Een engineer kan zo veel meer zijn dan een rekenwonder, daar ben ik van overtuigd. Ik denk dat je als engineer met specifieke kennis en analytisch vermogen heel veel kan toevoegen aan het grijze gebied tussen techniek en beleid.
Deze filosofie ga ik testen tijdens mijn stage bij de Nederlandse ambassade in Maleisië.
Wie ‘ik’ ben in een notendop: Joreen Merks, studeer watermanagement aan de TU Delft en heb hier ook mijn bachelor civiele techniek afgerond. Maar daarnaast ben ik student wetenschapscommunicatie. Ik heb dan ook al wat stukjes geschreven voor Delta. Ik hou van reizen, koken, theater, wortels en vooral van buiten de gebaande paden gaan.
Ik wist eigenlijk al heel snel dat ik stage wilde lopen bij een ambassade. Waarom? Werken bij een kleine organisatie, overheidservaring, buitenlandervaring, werken met bedrijven en andere overheden, laten zien dat een engineer meer kan dan rekensommetjes maken. Kortom het leek me een supergave ervaring. Helaas zijn er niet zo veel techniek-gerelateerde functies of ambassades. Probleem? Nee hoor. Gewoon lekker breed solliciteren. Zo ben ik terecht gekomen op de economische afdeling van de Nederlandse Ambassade in Kuala Lumpur. Wie had dat gedacht als watermanager?
Op deze ambassade zijn ze bezig met het in kaart brengen van de kansen voor de Nederlandse watersector in Maleisië. Dat klinkt vrij duidelijk, maar het is nogal breed. Daarom focus ik me vooral op de kansen voor Nederland om bij te dragen aan overstromingspreventie in het oosten van het land.
Ik ben inmiddels iets meer dan twee weken in Maleisië. Na een weekje genieten van een van de paradijselijke eilandjes die dit land te bieden heeft, ben ik afgelopen maandag begonnen met werken. Het was een vrij hectische eerste week. Ik vloog dinsdagavond al direct naar Singapore. En ik kan wel stellen: na twee dagen op kantoor ben je nog niet helemaal gesetteld. Dus over het leven in Kuala Lumpur vertel ik de volgende blog meer.
Comments are closed.