Rond het jaar 2020 zal de maatschappij plotseling sterk veranderen, met grote gevolgen voor techniek en innovatie. Over ongeveer vijftien jaar zullen diverse omwentelingen samenvallen. Computers zullen dan meer denkkracht hebben dan mensen, de levensverwachting zal dramatisch toenemen tot misschien wel 125 jaar en vakgebieden als nanotechnologie, robotica en biotechnologie zullen volop vruchten afwerpen.
br />
Dat betoogde de Twentse hoogleraar toekomststudies prof.dr. Wim de Ridder deze week op een symposium waarmee Technologiestichting STW zijn 25-jarig jubileum vierde. “Daardoor begint een heel nieuwe tijd in het denken en handelen van mensen”, aldus De Ridder, die zijn visie vorig jaar opschreef in het boekje ‘Koers 2020’. “Bij het volgende jubileum van STW zitten we tien jaar na die Big Bang die we verwachten. Hoe STW er dan uitziet? Ik heb geen idee.”
Voor de tussenliggende tijd voorziet De Ridder heftige veranderingen op het gebied van techniek en innovatie. Zo zal de rol van overheden, bedrijven en universiteiten afkalven, ten gunste van zogeheten ‘open innovatiesystemen’. “Het is niet meer zo dat een bedrijf een product ontwerpt en op de markt brengt. Nu al zie je netwerken ontstaan van collega’s uit dezelfde beroepsgroep, die zelf iets opzetten. Je mobiliseert iedereen die je kent via internet, en maakt een product. Die mensen raken hun trouw aan hun bedrijf of universiteit kwijt. Als je toevallig elkaars concurrent bent, ben je dat in zo’n netwerk snel vergeten.”
Gevolg is een omkering van de oude productieketens. “Je zult op een heel andere manier naar de markt moeten kijken. Je kijkt steeds meer eerst naar de producten, en stelt dan pas de vraag: welke universiteit of welk bedrijf kan dit maken?” Om dergelijke processen te coördineren, was De Ridder in mei medeoprichter van het Europese Centrum voor Innovatie (ECI), een initiatief van de Delftse hoogleraar prof.dr.ir. Guus Berkhout.
Nu al zijn de spelregels van innovatie aan het veranderen, signaleert De Ridder. Vooral de voortekenen van internetbedrijven zijn interessant. “Daar is het: the winner takes it all. We dachten altijd dat er vijf of zes grote producenten naast elkaar konden bestaan. Maar een bedrijf als Google voldoet niet meer aan die oude wetten. Je zult heel grote schommelingen zien, gigantische marktmachten die heel snel opkomen, maar ook weer kunnen verdwijnen.”
De Ridder verwacht dan ook dat er de komende jaren veel nieuwe bedrijven zullen opduiken. “Voor de komende tien jaar kun je redelijk voorzien wat er voor producten komen. Maar veel bestaande bedrijven hoeven niet zo nodig. Die zeggen: we zijn nu al succesvol met onze huidige producten. Of u het nu leuk vindt of niet, het innovatiepad was nog nooit zo goed geplaveid. Het is alleen wel met toepassingen en vormen die we met ons verstand nog maar moeilijk kunnen bevatten.”
Over ongeveer vijftien jaar zullen diverse omwentelingen samenvallen. Computers zullen dan meer denkkracht hebben dan mensen, de levensverwachting zal dramatisch toenemen tot misschien wel 125 jaar en vakgebieden als nanotechnologie, robotica en biotechnologie zullen volop vruchten afwerpen.
Dat betoogde de Twentse hoogleraar toekomststudies prof.dr. Wim de Ridder deze week op een symposium waarmee Technologiestichting STW zijn 25-jarig jubileum vierde. “Daardoor begint een heel nieuwe tijd in het denken en handelen van mensen”, aldus De Ridder, die zijn visie vorig jaar opschreef in het boekje ‘Koers 2020’. “Bij het volgende jubileum van STW zitten we tien jaar na die Big Bang die we verwachten. Hoe STW er dan uitziet? Ik heb geen idee.”
Voor de tussenliggende tijd voorziet De Ridder heftige veranderingen op het gebied van techniek en innovatie. Zo zal de rol van overheden, bedrijven en universiteiten afkalven, ten gunste van zogeheten ‘open innovatiesystemen’. “Het is niet meer zo dat een bedrijf een product ontwerpt en op de markt brengt. Nu al zie je netwerken ontstaan van collega’s uit dezelfde beroepsgroep, die zelf iets opzetten. Je mobiliseert iedereen die je kent via internet, en maakt een product. Die mensen raken hun trouw aan hun bedrijf of universiteit kwijt. Als je toevallig elkaars concurrent bent, ben je dat in zo’n netwerk snel vergeten.”
Gevolg is een omkering van de oude productieketens. “Je zult op een heel andere manier naar de markt moeten kijken. Je kijkt steeds meer eerst naar de producten, en stelt dan pas de vraag: welke universiteit of welk bedrijf kan dit maken?” Om dergelijke processen te coördineren, was De Ridder in mei medeoprichter van het Europese Centrum voor Innovatie (ECI), een initiatief van de Delftse hoogleraar prof.dr.ir. Guus Berkhout.
Nu al zijn de spelregels van innovatie aan het veranderen, signaleert De Ridder. Vooral de voortekenen van internetbedrijven zijn interessant. “Daar is het: the winner takes it all. We dachten altijd dat er vijf of zes grote producenten naast elkaar konden bestaan. Maar een bedrijf als Google voldoet niet meer aan die oude wetten. Je zult heel grote schommelingen zien, gigantische marktmachten die heel snel opkomen, maar ook weer kunnen verdwijnen.”
De Ridder verwacht dan ook dat er de komende jaren veel nieuwe bedrijven zullen opduiken. “Voor de komende tien jaar kun je redelijk voorzien wat er voor producten komen. Maar veel bestaande bedrijven hoeven niet zo nodig. Die zeggen: we zijn nu al succesvol met onze huidige producten. Of u het nu leuk vindt of niet, het innovatiepad was nog nooit zo goed geplaveid. Het is alleen wel met toepassingen en vormen die we met ons verstand nog maar moeilijk kunnen bevatten.”
Comments are closed.