Bijna zes procent van de studenten met studiefinanciering heeft vorig studiejaar niet voldaan aan de temponorm. Het gaat om 20.500 studenten die minder dan tien studiepunten haalden.
br />
De beurs van de studenten is omgezet in een lening, die zij na hun studie met rente moeten terugbetalen. De gemiddelde schuld van de studenten bedraagt 4800 gulden. Een student op kamers met alleen een basisbeurs betaalt 6700 gulden terug. De student met een aanvullende beurs komt maximaal op 10.000 gulden uit. Wie nog thuiswoont ziet zijn te lage prestatie bestraft met een lening van 2700 gulden (zonder aanvullende beurs).
De opbrengst van de eerste jaargang studenten met een tempobeurs bedraagt 98 miljoen gulden. Dat is 47 miljoen gulden minder dan het ministerie van onderwijs had geraamd. Het aantal van 20.500 studenten stemt wel overeen met de verwachtingen van het ministerie van onderwijs. Volgens een woordvoerder hebben studenten met een aanvullende beurs en/of uitwonende studenten kennelijk harder gestudeerd dan de overige categorieën.
In november, toen de universiteiten en hogescholen de ‘zwarte lijsten’ met namen van onvoldoendes aan de Informatie Beheer Groep moesten bekend maken, werd nog met een veel hogere opbrengst rekening gehouden. Op veel universiteiten en hogescholen circuleerden percentages onvoldoendes van tien procent. Dat kwam omdat deze lijsten sterk waren vervuild. Er stonden studenten op voor wie de temponorm niet gold: eerstejaars die zich voor 1 februari hadden uitgeschreven en studenten die überhaupt geen studiefinanciering kregen. Ook vermeldden deze lijsten studenten die bij een andere opleiding wél genoeg punten hadden gehaald.
In het studiejaar 1995-1996 stijgt de temponorm naar 50 procent, ofwel 21 studiepunten. Nieuwe studenten krijgen dan te maken met de prestatiebeurs. Hoe die eruit gaat zien is nog onbekend. (HOP/P.E.)
Bijna zes procent van de studenten met studiefinanciering heeft vorig studiejaar niet voldaan aan de temponorm. Het gaat om 20.500 studenten die minder dan tien studiepunten haalden.
De beurs van de studenten is omgezet in een lening, die zij na hun studie met rente moeten terugbetalen. De gemiddelde schuld van de studenten bedraagt 4800 gulden. Een student op kamers met alleen een basisbeurs betaalt 6700 gulden terug. De student met een aanvullende beurs komt maximaal op 10.000 gulden uit. Wie nog thuiswoont ziet zijn te lage prestatie bestraft met een lening van 2700 gulden (zonder aanvullende beurs).
De opbrengst van de eerste jaargang studenten met een tempobeurs bedraagt 98 miljoen gulden. Dat is 47 miljoen gulden minder dan het ministerie van onderwijs had geraamd. Het aantal van 20.500 studenten stemt wel overeen met de verwachtingen van het ministerie van onderwijs. Volgens een woordvoerder hebben studenten met een aanvullende beurs en/of uitwonende studenten kennelijk harder gestudeerd dan de overige categorieën.
In november, toen de universiteiten en hogescholen de ‘zwarte lijsten’ met namen van onvoldoendes aan de Informatie Beheer Groep moesten bekend maken, werd nog met een veel hogere opbrengst rekening gehouden. Op veel universiteiten en hogescholen circuleerden percentages onvoldoendes van tien procent. Dat kwam omdat deze lijsten sterk waren vervuild. Er stonden studenten op voor wie de temponorm niet gold: eerstejaars die zich voor 1 februari hadden uitgeschreven en studenten die überhaupt geen studiefinanciering kregen. Ook vermeldden deze lijsten studenten die bij een andere opleiding wél genoeg punten hadden gehaald.
In het studiejaar 1995-1996 stijgt de temponorm naar 50 procent, ofwel 21 studiepunten. Nieuwe studenten krijgen dan te maken met de prestatiebeurs. Hoe die eruit gaat zien is nog onbekend. (HOP/P.E.)
Comments are closed.