelvigd met de hoofdpersoon en dan kunt kiezen of je een overval zult plegen of dat je eerst eens over de brug zal lopen.”

In Nederland is hiermee in Amersfoort wel eens een experiment uitgevoerd, maar de resultaten waren niet dusdanig dat er gevolg is gegeven. Dat kwam volgens Hoogeveen doordat de respons tegenviel. ,,Echter de respons was laag omdat er weinig diensten aangeboden werden. En er werden weinig diensten aangeboden omdat er weinig gebruikers waren. Dan krijg je dus het bekende kip of ei probleem.”

Een andere drempel voor interactieve tv is de relatief grote kosten per gebruiker. Die moeten namelijk een set-top-box aanschaffen. Zo’n kastje op de tv was bovendien ‘weer een decoder erbij’. Maar dit soort kosten worden steeds lager en Hoogeveen verwacht dat de virtuele markt over vijf jaarlevensvatbaar zal zijn en over tien jaar zelfs winstgevend.

De grote vraag voor de bedrijven is nu wanneer ze op de ontwikkelingen moeten gaan inspelen. ,,Vlak na de oorlog hadden we een industriële economie. In de loop der jaren is dat veranderd en nu wordt meer dan de helft van het bruto nationaal produkt gebruikt aan diensten. Het aandeel van de informatie-industrie daarin is in het jaar 2000 naar schatting vijftien procent en stijgt hard. Alles wijst erop dat er in de toekomst een informatie economie zal komen. Er vroeg bij zijn kost bedrijven geld, maar is ook erg goed voor het imago. Het is een kwestie van goed timen wanneer ze op de kar moeten springen.”

Joyce Ouwerkerk


Receptenzuil bij de supermarkt om de hoek


Martijn Hoogeveen

,

Geen enkele Konmarbezoeker hoeft meer te piekeren over wat hij zal koken. De receptenzuil helpt tegenwoordig bij de keuze van het avondmenu, van goedkoop tot vegetarisch. Nadat de voorkeur op het scherm is aangegeven, rolt de boodschappenlijst, netjes gerangschikt per winkelafdeling en inclusief bereidingswijze, uit de machine. ,,Dit soort multimedia retrieval-systemen zijn tot nu toe vaak vooral leuk”, zegt drs. Martijn Hoogeveen, ,,want naar effectiviteit wordt nauwelijks gekeken.” Hoogeveen hoopt volgende week te promoveren op een onderzoek naar de levensvatbaarheid van multimedia retrieval-systemen (MRS).

Multimedia wil zeggen dat gebruik gemaakt wordt van spraak, muziek, beeld, animatie en andere media. Kenmerkend voor MRS is dat er een zekere mate van interactie tussen het systeem en de gebruiker moet zijn. De retrieval-systemen kunnen gebruikt worden voor verschillende doeleinden. Bij de politie werken ze bijvoorbeeld met het archiefsysteem ‘Octopus’. Agenten kunnen met dit systeem dossiers opvragen die verwijzen naar foto’s, vingerafdrukken, video-opnamen en dergelijke. MRS worden ook gebruikt ter ondersteuning van onderwijs, bijvoorbeeld in de vorm van Computer Based Training. En natuurlijk voor amusement, zoals cd-i, ook wel infotainment genoemd.

Dat er steeds meer MRS verschijnen, wil niet zeggen dat deze altijd een succes zijn. Veel mislukkingen zijn het gevolg van een slecht doordachte opzet, meent Hoogeveen, maar dat is geen zeldzaamheid in de aanloopfase van nieuwe media. Bij de ANWB bijvoorbeeld heeft een verzekeringszuil gestaan waarmee verzekeringen afgesloten konden worden. In de praktijk bleken mensen eigenlijk liever naar de balie te gaan. Een ander voorbeeld is het casino in Groningen. Hoogeveen, die zelf in Groningen werkt en woont: ,,Daar staat een ontzettend leuk programaatje dat uitleg geeft over de roulettetafel. Maar de roulettetafel zelf staat tien meter verderop. Mensen lopen meestal toch gewoon door.”

Hoogeveen constateert dat deze systemen vaak neergezet worden omdat een aantal mensen er toevallig warm voor loopt. ,,De marketeers vinden het een leuk ding en zet het dan gewoon neer, zonder lang stil te staan bij de vraag of het apparaat wel voldoet aan de behoeften van het bedrijf of de klanten. Dat heeft te maken met het multimediageloof. De mensen denken dat multimedia veel invloed kunnen uitoefenen op menselijk gedrag, maar dat is een achterhaald paradigma. Onderzoek toont aan dat multimedia lang niet altijd effectief zijn.”
Archief

Marketing en sales leek Hoogeveen voor het bedrijfsleven één van de meest levensvatbare toepassingsgebieden en concentreerde daarop zijn promotie-onderzoek, dat hij bij

PTT Research in Groningen uitvoerde. Hoogeveen hoopt op 20 december te promoveren bij de vakgroep systeemkunde aan de faculteit Technische Bestuurskunde.

Hoogeveen selecteerde zes systemen die op één of meerdere wijze marketing en sales-processsen ondersteunen en onderzocht hoe goed ze functioneren. Daartoe analyseerde hij eerst de bedrijfsdoelen en daarbinnen weer de informatieverwerkende taken die volbracht moeten worden. Vervolgens bekeek hij welke functies het multimediasysteem, dat door het bedrijf gebruikt werd, kon uitvoeren en hoe het systeem technisch verwezenlijkt was. Zo bepaalde hij kwalitatief de levensvatbaarheid van MRS. Daarnaast deed hij ook kwantitatieve kosten-batenberekeningen.

Uit de analyse van één van de zes onderzochte systemen, een multimediaal marketingcommunicatiearchief, maakte Hoogeveen op dat dit systeem de werkgever 1,7 miljoen bespaarde, alleen al door de mogelijkheid om foto’s op te slaan zodat ze opnieuw gebruikt kunnen worden. Hoogeveen: ,,Vroeger verdwenen foto’s gewoon in de la van verschillende marketingmensen. Eén foto kost echter al gauw vijfduizend gulden omdat er fotomodellen en bureau’s ingeschakeld moeten worden.” De winst is misschien zelfs nog wel groter. Doordat de keuze uit foto’s nu groter is, kunnen geschiktere, effectievere foto’s worden uitgezocht, waardoor het bedrijf betere marketing voert en mogelijk dus ook meer winst maakt. ,,Maar deze gevolgen zijn moeilijk te meten in guldens, dus die zitten niet bij die 1,7 miljoen”, aldus Hoogeveen.
Virtuele markt

Alle MRS die Hoogeveen onderzocht bleken levensvatbaar, alleen de virtuele markt nog niet. Hoogeveen werkte in Europees verband aan dit fenomeen, waarin bedrijven hun produkt via een multimediadienst kunnen aanbieden. Op de virtuele markt zou alles te koop moeten zijn.

In eerste instantie hoopte men dit Paneuropees aan te pakken maar dat lijkt niet te lukken. Een standaardsysteem waarin iedereen op dezelfde wijze zijn produkt aan de man brengt, is voor de verkoper van waterbedden wel aantrekkelijk. Maar uit het oogpunt van concurrentie niet voor de aanbieder van multimediatechniek. ,,Waarschijnlijk ontstaan er dus landelijk verschillende type platforms. Hetzij via Internet, danwel via de telefoon of via interactieve tv.”

Bell Atlantic in Amerika is al bezig met proeven met interactieve tv. Een video-on-demand-faciliteit biedt de gebruiker de mogelijkheid op ieder moment een bepaalde film op te vragen. ,,In de toekomst kunnen er zelfs interactieve programma’s gemaakt kunnen worden waarin je je vereenzelvigd met de hoofdpersoon en dan kunt kiezen of je een overval zult plegen of dat je eerst eens over de brug zal lopen.”

In Nederland is hiermee in Amersfoort wel eens een experiment uitgevoerd, maar de resultaten waren niet dusdanig dat er gevolg is gegeven. Dat kwam volgens Hoogeveen doordat de respons tegenviel. ,,Echter de respons was laag omdat er weinig diensten aangeboden werden. En er werden weinig diensten aangeboden omdat er weinig gebruikers waren. Dan krijg je dus het bekende kip of ei probleem.”

Een andere drempel voor interactieve tv is de relatief grote kosten per gebruiker. Die moeten namelijk een set-top-box aanschaffen. Zo’n kastje op de tv was bovendien ‘weer een decoder erbij’. Maar dit soort kosten worden steeds lager en Hoogeveen verwacht dat de virtuele markt over vijf jaarlevensvatbaar zal zijn en over tien jaar zelfs winstgevend.

De grote vraag voor de bedrijven is nu wanneer ze op de ontwikkelingen moeten gaan inspelen. ,,Vlak na de oorlog hadden we een industriële economie. In de loop der jaren is dat veranderd en nu wordt meer dan de helft van het bruto nationaal produkt gebruikt aan diensten. Het aandeel van de informatie-industrie daarin is in het jaar 2000 naar schatting vijftien procent en stijgt hard. Alles wijst erop dat er in de toekomst een informatie economie zal komen. Er vroeg bij zijn kost bedrijven geld, maar is ook erg goed voor het imago. Het is een kwestie van goed timen wanneer ze op de kar moeten springen.”

Joyce Ouwerkerk


Receptenzuil bij de supermarkt om de hoek


Martijn Hoogeveen

Geen enkele Konmarbezoeker hoeft meer te piekeren over wat hij zal koken. De receptenzuil helpt tegenwoordig bij de keuze van het avondmenu, van goedkoop tot vegetarisch. Nadat de voorkeur op het scherm is aangegeven, rolt de boodschappenlijst, netjes gerangschikt per winkelafdeling en inclusief bereidingswijze, uit de machine. ,,Dit soort multimedia retrieval-systemen zijn tot nu toe vaak vooral leuk”, zegt drs. Martijn Hoogeveen, ,,want naar effectiviteit wordt nauwelijks gekeken.” Hoogeveen hoopt volgende week te promoveren op een onderzoek naar de levensvatbaarheid van multimedia retrieval-systemen (MRS).

Multimedia wil zeggen dat gebruik gemaakt wordt van spraak, muziek, beeld, animatie en andere media. Kenmerkend voor MRS is dat er een zekere mate van interactie tussen het systeem en de gebruiker moet zijn. De retrieval-systemen kunnen gebruikt worden voor verschillende doeleinden. Bij de politie werken ze bijvoorbeeld met het archiefsysteem ‘Octopus’. Agenten kunnen met dit systeem dossiers opvragen die verwijzen naar foto’s, vingerafdrukken, video-opnamen en dergelijke. MRS worden ook gebruikt ter ondersteuning van onderwijs, bijvoorbeeld in de vorm van Computer Based Training. En natuurlijk voor amusement, zoals cd-i, ook wel infotainment genoemd.

Dat er steeds meer MRS verschijnen, wil niet zeggen dat deze altijd een succes zijn. Veel mislukkingen zijn het gevolg van een slecht doordachte opzet, meent Hoogeveen, maar dat is geen zeldzaamheid in de aanloopfase van nieuwe media. Bij de ANWB bijvoorbeeld heeft een verzekeringszuil gestaan waarmee verzekeringen afgesloten konden worden. In de praktijk bleken mensen eigenlijk liever naar de balie te gaan. Een ander voorbeeld is het casino in Groningen. Hoogeveen, die zelf in Groningen werkt en woont: ,,Daar staat een ontzettend leuk programaatje dat uitleg geeft over de roulettetafel. Maar de roulettetafel zelf staat tien meter verderop. Mensen lopen meestal toch gewoon door.”

Hoogeveen constateert dat deze systemen vaak neergezet worden omdat een aantal mensen er toevallig warm voor loopt. ,,De marketeers vinden het een leuk ding en zet het dan gewoon neer, zonder lang stil te staan bij de vraag of het apparaat wel voldoet aan de behoeften van het bedrijf of de klanten. Dat heeft te maken met het multimediageloof. De mensen denken dat multimedia veel invloed kunnen uitoefenen op menselijk gedrag, maar dat is een achterhaald paradigma. Onderzoek toont aan dat multimedia lang niet altijd effectief zijn.”
Archief

Marketing en sales leek Hoogeveen voor het bedrijfsleven één van de meest levensvatbare toepassingsgebieden en concentreerde daarop zijn promotie-onderzoek, dat hij bij

PTT Research in Groningen uitvoerde. Hoogeveen hoopt op 20 december te promoveren bij de vakgroep systeemkunde aan de faculteit Technische Bestuurskunde.

Hoogeveen selecteerde zes systemen die op één of meerdere wijze marketing en sales-processsen ondersteunen en onderzocht hoe goed ze functioneren. Daartoe analyseerde hij eerst de bedrijfsdoelen en daarbinnen weer de informatieverwerkende taken die volbracht moeten worden. Vervolgens bekeek hij welke functies het multimediasysteem, dat door het bedrijf gebruikt werd, kon uitvoeren en hoe het systeem technisch verwezenlijkt was. Zo bepaalde hij kwalitatief de levensvatbaarheid van MRS. Daarnaast deed hij ook kwantitatieve kosten-batenberekeningen.

Uit de analyse van één van de zes onderzochte systemen, een multimediaal marketingcommunicatiearchief, maakte Hoogeveen op dat dit systeem de werkgever 1,7 miljoen bespaarde, alleen al door de mogelijkheid om foto’s op te slaan zodat ze opnieuw gebruikt kunnen worden. Hoogeveen: ,,Vroeger verdwenen foto’s gewoon in de la van verschillende marketingmensen. Eén foto kost echter al gauw vijfduizend gulden omdat er fotomodellen en bureau’s ingeschakeld moeten worden.” De winst is misschien zelfs nog wel groter. Doordat de keuze uit foto’s nu groter is, kunnen geschiktere, effectievere foto’s worden uitgezocht, waardoor het bedrijf betere marketing voert en mogelijk dus ook meer winst maakt. ,,Maar deze gevolgen zijn moeilijk te meten in guldens, dus die zitten niet bij die 1,7 miljoen”, aldus Hoogeveen.
Virtuele markt

Alle MRS die Hoogeveen onderzocht bleken levensvatbaar, alleen de virtuele markt nog niet. Hoogeveen werkte in Europees verband aan dit fenomeen, waarin bedrijven hun produkt via een multimediadienst kunnen aanbieden. Op de virtuele markt zou alles te koop moeten zijn.

In eerste instantie hoopte men dit Paneuropees aan te pakken maar dat lijkt niet te lukken. Een standaardsysteem waarin iedereen op dezelfde wijze zijn produkt aan de man brengt, is voor de verkoper van waterbedden wel aantrekkelijk. Maar uit het oogpunt van concurrentie niet voor de aanbieder van multimediatechniek. ,,Waarschijnlijk ontstaan er dus landelijk verschillende type platforms. Hetzij via Internet, danwel via de telefoon of via interactieve tv.”

Bell Atlantic in Amerika is al bezig met proeven met interactieve tv. Een video-on-demand-faciliteit biedt de gebruiker de mogelijkheid op ieder moment een bepaalde film op te vragen. ,,In de toekomst kunnen er zelfs interactieve programma’s gemaakt kunnen worden waarin je je vereenzelvigd met de hoofdpersoon en dan kunt kiezen of je een overval zult plegen of dat je eerst eens over de brug zal lopen.”

In Nederland is hiermee in Amersfoort wel eens een experiment uitgevoerd, maar de resultaten waren niet dusdanig dat er gevolg is gegeven. Dat kwam volgens Hoogeveen doordat de respons tegenviel. ,,Echter de respons was laag omdat er weinig diensten aangeboden werden. En er werden weinig diensten aangeboden omdat er weinig gebruikers waren. Dan krijg je dus het bekende kip of ei probleem.”

Een andere drempel voor interactieve tv is de relatief grote kosten per gebruiker. Die moeten namelijk een set-top-box aanschaffen. Zo’n kastje op de tv was bovendien ‘weer een decoder erbij’. Maar dit soort kosten worden steeds lager en Hoogeveen verwacht dat de virtuele markt over vijf jaarlevensvatbaar zal zijn en over tien jaar zelfs winstgevend.

De grote vraag voor de bedrijven is nu wanneer ze op de ontwikkelingen moeten gaan inspelen. ,,Vlak na de oorlog hadden we een industriële economie. In de loop der jaren is dat veranderd en nu wordt meer dan de helft van het bruto nationaal produkt gebruikt aan diensten. Het aandeel van de informatie-industrie daarin is in het jaar 2000 naar schatting vijftien procent en stijgt hard. Alles wijst erop dat er in de toekomst een informatie economie zal komen. Er vroeg bij zijn kost bedrijven geld, maar is ook erg goed voor het imago. Het is een kwestie van goed timen wanneer ze op de kar moeten springen.”

Joyce Ouwerkerk


Receptenzuil bij de supermarkt om de hoek


Martijn Hoogeveen

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.