De veertien Nederlandse universiteiten hebben nieuwe overzichten van de nevenwerkzaamheden van hun hoogleraren online gezet. De registers zijn via de website van universiteitenvereniging UNL te raadplegen. De lijst van de TU Delft telt zeven pagina’s.
Sommige hoogleraren worden gesponsord door het bedrijfsleven of door overheidsorganisaties. Hoewel het belangrijk is om te weten of bijvoorbeeld een hoogleraar longziekten gesponsord wordt door een sigarettenfabrikant, lieten de registers van de universiteiten lange tijd veel te wensen over.
Al in 2007 pleitte toenmalig onderwijsminister Ronald Plasterk (PvdA) voor een landelijk register, maar dat kwam er niet. De universiteiten waren bang dat dit de privacy van de hoogleraren zou schaden. Wel zouden hun nevenfuncties voortaan openbaar worden gemaakt op de websites van de universiteiten zelf. Maar die registers waren verre van compleet.
Dubbele petten
In 2022 was de maat vol voor minister Dijkgraaf. Uit publicaties van de Volkskrant, Folia en Nieuwsuur was gebleken dat heel wat hoogleraren belastingrecht en fiscale economie dubbele petten op hadden, zonder dat dit in de registers van de universiteiten stond. Dijkgraaf drong aan op de komst van één landelijk register: “We moeten gewoon een website hebben waar je kunt zien welke andere banen een hoogleraar of onderzoeker heeft.”
Maar de universiteiten kiezen nu toch voor een andere oplossing. Ze lieten een haalbaarheidsstudie uitvoeren naar een centraal registratiesysteem voor nevenwerkzaamheden van hoogleraren. Daaruit zou blijken dat lokale, geüniformeerde registers per universiteit “de best haalbare optie is”.
Privacy
Een nationaal register zou nog steeds privacybezwaren met zich meebrengen omdat een wettelijke grondslag daarvoor ontbreekt. Daarom hebben de universiteiten gekozen voor uniformering en verbetering van de lokale registers die via UNL te raadplegen zijn.
Hoewel er dus geen centraal register komt noemt minister Dijkgraaf de nieuwe overzichten een goed stap vooruit. “Samenwerking van hoogleraren met maatschappelijke organisaties en bedrijven kan nuttig zijn, ook voor de kwaliteit van het onderwijs. Maar dan moet dat wel voor iedereen helder zijn.”
In de registers staan de namen van hoogleraren, hun faculteit en hun nevenfunctie. Je ziet bijvoorbeeld of iemand adviseur is van een bedrijf of organisatie. Soms is het overzicht nog wat onduidelijk. Dan heeft iemand bijvoorbeeld een ‘overige’ functie, wat dat ook inhoudt.
TU Delft
De lijst met bijbanen van TU-professoren heeft de vorm van een pdf van zeven pagina’s. De namen zijn per faculteit alfabetisch gerangschikt. Rector Tim van der Hagen en vice rector Rob Mudde staan bovenaan: Van der Hagen (‘administratief via Van der Hagen Delft B.V.’) als lid van de raad van commissarissen van Gasunie, Mudde met vijf functies bij onder meer de Universiteiten van Nederland en het Koninklijk Instituut van Ingenieurs. De meeste namen komen meerdere keren voor. Hoogleraren met vijf toch acht nevenfuncties zijn geen uitzondering.
HOP, Hein Cuppen/Delta, Jos Wassink
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl
Comments are closed.