De TU Delft is nog steeds niet goed toegankelijk voor mensen in een rolstoel. Daarom adviseert de TU-ombudsman om mensen met een handicap in te schakelen bij verbouwingen.
Afgelopen week verscheen een openbaar rapport van ombudsman Wil Knippenberg over een klacht van een student over de toegankelijkheid van de TU voor mensen in een rolstoel. Volgens de student was het recent vernieuwde fiets- en voetpad langs de Mekelweg een ‘onneembare drempel’ voor rolstoelers.
Naar aanleiding van deze klacht is het voetpad van betonplaten langs de Mekelweg ter hoogte van de aula aan weerszijden voorzien van een op- en afrit met flauwe helling. Ook is er een aantal andere aanpassingen verricht rond de faculteit Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek (WbMT), de bibliotheek en de aula.
De bibliotheek is volgens de student niet normaal toegankelijk met een rolstoel. De oprit aan de noordzijde is zelfs gevaarlijk voor iemand in een rolstoel. Volgens de student is deze oprit belangrijk, omdat de ruimte aan de westelijke kant van de universiteitsbibliotheek en vlak voor het restaurant in de aula een populaire ontmoetingsplek is voor studenten. Dat geldt ook voor gehandicapte studenten.
De ombudsman vindt het niet realistisch om alle gebouwen en faciliteiten perfect rolstoeltoegankelijk te maken. Volgens hem kan dit wel bij nieuwe bouwactiviteiten, tegen dezelfde kosten of met een minimale investering. “Op- en afritten voor auto’s die een rolstoeler vaak moet gebruiken omdat speciale voorzieningen ontbreken, zijn steil en daardoor ongeschikt voor een rolstoel. Ze vormen een groot risico tot vallen. Voor hetzelfde geld kan de TU Delft opritten aanleggen die voor iedereen geschikt zijn.”
Het college onderschrijft deze mening en heeft daarom de richtlijnen uit het ‘handboek voor toegankelijkheid’, dat wordt gebruikt bij nieuwbouw- en renovatieprojecten, bindend verklaard. Betrokken architecten en andere adviseurs moeten deze richtlijnen voortaan naleven.
De student vindt het jammer dat een aantal voorzieningen in het gebouw van WbMT pas na’ de renovatie is gerealiseerd. Daarom adviseert de ombudsman het college van bestuur om waar mogelijk ‘ervaringsdeskundigen’ in te schakelen bij de beoordeling van verbouwingen. “Zij kunnen wijzen op eventueel vergeten kleine aanpassingen, maar zij weten ook het beste wat nodig is”, aldus Knippenberg. Ook vindt hij dat er een loket moet komen waar mensen zelf hun problemen kunnen melden.
De klagende student vindt de algemene rolstoeltoegankelijkheid van de TU onvoldoende. Knippenberg, die zelf ook in een rolstoel zit, zegt het te betreuren dat deze indruk is ontstaan. “Binnen de TU wordt hard gewerkt aan het wegnemen van belemmeringen voor gehandicapten.”
Afgelopen week verscheen een openbaar rapport van ombudsman Wil Knippenberg over een klacht van een student over de toegankelijkheid van de TU voor mensen in een rolstoel. Volgens de student was het recent vernieuwde fiets- en voetpad langs de Mekelweg een ‘onneembare drempel’ voor rolstoelers.
Naar aanleiding van deze klacht is het voetpad van betonplaten langs de Mekelweg ter hoogte van de aula aan weerszijden voorzien van een op- en afrit met flauwe helling. Ook is er een aantal andere aanpassingen verricht rond de faculteit Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek (WbMT), de bibliotheek en de aula.
De bibliotheek is volgens de student niet normaal toegankelijk met een rolstoel. De oprit aan de noordzijde is zelfs gevaarlijk voor iemand in een rolstoel. Volgens de student is deze oprit belangrijk, omdat de ruimte aan de westelijke kant van de universiteitsbibliotheek en vlak voor het restaurant in de aula een populaire ontmoetingsplek is voor studenten. Dat geldt ook voor gehandicapte studenten.
De ombudsman vindt het niet realistisch om alle gebouwen en faciliteiten perfect rolstoeltoegankelijk te maken. Volgens hem kan dit wel bij nieuwe bouwactiviteiten, tegen dezelfde kosten of met een minimale investering. “Op- en afritten voor auto’s die een rolstoeler vaak moet gebruiken omdat speciale voorzieningen ontbreken, zijn steil en daardoor ongeschikt voor een rolstoel. Ze vormen een groot risico tot vallen. Voor hetzelfde geld kan de TU Delft opritten aanleggen die voor iedereen geschikt zijn.”
Het college onderschrijft deze mening en heeft daarom de richtlijnen uit het ‘handboek voor toegankelijkheid’, dat wordt gebruikt bij nieuwbouw- en renovatieprojecten, bindend verklaard. Betrokken architecten en andere adviseurs moeten deze richtlijnen voortaan naleven.
De student vindt het jammer dat een aantal voorzieningen in het gebouw van WbMT pas na’ de renovatie is gerealiseerd. Daarom adviseert de ombudsman het college van bestuur om waar mogelijk ‘ervaringsdeskundigen’ in te schakelen bij de beoordeling van verbouwingen. “Zij kunnen wijzen op eventueel vergeten kleine aanpassingen, maar zij weten ook het beste wat nodig is”, aldus Knippenberg. Ook vindt hij dat er een loket moet komen waar mensen zelf hun problemen kunnen melden.
De klagende student vindt de algemene rolstoeltoegankelijkheid van de TU onvoldoende. Knippenberg, die zelf ook in een rolstoel zit, zegt het te betreuren dat deze indruk is ontstaan. “Binnen de TU wordt hard gewerkt aan het wegnemen van belemmeringen voor gehandicapten.”

Comments are closed.