Hbo-studenten doen het prima als ze aan een universitaire master beginnen. Ze behalen net zo snel hun diploma als andere studenten. Maar ze moeten soms wel wennen aan het academische niveau, zeggen ze zelf.
Wie zijn nu eigenlijk de schakelstudenten waar het ministerie van Onderwijs een onderzoek naar liet doen? Ze zijn meestal iets ouder als ze aan hun universitaire masteropleiding beginnen, maar wat vooral opvalt: ze zijn heel gemotiveerd. Drie schakelstudenten aan het woord.
Naam: Wiesje van Ratingen
Leeftijd: 25
Hbo-bachelor: communicatie, Fontys Hogescholen Eindhoven
(Pre)master: communicatie-en informatiewetenschappen – taal en communicatie in organisaties, Vrije Universiteit Amsterdam
“Te weinig les in onderzoek”
Wiesje van Ratingen merkte in haar premaster dat de overstap van hbo naar wetenschappelijk onderwijs groot is. De manier van denken is volgens haar heel anders aan de universiteit. “Het hbo is heel praktijkgericht: je leert iets en past dit vervolgens toe. Op de universiteit word je uitgedaagd om zelf kritisch na te denken en stellingen te onderbouwen met wetenschappelijke bronnen en eigen onderzoek. Met vakken als academische vaardigheden en toetsende statistiek werd ik tijdens de premaster gelukkig voldoende bijgespijkerd om het masterniveau aan te kunnen.”
“Wel kreeg ik weinig les in onderzoek doen, terwijl dat in je master juist centraal staat. Ik heb een bachelorscriptie geschreven, maar ik mocht het onderwerp en de methode van mijn onderzoek niet zelf kiezen. Ik moest aan de slag met conversatie-analyse, mijn derde keus. Ik was er een half jaar mee bezig, maar doordat het zo’n specifiek onderwerp is, heb ik er in mijn master vrij weinig aan gehad.”
Ook tijdens haar masteropleiding moest Wiesje nog wennen aan het wetenschappelijk niveau. “Ik merkte dat het mij meer moeite kostte dan de studenten die een universitaire bachelor hadden afgerond. Zij leren namelijk in hun eerste drie jaar wat wetenschappelijk onderzoek is, hoe ze met bronnen kunnen argumenteren et cetera. Daardoor hadden ze voor mijn gevoel een voorsprong op hbo’ers.”
De kosten van premaster en master hadden geen invloed op haar keuze om door te studeren. “Mijn ouders betaalden mijn studie en mijn kamer in Amsterdam. Zonder die steun had ik veel meer moeten werken en lenen.” Met hard werken en veel bezoekjes aan de bieb heeft ze haar master binnen een jaar afgerond. “Ik wilde niet te lang over mijn studie doen, want dat vond ik zonde. Ik heb al zes jaar gestudeerd.”
Naam: Robbert van Staveren
Leeftijd: 25
Hbo-bachelor: civiele techniek, Haagse Hogeschool
(Pre)master: construction management & engineering, TU Delft
“Voldoende bijgespijkerd”
Ook Robbert van Staveren moest erg wennen aan het wetenschappelijk onderwijs, en dan vooral aan het hoge tempo. “In het begin moet je jezelf de discipline aanleren om ook buiten college-uren veel tijd in je opleiding te steken. Wat goed werkte was dat ik samen met groepjes medestudenten de stof doornam.” Ook moest hij leren omgaan met de soms onevenwichtige verdeling van vakken over het jaar. “De ene periode van de premaster was goed te doen, terwijl er in andere periodes vakken tegelijkertijd werden gegeven. Dan moet je soms keuzes maken.”
Robbert is al met al tevreden over zijn premaster: “Ik ben voldoende bijgespijkerd om mijn masterstudie goed te kunnen volgen, net zo goed als de studenten met een universitaire bachelor. De gemiddelde leeftijd van de hbo’ers ligt iets hoger en iedereen is gemotiveerd om de master snel af te ronden. Bovendien hebben we in het hbo een hoop praktische kennis opgedaan, vooral tijdens de stage. Dat blijkt een groot voordeel in de master, omdat we makkelijker verbanden met de praktijk kunnen leggen.”
Ook Robbert liet zich niet leiden door de kosten van zijn premaster en master. “Ik denk dat de investering makkelijk kan worden terugverdiend.” Hij prijst zich gelukkig met de financiële steun van zijn ouders. De buffer die hij in het hbo had opgebouwd met een bijbaan bij zijn afstudeerbedrijf, begint aardig te slinken: “Nu ik met de master bezig ben, zijn veel vakken en groepsopdrachten over de hele week verspreid. Daardoor zie ik geen kans om te blijven werken.”
Hij verwacht zijn masterdiploma te behalen in de twee jaar die ervoor staan. “Ik lig helemaal op schema en rond nu mijn laatste vakken aan het afronden, zodat ik kan beginnen met afstuderen. Daar heb ik veel zin in. Het wordt tijd om de arbeidsmarkt op te gaan.”
Naam: Twan Lauwerijssen
Leeftijd: 26
Hbo-bachelor: international media and entertainment management
Premaster, als onderdeel van hbo-bachelor: strategic business management & marketing aan de NHTV Breda
Master: business administration – marketing, Universiteit van Amsterdam
“Auto verkocht om studie te betalen”
Twan Lauwerijssen had, anders dan Wiesje en Robbert, weinig moeite met de overstap naar de universiteit. Bij de NHTV kunnen studenten in hun vierde jaar een algemeen wetenschappelijk schakelprogramma volgen dat rechtstreeks toegang biedt tot masterstudies van in totaal zeven universiteiten.
Twan: “Ik denk dat mijn premaster aan de NHTV echt een brug heeft geslagen van wat ik maar ‘hbo-denken’ zal noemen naar ‘academisch denken’. Qua moeilijkheidsgraad was de premaster denk ik pittiger dan gemiddeld en ook uitgebreider: we moesten 75 studiepunten behalen. Het maakte de hbo-bachelor bijna tot kinderspel. Het leertempo was aanzienlijk hoger en er was een grote diversiteit aan vakken die echt diep op de theorie ingingen.”
Ook tijdens zijn master aan de UvA kon hij prima meekomen. “Ik liep over het algemeen zelfs voor omdat ik gewend was vanuit mijn premaster heel gestructureerd te werk te gaan. Aan het einde van elk blok en semester was ik redelijk ontspannen, terwijl mijn medestudenten flinke stress hadden.”
Voor Twan was het na zijn bachelor en premaster vanzelfsprekend dat hij een master zou gaan volgen, ongeacht de financiering. Zijn bachelor en premaster had hij zelf betaald. “Mijn vader was zo trots toen ik mijn diploma kreeg, dat hij als cadeau het collegegeld van de master betaalde. Dat scheelde al behoorlijk.”
Toch verkocht hij zijn auto en had hij meerdere bijbanen om de huur en studiekosten te kunnen betalen. Hij verhuisde niet naar Amsterdam: “Tijdens mijn master hoefde ik over het algemeen maar drie keer per week naar de UvA , en met de hogesnelheidstrein ben je er zo. Ik had nog een jaar recht op een ov-kaart, dus dat scheelde honderden euro’s.”
Ook Twan zijn master binnen de gestelde termijn afronden. “Ik had mijn eenjarige master niet willen verlengen met bijvoorbeeld een stage. Je moet dan ingeschreven blijven bij de onderwijsinstelling en dus collegegeld betalen. En ik ben misschien niet de oudste masterstudent, maar ook zeker niet de jongste. Ik heb vmbo, mbo, hbo en wo gedaan. Ik vind het nu wel tijd om het werkende leven in te gaan.”
Comments are closed.