Voorzitter Sijbolt Noorda van universiteitenvereniging VSNU zal Doekle Terpstra missen. Dat zegt hij in een reactie op diens overstap van de HBO-raad naar de Hogeschool Inholland.
“Het is een gewetensvolle beslissing van Terpstra om zich beschikbaar te stellen voor Inholland”, vindt Noorda. “Ik zal hem missen als kompaan. Het waren vier jaren van een soepele samenwerking met het belang van het hele hoger onderwijs voor ogen.”
Botsen
Noorda is bijna vier jaar geleden aangetreden als voorzitter van de VSNU. Terpstra was toen al anderhalfjaar voorzitter van de HBO-raad. Aanvankelijk konden ze wel eens botsen, bijvoorbeeld over de titulatuur van afgestudeerde hbo’ers in het nieuwe bachelor-masterstelsel of over de bekostiging van hbo-masteropleidingen.
Samen optrekken
Maar die verschillen werden steeds minder belangrijk, naarmate er steeds meer studenten naar het hoger onderwijs gingen. Ze vonden beiden dat er iets moest gebeuren. Ze trokken samen op toen de commissie-Veerman advies uitbracht over de toekomst van het hoger onderwijs (meer verschillende soorten niveaus, minder bekostiging op studentenaantallen) en omarmden alle aanbevelingen.
Dat is een van de maatregelen naar aanleiding van klachten en verwijten van voormalige docenten van het SNC. Zeker zes docenten zijn de afgelopen tijd ontslagen of opgestapt na conflicten. Zij gaven als oorzaak de zes jaar geleden ingezette verzakelijking van het centrum onder Raymond Browne.
Directeur onderwijs & studentenzaken Anka Mulder stelde daarop een onderzoek in en signaleert drie problemen. Allereerst de al genoemde koersverandering waarbij niet meer het aanbod centraal staat maar datgene wat studenten willen. “Docenten werden daar te weinig bij betrokken”, zegt Mulder.
Dit leverde volgens haar het tweede probleem op: een verwijdering tussen de leiding en de docenten. “Het is belangrijk docenten te betrekken bij de inhoud en het invullen van de koers.” Mulder denkt daarbij bijvoorbeeld aan het betrekken van docenten bij de dagelijkse praktijk op het centrum, het salarissysteem en het werven van nieuwe docenten.
Tot slot meent Mulder dat een aantal organisatorische zaken is blijven liggen. Zo bleken docenten zich te ergeren aan het salarissysteem. “Er is wel begrip voor salarisverschillen als het gaat om bijvoorbeeld ervaring, maar het moet transparant zijn.”
Een andere organisatorische bottleneck is haperende communicatie. “Het is voor studenten moeilijk informatie te vinden over lessen. Dat vinden docenten vervelend. Het programmaboekje is niet verschenen.” Mulder zegt er scherp op toe te zien dat zaken daadwerkelijk verbeteren.
Volgens Mulder is voor de kerst al begonnen met het opschonen van de website en komt er in februari een SNC-krant met praktische informatie die voorheen het in programmaboekje stond. Tevens bekijkt het SNC hoe andere instellingen docenten betalen om dit vervolgens met vakgroepvoorzitters te bespreken.
Docenten die dat willen, kunnen voortaan meepraten over de inhoud van het aanbod en over het aanstellen van collega’s. “Bij de afdeling cultuur zijn we daar al mee begonnen. Bij sport willen we dat ook.”
Mulder wil niet ingaan op de vraag of er personele wijzigingen komen in het management van het SNC.

Comments are closed.