Kruipen, schuifelen, balanceren en klauteren: dat waren afgelopen dinsdag in de blokkenhal van Bouwkunde de vier meest gebruikte manieren om snel een brug over te steken.
De jaarlijkse workshop ‘hoog en droog’ stond weer op het programma. De uitdaging: bouw een brug met een overspanning van vijf meter waarover je met vijf mensen zo snel mogelijk aan de overkant komt. Daarnaast moest de brug ook zo licht mogelijk zijn, en natuurlijk mooi.
Touw en karton staan niet echt bekend als de meest betrouwbare bouwmaterialen voor dit soort bruggen, maar de deelnemers aan de workshop moesten het ermee doen. Het waren weliswaar kartonnen kokers van vier meter lang en met een doorsnede van een kleine decimeter, maar toch.
En dan de praktijktest. Wat touwen hielden de kartonconstructies bij elkaar en verdeelden de krachten. Docent toegepaste mechanica Gerrie Hobbelman legde zonder uitzondering de zwakke punten bloot, nog voordat ook maar één voet, knie of buik het karton had beroerd. Vooral zijwaartse stabiliteit bleek een probleem. De paar teams die dat hadden voorzien, zetten scherpe tijden neer van krap 25 seconden.
Maar Bouwkunde zou Bouwkunde niet zijn als schoonheid en snelheid niet verenigd konden worden. Zo ging de simpelste en meest elegante constructie uit van het ‘Zuid-Amerikaanse hangbrugprincipe’. ,,Een fantastisch gebruik van de materiaaleigenschappen”, prees Hobbelman. Over een soort touwladder geklemd tussen de uiteinden van twee kokers bewogen de teamleden zich vliegensvlug naar de overkant. Maar helaas bleek deze goed doordachte constructie niet opgewassen tegen de praktijk: een van de leuningen bezweek en de brug stortte onder gejoel van de zaal in elkaar. Het oranje luchtkussen bracht gelukkig redding.
De jaarlijkse workshop ‘hoog en droog’ stond weer op het programma. De uitdaging: bouw een brug met een overspanning van vijf meter waarover je met vijf mensen zo snel mogelijk aan de overkant komt. Daarnaast moest de brug ook zo licht mogelijk zijn, en natuurlijk mooi.
Touw en karton staan niet echt bekend als de meest betrouwbare bouwmaterialen voor dit soort bruggen, maar de deelnemers aan de workshop moesten het ermee doen. Het waren weliswaar kartonnen kokers van vier meter lang en met een doorsnede van een kleine decimeter, maar toch.
En dan de praktijktest. Wat touwen hielden de kartonconstructies bij elkaar en verdeelden de krachten. Docent toegepaste mechanica Gerrie Hobbelman legde zonder uitzondering de zwakke punten bloot, nog voordat ook maar één voet, knie of buik het karton had beroerd. Vooral zijwaartse stabiliteit bleek een probleem. De paar teams die dat hadden voorzien, zetten scherpe tijden neer van krap 25 seconden.
Maar Bouwkunde zou Bouwkunde niet zijn als schoonheid en snelheid niet verenigd konden worden. Zo ging de simpelste en meest elegante constructie uit van het ‘Zuid-Amerikaanse hangbrugprincipe’. ,,Een fantastisch gebruik van de materiaaleigenschappen”, prees Hobbelman. Over een soort touwladder geklemd tussen de uiteinden van twee kokers bewogen de teamleden zich vliegensvlug naar de overkant. Maar helaas bleek deze goed doordachte constructie niet opgewassen tegen de praktijk: een van de leuningen bezweek en de brug stortte onder gejoel van de zaal in elkaar. Het oranje luchtkussen bracht gelukkig redding.
Comments are closed.