Van A4-tje met mededelingen tot professionele universiteitskrant. Delta kende de afgelopen 44 jaren een roerig bestaan. De professionalisering naar een onafhankelijk journalistiek blad leidde zelfs tot handtekeningenacties tegen de redactie.
Het enige wat de faculteiten bindt is de centrale verwarming, zo luidde ooit een gezegde aan de TU Delft. En anno 1969 was het enige communicatiemiddel de telefoongids. Er bestonden weliswaar wat afdelingenbladen, maar die bedienden meestal hun eigen doelgroepjes. Daar moest van toenmalig rector prof.dr.ir. Verhagen verandering in komen.
Verhagen signaleerde ‘een versnelde ontwikkeling in het wetenschappelijk onderwijs’ en vond dat mensen daarbij betrokken moesten worden. ‘Zonder misverstanden door gebrek aan communicatie. Die communicatie verbeteren is de taak van THD-nieuws’, schreef hij op 8 januari 1969 op de voorpagina van het eerste – experimentele – nummer van THD-nieuws.
Het zakelijke ‘informatieblad van de Technische Hogeschool Delft voor personeel en studenten’ bestond uit één A4-tje en verscheen om de twee weken. Er stonden benoemingen in, een agenda en aankondigingen van lezingen. Een redactiecommissie, min of meer onder auspiciën van
Verhagen, selecteerde de door anderen geschreven stukken.
In een enquête gaf een meerderheid aan het met belangstelling te lezen. Anderhalf jaar na de eerste uitgave volgde een volledige restyling en verscheen in het colofon een redacteur, een medewerker van de afdeling voorlichting. Een redactieraad was verantwoordelijk voor de inhoud.
Langzamerhand verschenen er echte artikelen en op 9 maart 1973 de eerste foto. Daarop geven de voorzitter van de Delftse hogeschoolraad H. Koenen en de toenmalig minister van onderwijs Chris van Veen elkaar afstandelijk een hand. De minister was naar de TH gekomen omdat hij – na het opstappen van het college van bestuur – nieuwe verkiezingen wilde voor de hogeschoolraad, maar de raad wilde dat niet.
In collegejaar 1973-74 werd THD-nieuws samengevoegd met het personeelsblad THD-mededelingen. Er kwam een maandelijkse bijlage over wetenschappelijke onderwerpen. Voor de rest bleef alles bij het oude: de redactieraad bepaalde wat er in het blad moest komen en de voorlichtingsdienst voerde dat uit.
Partijblad
Vanwege democratisering werd de redactieraad benoemd door de hogeschoolraad, waardoor de raadsfracties Demokratisch Beleid en AAG veel invloed in de publiciteit kregen. Dat leverde eind 1975 het verwijt op dat THD-nieuws zich had ontwikkeld tot een partijblad. De redactie, die met de voorlichtingsdienst weinig meer te maken had, beet fel van zich af en noemde de beschuldigingen ‘in strijd met de meest elementaire regelen van gewoon burgerlijk fatsoen’.
In september 1975 volgde weer een experiment: het blad werd gesplitst in een nieuwsblad en een ‘techno-magazine’ dat tot en met december 1977 verscheen. Dit magazine van 32 pagina’s was een public relationsblad vol opgepoetst onderzoeksnieuws. Er verschenen themanummers over onder meer milieukunde, kernenergie en universitaire ontwikkelingssamenwerking.
Het eerste A4-tje uit 1969 evolueerde in augustus 1976 naar een hogeschoolblad in krantenformaat met een interimredactie samengesteld uit externe journalisten, los van de dienst Voorlichting. Het was echter niet alleen de uiterlijke vorm die veranderde. Het was niet meer vanzelfsprekend dat de aangeboden informatie zomaar en ongewijzigd werd gepubliceerd. Een aangedragen stuk kon worden uitgebreid tot voorpaginanieuws of, ingekort, terechtkomen in de brievenrubriek lezershoek. Daar waren dan wel criteria voor wat betreft leesbaarheid, actualiteit en nieuwswaarde.
Het leverde het blad veel kritiek op. Bij Mijnbouwkunde en Elektrotechniek volgden zelfs handtekeningenacties. Critici vonden de keus van de artikelen te eenzijdig en klaagden over het weigeren van kritische bijdragen en zakelijke mededelingen. De redactie schreef eind 1976 dat de ergernissen ‘een rechtstreeks gevolg waren van een professionelere aanpak en de omvorming van THD-nieuws naar een onafhankelijk persorgaan’.
In januari 1978 werd een scheiding tussen berichten over wetenschappelijk onderzoek, onderwijs en bestuur niet meer zinvol geacht. THD-nieuws en techno-magazine werden samengevoegd. Prof. W. Crouwel en G.J. Leuvelink van Industriële Vormgeving ontwierpen het strak vormgegeven THD-nieuws in magazine-vorm.
Het tweewekelijkse blad belandde in rustiger vaarwater door een striktere scheiding tussen berichtgeving en meningsvorming. De redactie schreef veel over bestuur en onderzoek aan de TH, maar ook over nationale en zelfs internationale politiek. Door bezuinigingen kromp het magazine van 32 naar 24 pagina’s, maar dat was niet genoeg. Het ging op 12 januari 1983 over op krantenpapier maar verscheen voortaan wel wekelijks en onder een nieuwe naam: Delta. De lay-out werd ontworpen door vijf studenten industrieel ontwerpen.
Er verschenen vervolgens enkele speciale edities van Delta: eind 1983 een van vier pagina’s vanwege een bestuurscrisis en in maart 1989 een op een gewoon A3-tje, vanwege een staking bij de drukkerij.
In datzelfde jaar kaapten anti-apartheidsactivisten de volledige oplage vanwege een Shell-advertentie. Zij wilden de gewraakte pagina eruit scheuren en vervangen door een pamflet, maar de redactie was hen voor en liet de hele oplage opnieuw drukken.
Staat in een staat
Begin jaren negentig trof de nieuwe hoofdredacteur, Richard Meijer, een redactie aan die fungeerde als een ‘staat in een staat’. “De redacteuren waren ervan overtuigd dat zij wel wisten wat goed was voor de universiteit.” Dat paste in de tijd. “We zaten op het hoogtepunt van de grote democratie. De krant speelde daarin een politieke rol. Hij stond vol met uitgebreide artikelen over het beleid van het universiteitsbestuur, over de financiën en over het politieke spel in de universiteitsraad.”
Meijer vond dat de redactie te veel in een isolement leefde en dat de verhoudingen met de universiteit te gespannen waren. Hij streefde naar een meer ontspannen relatie, ‘ieder in zijn eigen rol’.
Onderdeel van de verandering werd een vernieuwing van het blad. Het accent ging meer richting algemene onderwerpen en reportage-achtige artikelen. “Daardoor kregen we behoefde aan een andere vorm en indeling en aan nieuwe rubrieken.” Vanaf juni 1997 kreeg Delta die nieuwe opmaak, met de Griekse god Prometheus die als een ‘duiveltje’ door de bladtitel springt.
Eind jaren negentig en de eerste jaren na de eeuwwisseling was Meijer directeur marketing en communicatie. Na enig nadenken kan hij wel instemmen met de constatering dat hij dat mede kon worden doordat hij nooit op ramkoers had gelegen met het college van bestuur en daar ook niet op uit was geweest.
Wat niet wil zeggen dat er nooit meningsverschillen waren. Die waren er zelfs toen Meijer M&C-directeur was en de krant in 1998 een nieuwe hoofdredacteur zocht. Redactie en redactieraad – waar Meijer in zat – dachten een geschikte kandidaat te hebben gevonden in Frank Biesboer. Die kandidatuur werd afgeschoten door het college van bestuur, omdat Biesboer bij de linkse krant De Waarheid had gewerkt. Meijer: “Ik was daar natuurlijk niet blij mee. Kennelijk heeft het wantrouwen ook bij de bestuurders langer in de genen gezeten dan ik dacht.”
In 2002 werd Meijer opnieuw, tot aan de reorganisatie OOD uit 2005, hoofdredacteur van Delta. Interim-hoofdredacteur Sjaak Priester was vlak daarvoor al begonnen met een nieuw ontwerp van Delta. De krant moest moderner en frisser. Maar vooral was er ruimte nodig voor nieuwe rubrieken, over wetenschap, lifestyle, onderwijs. Met de veranderingen in de jaren negentig wilde de redactie losser komen van bestuur en politiek. Volgens Meijer ging de krant ‘dus meer aandacht besteden aan de andere pijlers van de universiteit’.
Het ontwerp waarmee de redactie vanaf januari 2003 werkte, steunde op grote foto’s en ‘functioneel wit’ op de pagina’s. Naarmate de jaren verstreken werden de foto’s en de witruimtes kleiner, omwille van de tekst.
De laatste grote verandering, in januari 2011, borduurde voort op het ontwerp uit 2003. De krant ging door de reorganisatie herijking van twintig naar zestien pagina’s, waarmee het functioneel wit en de grote foto’s definitief tot het verleden behoorden. Door de combinatie met een ander lettertype kon de inhoud goeddeels overeind blijven.
Anderhalf jaar later verschijnt Delta nu voor de laatste maal als wekelijkse krant. Na de zomer komt daar iedere twee weken Delta Magazine voor terug. Weer met een ruimtelijke opmaak. Maar het belangrijkste zal zijn om het blad een nieuwe rol te geven: van agendavolgend naar agendabepalend.
Delta online
‘Vrij snel in de jaren negentig’ ging Delta online, herinnert oud-hoofdredacteur Richard Meijer zich, ‘als één van de eerste media in Nederland’. Delta was er zelfs zo vroeg bij, dat Meijer bij de TU Delft bot ving met zijn internetplannen. De universiteit was nog niet zo ver. Dankzij een paar studenten elektrotechniek kwam er toch een website. Die werd eens in de week ververst met de inhoud van de laatste papieren krant. En zo bleef het tot de brand bij Bouwkunde, in 2008. De redactie moest een aparte weblog in het leven roepen om de ontwikkelingen van uur tot uur te kunnen verslaan. Nog datzelfde jaar zag een vernieuwde website het levenslicht, waarmee het mogelijk werd het dagelijkse nieuws te coveren.
Comments are closed.