De olieschaarste neemt toe, en dus trekt de olie-industrie de ijszeeën in. Vorige week studeerde voor de tweede keer in korte tijd een TU-student af op de beweging van ijs.
Ir. Tom Segboer (waterbouwkunde, CiTG) berekende op verzoek van Royal Dutch Shell volgens welke rekenkundige spelregels ijsmassa’s ronddrijven in de Zee van Okhotsk, ten noorden van Japan. In die zee is al één boorplatform verrezen, twee andere zijn in aanbouw. “Voor onder meer de bevoorradingsschepen is het van belang dat je de beweging van het ijs kunt voorspellen”, zegt Segboer.
Eerder studeerde ir. Gertjan Boer af op onderzoek naar de ijsbestendigheid van offshore-constructies. Student Paulus Bloemen hoopt volgende maand af te studeren op het gedrag van ijsbergen. De Delftse studenten doen hun afstudeeronderzoek in de regel bij Shell. Dat bedrijf heeft zo’n 20 miljard dollar gestoken in het ‘Sakhalin II’-project, een grootschalig project voor de olie- en gaswinning bij het schiereiland Sakhalin. Dat project kwam afgelopen zomer nog in het nieuws, nadat Shell bekendmaakte dat de investeringen twee keer zo duur uitpakten dan aanvankelijk gedacht.
IJs hoort tegenwoordig gewoon bij de waterbouwkunde, vertelt Segboers afstudeerprof, prof.drs.ir. Han Vrijling. “We zitten middenin dit onderzoek. Tijdens de vorige oliecrisis hebben we als TU ook booreilanden helpen ontwerpen die te maken krijgen met ijsdrift.” Vier jaar geleden begeleidde Vrijling bovendien twee afstudeerders met een heel ander ijzig onderwerp: twee civielstudenten trokken toen naar de Zuidpool om de vervormingen te meten van een inzakkend Duits onderzoeksstation.
Student Segboer berekende voor zijn onderzoek aan de hand van theoretische rekenmodellen en praktijkmetingen welke factoren het ijs precies rondstuwen nabij Sakhalin. Hij ontdekte onder meer dat de wind er iets minder van invloed is op de ijsdrift dan het geval is op open zee, en dat bovendien de windrichting van belang is: eigenlijk wel zo logisch, bij een eiland. “Je zit daar heel dicht op de kust.” De beweging van het ijs wordt naast de wind beïnvloed door de zeestroming en de corioliskracht, die wordt veroorzaakt door de draaiing van de aarde.
Voor de Delftse waterbouwkunde is het ijsonderzoek een interessante uitdaging. “IJs gedraagt zich veel complexer dan water”, zegt Segboer. “De modellen van ijsdrift lopen nog niet echt lekker. Hoewel we al veel weten, is dit nog relatief onbekend terrein.” Vrijling: “Er zijn wel theorieën over ijsdrift, maar toch moet je voor iedere plek afzonderlijk bekijken hoe het ijs zich gedraagt. Er zijn honderden miljoenen euro’s mee gemoeid. En als het fout gaat, riskeer je een enorme olieramp.”
Ir. Tom Segboer (waterbouwkunde, CiTG) berekende op verzoek van Royal Dutch Shell volgens welke rekenkundige spelregels ijsmassa’s ronddrijven in de Zee van Okhotsk, ten noorden van Japan. In die zee is al één boorplatform verrezen, twee andere zijn in aanbouw. “Voor onder meer de bevoorradingsschepen is het van belang dat je de beweging van het ijs kunt voorspellen”, zegt Segboer.
Eerder studeerde ir. Gertjan Boer af op onderzoek naar de ijsbestendigheid van offshore-constructies. Student Paulus Bloemen hoopt volgende maand af te studeren op het gedrag van ijsbergen. De Delftse studenten doen hun afstudeeronderzoek in de regel bij Shell. Dat bedrijf heeft zo’n 20 miljard dollar gestoken in het ‘Sakhalin II’-project, een grootschalig project voor de olie- en gaswinning bij het schiereiland Sakhalin. Dat project kwam afgelopen zomer nog in het nieuws, nadat Shell bekendmaakte dat de investeringen twee keer zo duur uitpakten dan aanvankelijk gedacht.
IJs hoort tegenwoordig gewoon bij de waterbouwkunde, vertelt Segboers afstudeerprof, prof.drs.ir. Han Vrijling. “We zitten middenin dit onderzoek. Tijdens de vorige oliecrisis hebben we als TU ook booreilanden helpen ontwerpen die te maken krijgen met ijsdrift.” Vier jaar geleden begeleidde Vrijling bovendien twee afstudeerders met een heel ander ijzig onderwerp: twee civielstudenten trokken toen naar de Zuidpool om de vervormingen te meten van een inzakkend Duits onderzoeksstation.
Student Segboer berekende voor zijn onderzoek aan de hand van theoretische rekenmodellen en praktijkmetingen welke factoren het ijs precies rondstuwen nabij Sakhalin. Hij ontdekte onder meer dat de wind er iets minder van invloed is op de ijsdrift dan het geval is op open zee, en dat bovendien de windrichting van belang is: eigenlijk wel zo logisch, bij een eiland. “Je zit daar heel dicht op de kust.” De beweging van het ijs wordt naast de wind beïnvloed door de zeestroming en de corioliskracht, die wordt veroorzaakt door de draaiing van de aarde.
Voor de Delftse waterbouwkunde is het ijsonderzoek een interessante uitdaging. “IJs gedraagt zich veel complexer dan water”, zegt Segboer. “De modellen van ijsdrift lopen nog niet echt lekker. Hoewel we al veel weten, is dit nog relatief onbekend terrein.” Vrijling: “Er zijn wel theorieën over ijsdrift, maar toch moet je voor iedere plek afzonderlijk bekijken hoe het ijs zich gedraagt. Er zijn honderden miljoenen euro’s mee gemoeid. En als het fout gaat, riskeer je een enorme olieramp.”
Comments are closed.