Voor het eerst worden er vanuit de Nationale Wetenschapsagenda grote interdisciplinaire onderzoeksprojecten betaald. De TU Delft is bij vier ervan betrokken.
De Nationale Wetenschapsagenda werd eind 2015 gepresenteerd als ‘routekaart voor wetenschappers’. Het achterliggende idee was dat Nederland zelf vragen mocht stellen aan de wetenschap. Er kwamen bijna twaalfduizend vragen binnen en daaruit selecteerden deskundigen uiteindelijk 140 onderzoeksvragen en 25 interdisciplinaire onderzoeksthema’s.
De wetenschapsagenda bleek al snel geen vrijblijvend gezelschapsspel te zijn. Het werd een van de leidraden voor de besteding van onderzoeksgeld. Voor 2018 reserveerde het kabinet 70 miljoen euro voor de uitvoering van de agenda. Dat bedrag loopt op naar 130 miljoen vanaf 2020. In de eerste financieringsronde kende NWO vorige week 54 miljoen euro toe aan zeventien ‘consortia’ van kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en bedrijven, die zelf samen nog eens 7 miljoen euro inleggen.
Delft
De TU Delft is betrokken bij vier projecten waaraan geld is toegekend:
- Bijna 8 miljoen euro gaat naar onderzoek naar het ‘internet der dingen’ en cyberveiligheid, geleid door de Technische Universiteit Eindhoven. De TU Delft en vier andere universiteiten doen daar aan mee, net als drie hogescholen, Surfnet, TNO en bijna 20 bedrijven.
- 4,4 miljoen euro is toegekend aan onderzoek naar bodemdaling onder leiding van de Universiteit Utrecht. Het geld gaat onder meer naar vlakdekkend meten en modelleren van de bodemdaling.
Zelf leidt de TU Delft twee onderzoeken waarvoor geld is toegekend:
- 1,7 miljoen euro gaat naar onderzoek voor protonentherapie. Door gebruik te maken van ultrasonische microbellen en een nieuwe gevoelige optisch-akoestische ontvanger kan de exacte positie en dosis van de protonenbundel worden gemeten, voor een optimaal resultaat. Onder meer het Erasmus Medisch Centrum, TNO, Holland PTC en Maastricht University doen hier aan mee.
- 1,3 miljoen euro is toegekend aan onderzoek naar de ontwikkeling van een quantummicroscoop die met een magneetveldsensor het gedrag van elektronen op nanoschaal kan afbeelden, zowel bij het absolute nulpunt als bij kamertemperatuur. TNO, Universiteit Leiden en enkele bedrijven doen mee.
Het hoogste subsidiebedrag, 9 miljoen euro, is bestemd voor onderzoek naar virusuitbraken onder leiding van het Erasmus Medisch Centrum. Er zijn 6 andere universiteiten en medische centra bij betrokken, en ook Avans Hogeschool, het RIVM, Rode Kruis Bloedbank en Sanquin doen mee.
Teleurgesteld
Critici gaan ervan uit dat er 325 voorstellen zijn ingediend en stellen teleurgesteld vast dat de kans op een beurs slechts 5,2 procent was. Een woordvoerder van NWO werpt tegen dat er 325 ‘vooraanmeldingen’ waren. Daarin gaven indieners aan wat ze wilden onderzoeken en met welke partners ze wilden samenwerken. Vervolgens kregen ze een positief of een negatief advies van NWO, bijvoorbeeld omdat de voorstellen niet voldoende aansloten bij de wetenschapsagenda.
Ze konden vervolgens zelf besluiten of ze hun plannen tot achter de komma wilden uitwerken. “Die tussenstap hebben we bewust ingebouwd om de aanvraagdruk te verminderen, want een vooraanmelding kost minder tijd en moeite dan een uitgewerkte aanvraag. Van de 90 voorstellen die we uiteindelijk ontvingen zijn er dus 17 gehonoreerd, oftewel bijna 19 procent. Over al deze voorstellen hadden we vooraf positief geadviseerd.” Ze benadrukt dat NWO de feedback meeneemt naar een volgende ronde: “We willen de aanmeldingen natuurlijk zo min mogelijk belastend maken.”
Bij hoeveel ingediende vooraanmeldingen en uitgewerkte aanvragen de naam van de TU Delft stond genoteerd, kon NWO nog niet melden. Wel zijn er dus vier uitgewerkte aanvragen gehonoreerd.
Geesteswetenschappen
Ook is er kritiek op het feit dat er nauwelijks onderzoeksprojecten in de geesteswetenschappen zijn gehonoreerd. “We zijn ons daarvan bewust, maar we zijn afhankelijk van de kwaliteit van de ingediende projecten en die worden door een onafhankelijke commissie beoordeeld”, benadrukt de woordvoerder. “De commissie toetst op drie criteria: de kwaliteit van het voorstel, de kwaliteit van het consortium en de kans op wetenschappelijke of maatschappelijke doorbraken.”
Het is volgens haar nog te vroeg om te zeggen dat de geesteswetenschappen structureel ondervertegenwoordigd zijn, “maar het heeft zeker onze aandacht”.
HOP, Hein Cuppen
Delta, Connie van Uffelen
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl
Comments are closed.