Onderwijs

Universiteit wordt meer afgerekend op diploma’s

Geen geld meer voor elke student die zich inschrijft, maar pas echt verdienen als een student een diploma krijgt.De universiteiten zullen meer worden afgerekend op hun prestaties.

Dat staat in het Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan (HOOP) dat minister Ritzen op Prinsjesdag openbaar gemaakt heeft.

Ritzens voorstel houdt in dat een universiteit in de toekomst vooral onderwijsgeld verdient op grond van het aantal diploma’s dat ze afgeeft. Daarnaast ontvangt een universiteit ook een bedrag per eerstejaars. Voor studenten die na het eerste jaar doorstuderen, maar nooit een diploma halen, krijgen universiteiten echter geen geld meer.

Zo wil Ritzen stimuleren dat universiteiten al in de propedeuse aan hun studenten duidelijk maken of zij het doctoraal kunnen halen. Studenten die weinig kans van slagen hebben, moeten naar een andere studie verwezen worden. Maar als een student het wel goed doet in de propedeuse, moet de universiteit ervoor zorgen dat hij ook het doctoraal haalt. De nieuwe methode van geld toekennen beloont universiteiten die dat inderdaad doen.

De minister had twee jaar geleden al gemeld universiteiten niet langer per student, maar per diploma te willen betalen. Daarnaast zocht hij naar een methode om kwaliteit te belonen. Universiteiten die onderwijs van hoge kwaliteit leverden, zouden dan extra geld krijgen. Dat streven heeft hij te elfder ure laten varen, onder meer omdat de universiteiten er fel tegen waren. Ritzens voorstel komt nu in grote lijnen overeen met wat de universiteiten zelf afgelopen zomer al geopperd hadden.

Wel breekt Ritzen opnieuw een lans voor duidelijke ranglijsten van goede en minder goede opleidingen. De universiteiten zijn daar huiverig voor, maar de minister hoopt dat studenten zo geholpen worden bewust te kiezen voor kwaliteit. Goede universiteiten zouden dan beloond worden met een groeiend aantal eerstejaars en indirect dus ook met een groeiend budget.

Ook kondigt Ritzen in het HOOP aan dat hij sneller zal ingrijpen als uit een visitatierapport blijkt dat een opleiding van slechte kwaliteit is. Nu duurt het vaak een paar jaar voordat hij zo’n opleiding een laatste waarschuwing kan geven. Die termijn wil Ritzen verkorten tot ongeveer een half jaar na het verschijnen van het rapport. Verandert er niets na zo’n waarschuwing, dan kan de minister de opleiding sluiten.
Uitgelekt

Over de verdeling van onderzoekgeld lekte al voor Prinsjesdag uit dat Ritzen de universiteiten hun zeggenschap over 500 miljoen gulden wil ontnemen. Dat is ongeveer twintig procent van het geld dat de universiteiten voor onderzoek krijgen. Het HOOP stelt voor dat geld over te hevelen naar de landelijke onderzoeksorganisatie NWO. Die gaat het vervolgens verdelen over de universiteiten met de beste en, maatschappelijkgezien, belangrijkste plannen voor onderzoek.

Behalve over de methode waarmee in de toekomst het geld voor onderwijs en onderzoek verdeeld wordt, bevat het HOOP voor de universiteiten nauwelijks verrassingen. Nieuw is wel de aandacht voor allochtonen. Ritzen wil dat de universiteiten ‘streefcijfers’ opstellen. Slechts twee procent van de universitaire studenten is allochtoon (tegen vier aan de hogescholen), en dat percentage moet omhoog, vindt Ritzen. Groot zal de groei voorlopig niet zijn, want in het vwo is het percentage allochtonen op dit ogenblik niet hoger dan 2,6.
(HOP/HOb)

Geen geld meer voor elke student die zich inschrijft, maar pas echt verdienen als een student een diploma krijgt.

De universiteiten zullen meer worden afgerekend op hun prestaties. Dat staat in het Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan (HOOP) dat minister Ritzen op Prinsjesdag openbaar gemaakt heeft.

Ritzens voorstel houdt in dat een universiteit in de toekomst vooral onderwijsgeld verdient op grond van het aantal diploma’s dat ze afgeeft. Daarnaast ontvangt een universiteit ook een bedrag per eerstejaars. Voor studenten die na het eerste jaar doorstuderen, maar nooit een diploma halen, krijgen universiteiten echter geen geld meer.

Zo wil Ritzen stimuleren dat universiteiten al in de propedeuse aan hun studenten duidelijk maken of zij het doctoraal kunnen halen. Studenten die weinig kans van slagen hebben, moeten naar een andere studie verwezen worden. Maar als een student het wel goed doet in de propedeuse, moet de universiteit ervoor zorgen dat hij ook het doctoraal haalt. De nieuwe methode van geld toekennen beloont universiteiten die dat inderdaad doen.

De minister had twee jaar geleden al gemeld universiteiten niet langer per student, maar per diploma te willen betalen. Daarnaast zocht hij naar een methode om kwaliteit te belonen. Universiteiten die onderwijs van hoge kwaliteit leverden, zouden dan extra geld krijgen. Dat streven heeft hij te elfder ure laten varen, onder meer omdat de universiteiten er fel tegen waren. Ritzens voorstel komt nu in grote lijnen overeen met wat de universiteiten zelf afgelopen zomer al geopperd hadden.

Wel breekt Ritzen opnieuw een lans voor duidelijke ranglijsten van goede en minder goede opleidingen. De universiteiten zijn daar huiverig voor, maar de minister hoopt dat studenten zo geholpen worden bewust te kiezen voor kwaliteit. Goede universiteiten zouden dan beloond worden met een groeiend aantal eerstejaars en indirect dus ook met een groeiend budget.

Ook kondigt Ritzen in het HOOP aan dat hij sneller zal ingrijpen als uit een visitatierapport blijkt dat een opleiding van slechte kwaliteit is. Nu duurt het vaak een paar jaar voordat hij zo’n opleiding een laatste waarschuwing kan geven. Die termijn wil Ritzen verkorten tot ongeveer een half jaar na het verschijnen van het rapport. Verandert er niets na zo’n waarschuwing, dan kan de minister de opleiding sluiten.
Uitgelekt

Over de verdeling van onderzoekgeld lekte al voor Prinsjesdag uit dat Ritzen de universiteiten hun zeggenschap over 500 miljoen gulden wil ontnemen. Dat is ongeveer twintig procent van het geld dat de universiteiten voor onderzoek krijgen. Het HOOP stelt voor dat geld over te hevelen naar de landelijke onderzoeksorganisatie NWO. Die gaat het vervolgens verdelen over de universiteiten met de beste en, maatschappelijkgezien, belangrijkste plannen voor onderzoek.

Behalve over de methode waarmee in de toekomst het geld voor onderwijs en onderzoek verdeeld wordt, bevat het HOOP voor de universiteiten nauwelijks verrassingen. Nieuw is wel de aandacht voor allochtonen. Ritzen wil dat de universiteiten ‘streefcijfers’ opstellen. Slechts twee procent van de universitaire studenten is allochtoon (tegen vier aan de hogescholen), en dat percentage moet omhoog, vindt Ritzen. Groot zal de groei voorlopig niet zijn, want in het vwo is het percentage allochtonen op dit ogenblik niet hoger dan 2,6.
(HOP/HOb)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.